7. Programma Zorg en Welzijn, Onderwijs en Jeugd

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?
Meedoen aan het maatschappelijke leven, betekenisvolle contacten en zinvol bezig zijn dragen bij aan een positief effect op hoe, of in welke mate, de gezondheid wordt ervaren en op het ervaren welzijn van onze inwoners.  En daarmee aan een gezonde en vitale samenleving waarin iedereen talenten kan ontwikkelen, waar kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien, waar inwoners in verbinding staan met elkaar en mee kunnen doen aan het ‘gewone’ leven. Om dit mogelijk te maken hebben wij geïnvesteerd in een stevige sociale basis en vangnet voor diegene die het zelf (niet meer) redden. We boden vormen van bescherming en opvang voor de meest kwetsbaren als (ook) maatwerk onvoldoende bleek. Onze voorzieningen op het vlak van bescherming en opvang droegen er aan bij dat de meest kwetsbare inwoners een passende beschermde situatie werd geboden die hen tevens de handvatten bood om maatschappelijk zoveel mogelijk (weer) mee te doen.
 
Met een sterke sociale basis hebben we kwetsbare bewoners eerder ondersteund en versterkt, en daarmee voorkomen dat problemen verergerden of zwaardere maatwerkvoorzieningen nodig waren. Het bevorderen van ''positieve gezondheid'' was het kompas voor de integrale manier waarop we hieraan werkten. We stelden  niet de beperking of ziekte centraal, maar gingen uit van het doel van een betekenisvol leven. De  nadruk lag daarbij op de veerkracht, eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens zelf en niet op de beperkingen of ziekte zelf. We hebben inwoners zoveel mogelijk in staat gesteld om zich tijdens elke fase van het leven te ontwikkelen of aan te passen aan de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. We bevorderden gezondheid en veerkracht door aan te sluiten bij wat mensen zelf belangrijk en prettig vonden. We zochten daarbij naar een nieuw evenwicht tussen vrij toegankelijke, collectieve voorzieningen en maatwerkvoorzieningen.  De uitdaging lag in het zoeken naar een goede onderlinge aansluiting. En waar de accenten moesten liggen bij preventie en vroegsignalering, en welke algemene voorzieningen versterkt moesten worden.
Maatwerk boden we als gespecialiseerde ondersteuning nodig was.  Ook na 2019 zullen we steeds naar nieuwe collectieve oplossingen in de wijk zoeken en blijven we werken aan de noodzakelijke ontschotting van budgetten om integrale ondersteuning mogelijk te maken. We continueren daarmee de ingezette koers en we bouwen zo verder aan de basis die in de afgelopen jaren is neergezet.

7.1 Integraliteit Sociaal domein

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De visie in het strategisch Beleidsplan sociaal domein vormde het kader waarbinnen op tactisch en operationeel niveau integraal is gewerkt.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?

7.1.1 Beleidsontwikkeling

Terug naar navigatie - 7.1.1 Beleidsontwikkeling

De visie in het strategisch beleidsplan Sociaal domein is dat iedereen mee moet kunnen doen. Het strategisch kader en de beleidstheorie geven hier nog steeds richting aan.  We zijn in 2019 met een actualisatie van het beleidsplan gestart. Deze wordt in het tweede kwartaal van 2020  ter besluitvorming aangeboden, aangevuld met een evaluatie van de speerpunten uit de subnota's.  Op tactisch en operationeel niveau zien we dat op een aantal onderdelen actualisatie van beleid nodig is . Dit betreft in elk geval gezondheidsbeleid en jeugd- en onderwijsbeleid. 

7.1.2 Innovatie

Terug naar navigatie - 7.1.2 Innovatie

We bouwen verder aan een stevige sociale basis in het sociaal domein om op langere termijn de ondersteuning te kunnen blijven verlenen die nodig is én om als gemeente financieel gezond te blijven. Daarvoor is met ingang van 2019 een Innovatiebudget Sociaal Domein beschikbaar. Hiermee stimuleren we nieuwe uitvoeringspraktijken die inzetten op eigen kracht van inwoners en ondersteuning van buurten en wijken.  In 2019 hebben wij een toetsingskader vastgesteld voor financiering van projecten uit het Innovatiebudget. De projecten dragen bij aan het versterken van de eigen kracht en zelfoplossend vermogen van inwoners, waardoor minder noodzaak ontstaat voor het doen van een beroep op specialistische voorzieningen.

