Hoofdlijnen

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

1.1 Inleiding

Bij het terugkijken op een jaar is het altijd verleidelijk om te zoeken naar historische gebeurtenissen of activiteiten die dat specifieke jaar kenmerken. Voor het jaar 2020 hoeven we daar niet naar te zoeken. Het was een heel bijzonder jaar, dat in ons geheugen gegrift zal blijven staan als het jaar waarin de wereld op slot ging.

Juist in het jaar waarin we zouden vieren dat we al 75 jaar in vrijheid leven, waren er maar nauwelijks evenementen en publieksactiviteiten mogelijk. Het sociale leven kwam tot stilstand. En de economie, die voor Gooise Meren zo belangrijk is, kreeg zware klappen. Ook de sluiting van de scholen en de horeca en het bezoekverbod in verpleeghuizen kwam hard aan. Corona kwam dichtbij. Naarmate het jaar vorderde kende langzamerhand iedereen wel mensen in de directe omgeving die het hadden of hadden gehad. Een zware tijd voor kwetsbare inwoners, vanwege de risico’s die ze lopen door het virus. Voor zorgverleners die een loodzware opgave hebben te klaren. Voor ondernemers, vanwege de economische impact, die de maatregelen hebben. Voor eigenlijk iedereen in de gemeente. Het gemis aan het sociale contact, de arm om de schouder of het kopje koffie samen. Juist in een periode waarin nabijheid zo wenselijk is, heel belangrijk.

Juist in dat bijzondere jaar hebben we als gemeente een verandering doorgemaakt, die we ons voor 2020 maar nauwelijks konden voorstellen. Verreweg het grootste deel van het jaar hebben medewerkers van de gemeente thuisgewerkt, al dan niet in combinatie met het geven van thuisonderwijs aan hun kinderen. De vergaderingen van de raad waren digitaal. Hierdoor lukte het om de gemeente te blijven besturen.

Juist in het jaar waarin alles werd overschaduwd door dat ene thema, is het gewone werk heel hard doorgegaan. Belangrijke stappen zijn gezet in de uitvoering van het Coalitieakkoord Duurzaam, Sociaal, Veilig en Vitaal. De Visie aan de Gooise Kust, het Ambitiedocument Rechtmatigheidsverantwoording, de Algemene Plaatselijke Verordening, het onderhoudsplan Mariahoeve Muiden en Eikenlaan Muiderberg zijn in dit bijzondere jaar vastgesteld. En er is vanaf zolderkamers en keukentafels heel hard doorgewerkt aan de implementatie van de Omgevingswet en de Regionale Energie Strategie. Maar ook aan kansengelijkheid voor kinderen, de aanleg van sportvelden en de bouw van scholen. Om blijvend te bouwen aan en investeren in onze mooie gemeente. Juist nu, vanwege de economische en maatschappelijke onzekerheid. Natuurlijk waren er plannen die door corona geen, of slechts deels doorgang vonden. Bijvoorbeeld meer schoolzones bij scholen of het ondernemersbeleid. Andere voorbeelden vindt u in dit verslag.

Juist in dit bijzondere jaar hebben we als gemeente ook kunnen ontdekken waar we een extra meerwaarde kunnen hebben. Met het maatschappelijk ondersteuningsfonds hebben we sport, welzijn, musea en podia kunnen helpen om in te spelen op de coronamaatregelen. Hiermee hebben we een bijdrage kunnen leveren aan het instandhouden van de maatschappelijke infrastructuur. Met de uitvoering van de rijksregelingen en lokale maatregelen, zoals kwijtschelden precariobelasting en verruimen terrassen, konden we ondernemers een steuntje in de rug geven.

