Toelichting

--

Kwaliteit

De kern van de aanpak uit het VANG-plan is het verbeteren van de service door drempelverlagende maatregelen die het aanbieden van grondstoffen makkelijker maken. De drempel voor het aanleveren van restafval is daarentegen verhoogd. Om dit te bewerkstelligen is in de gehele regio het uitzetten van de extra minicontainer voor PMD en het vervangen van de huidige restafval minicontainer doorgevoerd; is de realisatie van ondergrondse inzamelvoorzieningen gestart; is in Naarden-Vesting het project 'van zak naar bak' afgerond en is in 2019 de aanpassing van de inzamelfrequentie in de gehele regio doorgevoerd. Naast de uitrol nieuwe inzamelstructuur van het VANG-plan zijn er diverse middelen ingezet om inwoners te informeren en te begeleiden en hiermee bewustwording te creëren en inwoners te activeren om afval (beter) te scheiden.
Uit de resultaten van de GAD-meter blijkt dat het scheidingspercentage (inclusief nascheiding) is gestegen naar circa 70%; de hoeveelheid restafval gedaald van 222 kilo in 2016 naar 162 kilo per persoon in 2019; de CO2-reductie was in 2019 regio-totaal: 45 kiloton (t.o.v. 39 kiloton in 2016) en de klanttevredenheid kreeg het cijfer 7,6. Er is door de wijziging van de inzamelstructuur per jaar per inwoner bijna 5 keer zoveel PMD en 1/3 keer zoveel GFT ingezameld.

Het jaar 2020 was een schakeljaar waarbij het lopende programma VANG is geëvalueerd en waarbij samen met de gemeenteraden van de regiogemeenten is gekeken naar nieuw beleid voor de toekomst. In december 2020 hebben verschillende consultatierondes bij de gemeenteraden plaatsgevonden waarbij gevraagd is richting te geven in de beleidskeuzes die in dit traject gemaakt kunnen worden. Dit is gedaan middels het in het portefeuillehoudersoverleg Milieu & Duurzaamheid vastgestelde Startmemo Grondstoffenvisie en het memo Vraagstukken Grondstoffenvisie. Hierbij is gekeken naar ontwikkelperspectieven waarbij primair wordt gestuurd op duurzaamheidsprestaties; de keuze tussen bronscheiding of nascheiding van PMD; de eventuele invoering van DIFTAR; en de mogelijkheden om in te zetten op slimme koppelkansen in de toekomst.
In 2021 wordt zowel het nieuwe grondstoffenbeleid als het uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt en daarna regionaal vastgesteld. In 2021 en in de jaren daarna zal via de GAD-meter en de programmabegroting jaarlijks (en indien nodig tussentijds) het resultaat van het gevoerde beleid en uitvoeringsprogramma worden gemonitord.