In 2019 zijn de volgende innovatieprojecten opgestart:

- Outreachend jongerenconsulent:  in 2019 is een outreachend werkende jongerenconsulent aangesteld voor de komende drie jaar. De jongerenconsulent is toegevoegd aan het team Maatschappelijke Zorg en staat onder andere in verbinding met de ketenpartners van onderwijs en welzijn en de wijkagenten, waardoor hij preventief kan optreden door met de jongeren en zijn netwerk contact te maken.

- In het kader van onze lokale aanpak van eenzaamheid zijn we in de Keverdijk gestart met de pilot Vitale Wijken.  In dit experiment leren we hoe we relaties (tegen eenzaamheid) in buurtgemeenschappen kunnen bevorderen en versterken. Dit doen we door aan te sluiten bij wat er is, nieuwe gemeenschapskracht  aan te boren en ruimte te geven aan wat daaruit ontstaat.  De focus ligt op het bevorderen van wederkerigheid en duurzame relaties binnen de buurtgemeenschappen. In paragraaf 7.2.1. vertellen we meer over deze pilot. 

- Dierenbuddy's: de Dierenbescherming zet een groepje van vrijwilligers (dierenbuddy's) uit de buurt of de wijk in om kwetsbare huisdiereigenaren te helpen bij de verzorging van hun huisdier. Hiermee wordt voorkomen dat het dier lijdt of dat er gedwongen afstand moet worden gedaan van het huisdier. De dierenbuddy's helpen ook om eenzaamheid te bestrijden en de cohesie in de wijk te versterken. Met deze vorm van vrijwilligerswerk wordt een nieuwe groep mensen geactiveerd.

- Steunouders voor kwetsbare gezinnen:  deze pilot is in 2019 voortvarend van start gegaan (er waren al vrij snel ouders die bereid waren om één of meer dagdelen in de week een kind uit een kwetsbaar gezin op te vangen), maar blijkbaar paste dit aanbod niet bij de behoefte van de vraagouders; er zijn geen 'matches' tot stand gekomen.   De pilot wordt in 2020 niet gecontinueerd.  In samenspraak met Versa is geconstateerd dat deze voorziening te veel capaciteit kost ten opzichte van de opbrengst.   Tevens is het lastig om "steunouders" enthousiast te houden, als er geen match tot stand komt. 

7.2 Sterke Sociale Basis

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

We hebben gestuurd op tijdige laagdrempelige hulp in de sociale basis zodat zwaardere individuele voorzieningen minder ingezet hoefden te worden.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?

7.2.1 Preventie en Vroeg-signalering

Terug naar navigatie - 7.2.1 Preventie en Vroeg-signalering

Jeugd en Gezin is in 2019 beter bereikbaar en zichtbaarder geworden o.a. door publicaties op social mediakanalen. De jeugdverpleegkundigen van Jeugd en Gezin zijn voortaan het vaste aanspreekpunt van ouders. Via het digitaal klantportaal kunnen ouders afspraken maken, groeicurves van hun kind inzien en de vaccinatie-momenten volgen.  Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen zijn anders gepositioneerd. Hierdoor hebben jeugdartsen meer tijd beschikbaar voor complexe of zwaardere situaties. De samenwerking tussen de ketenpartners is verbeterd, waardoor doorverwijzing, op- en afschaling van zorg sneller gaat. 