Juist ook over dit bijzondere jaar leggen we in deze Jaarstukken 2020 verantwoording af en geven we inzicht in de resultaten van de inzet. Daarbij spreken we grote waardering uit voor de manier waarop de medewerkers van de gemeente ervoor hebben gezorgd dat het werk door kon blijven gaan. Ook danken wij de gemeenteraad voor de samenwerking die wij, ook in dit bijzondere digitale jaar, als zeer prettig hebben ervaren. Tot slot gaat onze dank uit naar vele betrokken ondernemers, inwoners, organisaties en instellingen waar we mee samenwerken. Zonder hen worden er geen mooie resultaten neergezet. Het was een bijzonder jaar. En dat was het…

Juist in het laatste jaar van deze bestuursperiode gaan we verder op de ingeslagen weg. Tegelijkertijd staan we voor stevige uitdagingen. We denken aan het proces Duurzame balans in de begroting, waarin we bij de Perspectiefnota 2022-2025 met elkaar voor scherpe keuzes staan. Om ruimte te creëren voor de uitvoering van lokale ambities. Dat is belangrijk. We denken ook aan de opgaven in het Sociaal en Fysiek domein. En niet te vergeten aan het herstel van de coronacrisis in onze gemeente. We hopen natuurlijk dat met de komst van vaccins binnenkort een einde komt aan de pandemie. Met de veerkracht van de inwoners en ondernemers en steun van het Rijk komen we straks samen sterk uit deze crisis. Dat is en blijft het doel.

Financieel

Terug naar navigatie - Financieel

1.2 Rekeningresultaat

Ieder jaar bij de jaarrekening kijken we terug op onze financiën en beoordelen we ons financiële beleid.
In de jaarstukken 2020 leest u hoe we met onze middelen zijn omgegaan; wat we hebben bereikt, wat we daarvoor hebben gedaan en wat dat heeft gekost en wat dat betekent voor onze financiële positie.
De jaarrekening 2020 sluiten we af met een positief resultaat van € 976.000. Dit resultaat wordt veroorzaakt door een aantal grote nadelen en meerdere kleinere voordelen. Op hoofdlijnen wordt het verschil verklaard door de volgende oorzaken.

1. Pensioenen en wachtgelden
De storting in de voorziening wachtgeld en pensioenen is € 744.000 hoger dan geraamd. Dit komt voornamelijk door de opname van een nabestaandenpensioen. In 2019 is voor dit nabestaandenpensioen vanuit de overlijdensverzekering circa € 800.000 ontvangen die aan de voorziening had moeten worden toegevoegd om de kosten van het nabestaandenpensioen te dekken. Dit bedrag is in 2019 echter ten onrechte vrijgevallen en wordt nu gecorrigeerd.

2. Dotatie voorziening personele kosten
De storting in de voorziening personele kosten laat een nadeel zien van ongeveer € 414.000. Dat wordt met name veroorzaakt door UWV-verplichtingen en/of begeleidingskosten van werknemers die (verplicht) zijn vertrokken.

3. Dotatie voorziening wegen
Het huidige Beheerplan Wegen is in 2018 vastgesteld en loopt door tot en met 2027. Gelet op de staat van de wegen en noodzakelijke werkzaamheden is deze voorziening niet toereikend om alle in het beheerplan opgenomen activiteiten tot het einde van de planperiode (2027) uit te voeren en is een extra toevoeging ter hoogte van € 696.000 noodzakelijk.

4. Kosten Sociaal domein
De uitgaven voor zowel Jeugd als Wmo volgen voor Gooise Meren de landelijke trend en leiden tot een aanzienlijk nadelig effect van € 1,1 miljoen op het resultaat. De overschrijding op Jeugd (€ 284.000) wordt veroorzaakt door een toename van het aantal jongeren dat een beroep doet op de Jeugdwet. Daarnaast hebben deze jongeren steeds vaker zwaardere en duurdere vormen van hulp en ondersteuning nodig. De hogere uitgaven voor Wmo (€ 812.000) worden vooral veroorzaakt door aanzuigende werking als gevolg van de invoering van het abonnementstarief.

