De gemeente dient een paragraaf Financiering in zowel de begroting als in het jaarverslag op te nemen waarin aangegeven wordt op welke manier er uitvoering wordt gegeven aan de financieringsfunctie. Het uitgangspunt hierbij is het beheersen van risico’s, met name het renterisico. Bij een hoog renterisico zijn de gevolgen van een stijgende rente groot voor de financiële resultaten in een bepaald jaar. Daarnaast zijn er risico’s op kredieten, liquiditeiten en koersen.
Paragraaf Financiering
Financieringsbeleid
Terug naar navigatie - FinancieringsbeleidNr. | Omschrijving (x € 1.000) | Begroting 2020 | Eerste kwartaal | Tweede kwartaal | Derde kwartaal | Vierde kwartaal |
Omvang begroting (grondslag 1 jan 2020) | 135.328 | 135.528 | 135.528 | 135.528 | 135.528 | |
1 | Toegestane kasgeldlimiet | |||||
In procenten | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | |
In bedrag | 11.503 | 11.503 | 11.503 | 11.503 | 11.503 | |
2 | Omvang vlottende schuld | p.m. | 12.492 | 10.000 | 1.184 | 3.032 |
3 | Omvang vlottende middelen | p.m. | 7 | 3.423 | 11.793 | 7.674 |
Toets kasgeldlimiet | ||||||
4 | Totaal gemiddelde netto vlottende schuld (2-3) | p.m. | 12.484 | 6.576 | -10.608 | -4.642 |
5 | Toegestane kasgeldlimiet (1) | 11.503 | 11.503 | 11.503 | 11.503 | |
6 | Ruimte onder de kasgeldlimiet (5>4) | p.m. | 0 | 4.927 | 22.111 | 16.144 |
7 | Overschrijding van de kasgeldlimiet (4>5) | -982 |
De gemiddelde vlottende schuld bestaat uit crediteuren, omzetbelasting, loonheffing, rente en aflossingen van al eerder afgesloten leningen.
Het is niet wenselijk om het kasgeldlimiet te overschrijden, maar toegestaan voor twee achtereenvolgende kwartalen. Indien een overschrijding voor een derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dient de toezichthouder daarvan middels een rapportage op de hoogte te worden gesteld en dient er een plan te worden overlegd waarin staat omschreven hoe de gemeente in de toekomst binnen het kasgeldlimiet zal blijven. De gemeente Gooise Meren heeft de overschrijding van het kasgeldlimiet in het tweede kwartaal eerst opgelost door middel van een kortlopende lening en daarna door een langlopende lening af te sluiten.
Nr. | Omschrijving (x € 1.000) | Begroting 2020 | Jaarrekening 2020 |
1 | 1 Renteherzieningen | 0 | 0 |
2 | 2 Aflossingen | 7.681 |
7.687 |
3 | 3 (1+2) Renterisico | 7.681 | 7.687 |
4 | Renterisiconorm (4a x 4b / 100) | 27.066 | 27.066 |
4a | Begrotingstotaal | 135.328 | 135.328 |
4b | Percentage | 20% | 20% |
5 | Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3) | 19.385 | 19.379 |
Financiering
Terug naar navigatie - FinancieringDit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) (des-)investeringen en beschikbare interne en externe middelen. In feite gaat het hier om het opstellen van een liquiditeitsbegroting. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille.
Omschrijving (x € 1.000) | Begroting 2020 | Gemiddelde rente | Jaarrekening 2020 | Gemiddelde rente |
Stand per 1 januari 2020 | 117.011 | 2,28% | 117.010 | 1,92% |
Nieuwe leningen | 31.600 | 1,5% | 15.000 | 0,19% |
Reguliere aflossingen | 7.681 | 7.687 | ||
Vervroegde aflossingen |
0 |
|||
Stand per 31 december 2020 | 140.930 | 124.323 |
EMU saldo
Terug naar navigatie - EMU saldoMet het EMU-saldo wil het Rijk de begroting en de jaarrekening van gemeenten monitoren om te kunnen voldoen aan afspraken die gemaakt zijn binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU).
Het EMU-saldo is gebaseerd op het kasstelsel en bestaat uit het saldo van alle inkomsten en uitgaven op kasbasis, ongeacht of dit ten behoeve van bedrijfsvoering of investering is. Het belangrijkste verschil tussen het door de gemeente gehanteerde stelsel van lasten en baten met het door het Rijk gehanteerde kasstelsel is dat de gemeente door middel van afschrijvingen de investeringen over meerdere jaren ten laste brengt van de exploitatie, daar waar het Rijk deze investeringen in één keer ten laste brengt van het investeringsjaar.
Het EMU saldo toont een positief beeld doordat bovengenoemde voorgenomen investeringen bij met name onderwijshuisvesting zijn vertraagd en met name de overdracht van de gronden Crailo tot een relatief hoge desinvestering leidt.
EMU-berekening
Nr. | Omschrijving (bedragen x € 1.000) | 2020 | |
Begroting | Rekening | ||
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -2.351 | -3.700 |
2 | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 7.823 | 7.125 |
3 | Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie | 4.645 | 7.433 |
4 | Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | 27.064 | 16.775 |
5 | Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 | 0 | 3.415 |
6 | Desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa: | 0 | 9.602 |
Baten uit desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord | 0 | 0 | |
7 | Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken en dergelijke (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | 0 | 0 |
8 | Baten bouwgrondexploitatie | 0 | 0 |
Baten voor zover transacties niet op de exploitatie verantwoord | 0 | 0 | |
9 | Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen | 4.094 | 3.959 |
10 | Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten | 0 | 0 |
11 | Verkoop van effecten | 0 | 0 |
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) | nee | nee | |
EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11) | -21.041 | 3.141 |