Voor de aanpak van eenzaamheid hebben we ons in het afgelopen jaar aangesloten bij de landelijk coalitie ‘Een tegen Eenzaamheid’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Om invulling te geven aan de aanpak van eenzaamheid hebben we in 2019 een start gemaakt met de notitie ’Verbonden Buurten'.  We beschrijven daarin de lokale aanpak van eenzaamheid op hoofdlijnen. Deze notitie ronden we in het tweede kwartaal van 2020 af. Kern van onze aanpak is dat we inzetten op het versterken van de sociale netwerken in buurtgemeenschappen. We sluiten daarvoor aan bij de unieke kenmerken en context van buurten en wijken. In 2019 hebben we deze aanpak in een eerste experiment in de pilot "Vitale Wijken" in de Keverdijk verkend. Daarin hebben we geëxperimenteerd met data gedreven werken voor het vinden van aangrijppunten om nieuwe krachten in de buurt aan te boren en buurtgemeenschappen te versterken. De pilot biedt handvatten om nieuwe sociale verbindingen te ondersteunen, te versterken en te verduurzamen. In 2020 krijgt deze methodiek een vervolg met de wijkontwikkelplannen, die we samen met de wijkbewoners gaan ontwikkelen. Verder werken we vanuit het inclusieprogramma "iedereen doet mee" aan het vormen van een lokale coalitie tegen eenzaamheid. In 2019 zijn daarvoor de eerste oriënterende gesprekken gevoerd. Dit wordt in 2020 verder opgepakt en moet leiden tot een breed gedragen coalitie en een lokale agenda voor de aanpak van eenzaamheid. Ook hebben we op bestuurlijk niveau regionale samenwerking geïnitieerd om te komen tot een regionale coalitie tegen eenzaamheid. Doel is het uitwisselen van kennis en ervaringen tussen regiogemeenten en kernpartners en samenwerking bij het bevorderen van bewustwording rondom eenzaamheid.

7.2.2 Laagdrempelige voorzieningen

Terug naar navigatie - 7.2.2 Laagdrempelige voorzieningen

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Niet alle inwoners zijn bekend met het aanbod van formele onafhankelijke cliëntondersteuning in Gooise Meren van stichting MEE.  Daarom hebben we geïnvesteerd in de bekendheid van cliëntondersteuning bij inwoners en professionals bijvoorbeeld tijdens de seniorenmarkt en in een nieuwe folder op over onafhankelijke cliëntondersteuning gemaakt. De folder ligt op diverse strategische plekken in de gemeente. MEE bereikt steeds meer inwoners. De ondersteuning betrof informatie, onafhankelijk advies en algemene ondersteuning, met als doel het versterken van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Hier valt ook de ondersteuning aan mantelzorgers onder. MEE werkt samen met andere partijen zoals de wijkcoaches, Versa Welzijn, Boogh, Sherpa en de consulenten van de gemeente.

De voorbereidingen voor het ontwikkelen van een sociale kaart zijn gestart. Met deze kaart kunnen inwoners en professionals in de toekomst makkelijk achterhalen welke organisaties welke voorzieningen en diensten leveren. 

Nieuwkomers

De 'oude' 3 sleutelpersonen zijn uitgestroomd naar een betaalde baan. In 2019 zijn nieuwe sleutelpersonen uit de doelgroep,  via  Versa Welzijn, opgeleid door de VNG. De rol van sleutelpersonen is om statushouders wegwijs te maken in de Nederlandse samenleving. De sleutelpersonen doen ook mee met een pilot van de VU-Amsterdam en i-psy (interculturele psychiatrie). In deze pilot worden sleutelpersonen getraind in het voeren van gesprekken met licht getraumatiseerde Syriërs.

Daarnaast zijn er ook groepsvoorlichtingen gegeven over mondhygiëne, ziektekostenverzekeringen, bijzondere bijstand,  het maken van een CV en solliciteren. Een grote groep statushoudersvrouwen uit Naarden is in 2019 gestart met zwemlessen, gesponsord door derden in samenwerking met de Zandzee. In samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis en de sleutelpersonen van Versa Welzijn hebben 25 statushoudersvrouwen een AED-training gevolgd en allemaal hun AED-certificaat gehaald.

Ontmoetingsplekken

We willen dat er voldoende plekken zijn waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Het buurthuis is een ontmoetingsplek die verbindt en deel uitmaakt van de identiteit van de buurt. We ondersteunen daarom initiatieven voor het realiseren van buurtkamers in o.a. Muiderberg en Muiden (Maria Hoeve). We faciliteren de samenwerking in het nieuwe multifunctioneel centrum Keverdijk in Naarden.

7.2.3 Mantelzorgondersteuning

Terug naar navigatie - 7.2.3 Mantelzorgondersteuning

In 2019 zijn we gestart met het opstellen van een Actieplan Mantelzorgondersteuning met als doel overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. Als input voor het actieplan hebben we interviews gehouden met ervaringsdeskundige mantelzorgers, professionals en verschillende organisaties.  In het concept actieplan is daarom als een van de speerpunten opgenomen dat er met name aandacht besteed moet worden aan communicatie rondom mantelzorg(ondersteuning).  Dat wil zeggen dat mantelzorgers bewust moeten worden van het feit dat ze mantelzorger zijn, dat ze weten waar de ondersteuning te vinden is en om te inventariseren of er behoefte is aan andere vormen van ondersteuning dan de huidige. Een tweede belangrijke aspect waaraan  in het concept actieplan aandacht wordt besteed, is het verbinden van formele en informele zorg om te komen tot goede combinaties van zorg en ondersteuning op maat.  Het plan zal medio 2020 gereed zijn.