5. Actualisatie grondexploitatie
De grondexploitatie Bredius is geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie is de netto contante waarde minder negatief geworden. Hierdoor kan een deel van de vorig jaar getroffen verliesvoorziening vrijvallen. Dit heeft een voordelig resultaatseffect van € 507.000. Kanttekening hierbij is wel dat er nog diverse onzekerheden zijn zoals de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan en het verloop van de aanbestedingsprocedure. Omdat (positieve en negatieve) resultaten van grondexploitaties worden verrekend met de Algemene reserve grondexploitatie wordt bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat voorgesteld de vrijval van de verliesvoorziening in deze bestemmingsreserve te storten.

6. Hogere opbrengsten leges 
Er is sprake van hogere leges omgevingsvergunningen voor diverse grotere projecten ter hoogte van in totaal € 666.000..

7. Lagere lasten als gevolg van corona en doorgeschoven werkzaamheden
De coronacrisis heeft op een aantal specifieke onderwerpen zoals Doe-democratie, duurzaamheid, re-integratie, leerlingenvervoer geleid tot uitstel of verminderde inzet. Daarnaast zijn er ook voor 2020 geplande groenwerkzaamheden voor de Mariahoeve en werkzaamheden met betrekking tot opvang en beschermd wonen (lokale actielijnen) doorgeschoven naar 2021. Per saldo levert dit een voordeel op van € 828.000.

8. Doorbelasting kosten ambtelijk apparaat
Mede door in 2020 beter en strakker te sturen op salaris- en inhuurbudgetten vallen de uiteindelijke doorbelastingen van de kosten van het ambtelijk apparaat € 464.000 lager uit dan geraamd. Lagere incidentele lasten op met name het gebied van ICT leiden tot een aanvullende lagere doorbelasting van € 147.000.

9. Hogere opbrengsten algemene dekkingsmiddelen
Per saldo leveren de werkelijke ontvangsten uit het Gemeentefonds, de dividenduitkering van de BNG en extra belastinginkomsten als gevolg van opleggingen over oude jaren een voordeel op van € 389.000.

10. Budgetten gebundelde uitkeringen
Mede door een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren valt het saldo van baten en lasten BUIG hoger uit dan de raming. Dit levert per saldo een positief resultaat op van ruim € 571.000.

1.2.1 Over te hevelen budget

Een aantal andere budgetten is niet (volledig) uitgegeven. Anders gezegd: van enkele incidentele budgetten, waar in 2020 gemaakte afspraken aan ten grondslag liggen, zijn/worden de werkzaamheden, deels door de coronacrisis, later dan verwacht gestart en voortgezet in 2021. De financiële verplichtingen en dekking, die in 2020 zijn aangegaan, moeten hiertoe worden overgeheveld naar het boekjaar 2021. Dit betreft in totaal een bedrag van € 1,6 miljoen. Voorbeelden hiervan zijn projecten binnen Bescherming en Opvang, 1e en 2e tranche Maatschappelijk ondersteuningsfonds,  Energietransitie en groenwerkzaamheden die gekoppeld zijn aan de projecten Mariahoeve Muiden en Eikenlaan Muiderberg. U vindt hierover meer informatie bij de betreffende programma’s. In het raadsvoorstel Jaarstukken 2020 doen wij voorstellen voor de verwerking van het rekeningresultaat en welke bestemmingen wij aan deze middelen willen geven.

1.2.2 Ontwikkeling financiële positie

Weerstandsvermogen

De algemene reserve en bestemmingsreserves hebben als doel om specifiek gemeentelijk beleid te bekostigen en dienen als buffer om eventuele onverwachte tegenvallers op te vangen. Hierdoor wordt voorkomen dat bij tegenvallers direct moet worden bezuinigd of de belastingen moeten worden verhoogd.
Gedurende 2020 is het eigen vermogen van de gemeente gedaald van € 53 miljoen naar € 49 miljoen. Hierbij is het resultaat van deze jaarrekening meegenomen (€ 976.000 voordeel). De daling houdt met name verband met de inzet van reserves voor projecten en de omzetting van de reserve Onderhoud Zandzee naar de onderhoudsvoorziening. Ondanks de daling bezit Gooise Meren een stevige buffer om tegenvallers op te vangen. Wel zien we hierbij een enigszins neerwaartse trend omdat we jaarlijks meer onttrekken dan toevoegen aan de algemene reserve. Ook de crisis met betrekking tot het coronavirus heeft op deze buffer een negatieve invloed.
De financiële kengetallen, zoals opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen, onderstrepen de huidige robuuste financiële situatie waarin Gooise Meren zich bevindt. De schuldenlast, structurele exploitatieruimte en het grondexploitatierisico van Gooise Meren scoren ten opzichte van de normen zeer goed. De solvabiliteit is iets verlaagd ten opzichte van 2019 en blijft een aandachtspunt. De belastingdruk ligt iets boven het landelijk gemiddelde. Dit moet in verhouding worden gezien met het ruime aanbod van voorzieningen in Gooise Meren. De provincie Noord-Holland heeft mede op basis hiervan besloten dat het lichtste (repressieve) toezichtregime voor Gooise Meren dit jaar voldoet.

Meerjarenperspectief

De huidige meerjarenbegroting 2021-2024 laat weliswaar nog een afnemend structureel positief exploitatiesaldo zien, maar dat structurele saldo komt wel steeds meer onder druk te staan, gelet op bovenstaande analyse. Diverse structurele lasten, zoals de kosten binnen het sociaal domein en de verwachte extra kosten na actualisatie van de beheerplannen, kunnen niet gedekt worden vanuit bestaande reserves en zullen derhalve vragen om structurele oplossingen, Hierop komen we in de Perspectiefnota 2022-2025 bij u terug.

 

1.2.3 Investeringen

Investeringen lopen vaak meerdere jaren. Gedurende het jaar wordt de (financiële) voortgang van de investeringen gemonitord en hierover wordt via de planning- en control cyclus gerapporteerd. In de jaarstukken geven we aan welke investeringen in 2020 zijn afgesloten, wat de (financiële) stand van zaken is per 31 december en lichten we eventuele overschrijdingen van kredieten toe. Op basis van de analyse van de stand van zaken worden in het eerste Voortgangsverslag van het nieuwe begrotingsjaar eventuele noodzakelijke bijstellingen van investeringskredieten voorgesteld. Datzelfde gebeurt bij het tweede Voortgangsverslag. In de Perspectiefnota en de begroting worden eventuele nieuwe investeringen voorgesteld, maar wordt ook de totale investeringsplanning beoordeeld op haalbaarheid.

Investeringen in de jaarstukken kunnen vanuit verschillende invalshoeken worden geanalyseerd:
1. Zo kan er gekeken worden naar de totale uitputting van de gevoteerde kredieten: van de totale gevoteerde investeringen ca. € 70,5 mln. is ultimo 2020 59% uitgegeven. Omdat investeringen vaak over meerdere jaren heenlopen zegt de uitputting per jaareinde echter niet alles over de voortgang.
2. Daarnaast kan gekeken worden naar de lopende- en voorgenomen investeringen waar op 31 december nog geen uitgaven voor zijn gedaan. (Voorgenomen investeringen zijn investeringen waar de raad nog een apart raadsvoorstel voor moet ontvangen, maar waarvan de kapitaallasten al wel zijn verwerkt in de begroting). Over 2020 gaat het bij de lopende investeringen om een bedrag van ca. € 5,9 mln. en bij de voorgenomen investeringen om een bedrag van ca. € 1,6 mln. De redenen voor het doorschuiven van investering liggen deels in corona, maar ook deels in onvoldoende ambtelijke capaciteit of in vertraging door aanbestedingsprocedures. Daarbij moet wel gerealiseerd worden dat met het doorschuiven van investeringen ook een beslag gelegd wordt op de ambtelijke uitvoeringscapaciteit. Het is mede daarom van belang om regelmatig de investeringsplanning te actualiseren. Daarbij moet er een gezonde balans zijn tussen het ambitieniveau en het realiteitsgehalte.
3. Tot slot leggen investeringen een beslag op liquiditeiten; investeren kost nu eenmaal geld; de gemeente moet extra geld aantrekken om investeringen te bekostigen. Als uiteindelijk (veel) minder wordt geïnvesteerd dan is voorgenomen dan heeft dat uiteindelijk een gunstig effect op de financiële kengetallen. Voor 2020 betekent dit dat de netto schuldquote bijna 32% lager is dan geraamd. De solvabilteitsratio is 5% hoger dan geraamd. Ons streven is om het verschil tussen de kengetallen in de begroting en de jaarrekening zo klein mogelijk te houden.