In oktober 2019 is de kick-off geweest van de 'proeftuin klantreis mantelzorg' ( gezamenlijk met Hilversum). Doel van deze proeftuin is mantelzorgers te ondersteunen vanaf het moment van de diagnose van de zorgvrager en het identificatiemoment van de mantelzorger om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen. Om deze pilot te kunnen uitvoeren zijn er een aantal zogenaamde 'meedenkers' nodig. Bij voorkeur is de meedenker bekend met lokale zorgpartijen en (sociale) initiatieven. Voor de gemeente Gooise Meren hebben we twee professionals gevonden die de rol van meedenker willen vervullen. De pilot is gestart met zorgvragers die niet aangeboren hersenletsel hebben en hun mantelzorgers.  

 

 

 

7.2.4 Gezondheid

Terug naar navigatie - 7.2.4 Gezondheid
Het programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) is verder voortgezet. Dit wordt samen met onze sportcoaches uitgevoerd. Het doel is een gezonde leefstijl voor kinderen en jongeren makkelijk en aantrekkelijk te maken. Wij focussen ons op de omgeving van het kind. Op wat thuis de norm is als het gaat om eten, drinken en een gezonde leefstijl, of ze genoeg bewegen, slapen, wat ze zien in de media en of er iets gezonds te vinden is in de lokale sportkantine.
In 2019 lag de focus op het in gesprek gaan met scholen en sportverenigingen om deze maatregelen mogelijk te maken. Diverse scholen en sportverenigingen hebben  gekozen om gezonder beleid te gaan voeren. Voorbeelden hiervan zijn de gezonde sportkantine of de gezonde school.
 
Samen met betrokken partners is ingezet op een rookvrije kind-omgeving, zoals schoolpleinen, kinderopvang en sportvelden. Op eigen initiatief van sportverenigingen en schoolbesturen zijn een groot aantal terreinen rookvrij geworden. Dit heeft tot gevolg dat de VO scholen geheel of gedeeltelijk rookvrij zijn geworden en 3 scholen in het basisonderwijs zijn gedeeltelijk en 19 geheel rookvrij.  Van de kinderopvanglocaties is ongeveer 75% rookvrij en 20 sportclubs en parken zijn rookvrij. Ook de kinderboerderij is rookvrij. Op verzoek van inwoners heeft de gemeente (in samenwerking met de GGD) borden 'rookvrije generatie' geplaatst bij een aantal speeltuinen.
 
Op het gebied van voorlichting is de campagne NIX18 voortgezet. Om het jaar wordt een mysteryshop onderzoek gedaan, niet in 2019.  Om het onderzoek in 2020 voor te bereiden is een jeugdkaartonderzoek gedaan. Dit onderzoek is gedaan om te achterhalen waar jongeren hun alcohol kopen  (hotspots).
Uit gesprekken met met name sportverenigingen is de campagne 'Hier fix je NIX' voortgekomen. Het blijkt belangrijk om alcoholverstrekkers te ondersteunen in het weigeren van alcohol aan jongeren of via wederverstrekking aan jongeren onder de 18.
 
De groep 55-75 jarigen in de regio Gooi en Vechtstreek gebruikt vaker en overmatig alcohol. Er is een start gemaakt met het in kaart brengen van de omvang van dit probleem.  Uit onderzoek bleek dat bijna een derde van deze leeftijdsgroep overmatig drinker is. Juist op deze leeftijd is het drinken van veel alcohol extra schadelijk. Dit kan leiden tot hogere bloedspiegels, lagere tolerantie en snellere intoxicatie.  
 

7.2.5 Onderwijskansenbeleid

Terug naar navigatie - 7.2.5 Onderwijskansenbeleid

Een succesvolle schoolloopbaan
In 2019 zijn we gestart met de voorbereidingen voor het nieuwe onderwijskansenbeleid (voorheen: onderwijsachterstandenbeleid). Binnen dit beleid wordt rekening gehouden met de teruglopende rijksmiddelen. Ook is er een regeling voor kinderopvang voor peuters van ouders zonder kinderopvangtoeslag, voor minima en voor doelgroeppeuters voor vroeg- en voorschoolse educatie. 