1.5 Leeswijzer

Terug naar navigatie - 1.5 Leeswijzer

1.5.1 Uitgangspunten

In het kader van de voorbereiding van de fusie zijn richtlijnen ontwikkeld voor de producten uit de planning en control cyclus inclusief de jaarstukken. Deze richtlijnen worden sindsdien gehanteerd. De indeling en inhoud van de Jaarstukken 2020 zijn dan ook gelijk aan die van de Programmabegroting 2020-2023. In deze jaarstukken herkent u dan ook de opzet van de programmabegroting. Daar waar het bij de begroting draait om vragen als: wat willen we bereiken, wat gaan we ervoor doen en wat mag het kosten, zoemen de jaarstukken in op: wat hebben we bereikt, wat is daarvoor gedaan en wat heeft het gekost?
De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de jaarstukken. U vindt hier informatie over lokale heffingen, het weerstandsvermogen en de risicobeheersing, onderhoud van kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en het grondbeleid.

COVID-19 paragraaf
Gemeenten hebben van Binnenlandse Zaken het advies gekregen een speciale coronaparagraaf in de jaarstukken op te laten nemen. Op die manier kunnen inwoners, ondernemers en raadsleden in één oogopslag zien welke gevolgen COVID-19 op hun begroting heeft gehad en welke maatregelen er zijn genomen. Dit advies volgen wij graag op. In een speciale paragraaf gaan we nader in om de maatschappelijke- en financiële effecten van de coronacrisis voor Gooise Meren.

1.5.2 Beleidsindicatoren
In de programma’s vindt u beleidsindicatoren, die vanuit de regelgeving verplicht zijn. Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn gemeenten gehouden om in de programma’s in de begroting (artikel 8 BBV) en in de programmaverantwoording in het jaarverslag (artikel 25 BBV) de beoogde en gerealiseerde maatschappelijke effecten van de verschillende programma’s toe te lichten volgens zogenoemde beleidsindicatoren. Bij ministeriële regeling is daartoe een uniforme lijst van beleidsindicatoren vastgesteld. Daarbij is ook voorgeschreven welke bron gemeenten voor de verantwoording moeten gebruiken. Op de website Waarstaatjegemeente.nl kan iedereen deze indicatoren en andere gegevens van de gemeente vergelijken met andere gemeenten in Nederland.

1.5.3 Toelichting op verschillen
In deze jaarstukken proberen wij zo goed mogelijk toe te lichten waarom er afwijkingen zijn tussen de voorgenomen plannen uit de begroting en wat er daadwerkelijk gerealiseerd is. Ook de financiële over- en onderschrijdingen worden verklaard. Er zijn nog enkele situaties waar ogenschijnlijke onder- en overschrijdingen verklaard worden door ‘technische redenen’. In deze gevallen zijn het budget en de kosten niet op dezelfde post terecht gekomen. Als kosten op een andere plek in de begroting geboekt staan, geeft dat het beeld van een overschrijding terwijl op de plek van het budget een onderschrijding te zien is. Deze vertekening speelt specifiek bij het toerekenen van de salarislasten aan de diverse programma’s in de begroting. Dit komt door de gewijzigde BBV-regeling over het toerekenen van salarislasten aan de diverse programma’s.