Leerlingenvervoer

Het leerlingenvervoer is een wettelijke taak van de gemeente. Het vervoer stelt leerlingen in staat passend onderwijs te volgen, hetzij tijdelijk in een schakelklas, hetzij op het Speciaal (Voortgezet) Onderwijs. In april 2019 is een nieuwe Verordening leerlingenvervoer vastgesteld. De belangrijkste wijziging is dat de mogelijkheid voor het heffen van een eigen bijdrage voor vervoer van leerlingen naar het Speciaal Basisonderwijs is afgeschaft. De vastgestelde beleidsregels geven meer duidelijkheid aan inwoners over de wijze van uitvoering en de wijze van berekening van vergoedingen in geval van eigen vervoer. De aanbesteding van het vervoer is regionaal belegd. In de regio Gooi- en Vechtstreek  is het proces om te komen tot  besluitvorming over voortaan inbesteden van doelgroepenvervoer ingezet. Onder doelgroepenvervoer wordt verstaan leerlingenvervoer, Wmo-taxi voor sociaal-recreatief vervoer, vervoer naar jeugdhulp e.d. Het doel is efficiëntere uitvoering en daarmee meer kwaliteit van doelgroepenvervoer, ten gunste van de dienstverlening aan onze kwetsbare inwoners.

 

7.2.6 Onderwijshuisvesting

Terug naar navigatie - 7.2.6 Onderwijshuisvesting

In 2019 zijn de Vondelschool, de Juliana Daltonschool, SBO de Indon en de Tweemaster gestart met de voorbereiding van hun renovatie en/of nieuwbouwplannen, conform het Integraal Huisvestingsplan (IHP). 

Er is een second opinion opgesteld naar alternatieve scenario's voor tijdelijke huisvesting ten behoeve van de scholen, omdat de gemeenteraad vragen heeft gesteld over onder meer noodzaak en hoogte van de reservering voor tijdelijke huisvesting en mogelijke alternatieven. Een externe partij is verzocht het IHP te analyseren en onderzoek te doen naar alternatieve huisvestingsscenario’s (permanent en tijdelijk) voor de scholen.

De Bussumse Montessorischool is gestart met de uitvoering van fase 1 van hun renovatie. De school is tijdelijk gehuisvest in het semipermanente schoolgebouw aan de Amersfoortsestraatweg 12a. 

We zijn gestart met de engineeringsfase (uitwerken van het ontwerp naar uitvoeringstekeningen) van het Kindcentrum Muiderkring (De Krijgsman) in Muiden.  

7.3 Maatwerk bieden

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wanneer algemene voorzieningen in het voorveld niet volstonden, is specialistisch maatwerk op indicatie ingezet, passend bij de hulpvraag van onze inwoners.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?

7.3.1 Toegang

Terug naar navigatie - 7.3.1 Toegang

De toegang is er voor alle inwoners van Gooise Meren. We willen dat inwoners passende ondersteuning krijgen voor hun hulpvraag op het gebied van zorg, jeugdhulp en werk en inkomen. We onderzoeken de situatie van de inwoner met een ondersteuningsvraag, helpen met de verwijzing naar de juiste instantie en houden daarbij rekening met de privacy. Samenwerking met het voorveld, zoals de wijkcoaches, maatschappelijk werk of Jeugd en Gezin, is hierbij belangrijk voor de inwoner. De inwoner met een hulpvraag wijzen we op de mogelijkheid van de gratis inzet van onafhankelijke cliëntondersteuning van bijvoorbeeld Stichting MEE bij het gesprek met de gemeente. MEE levert informatie, onafhankelijk integraal advies en algemene ondersteuning aan inwoners, op vele terreinen en in alle levensfasen, met het oog op zelfredzaamheid en participatie. Vanuit dat oogpunt helpt MEE inwoners ook bij sociale netwerkversterking.

Jeugd

De toegang tot jeugdhulp verloopt niet alleen via de gemeente, maar ook via de huisarts. We zien dat huisartsen niet altijd voldoende zijn toegerust om jeugdproblematiek te beoordelen en zetten daarom in op ondersteuning van huisartsen op dit gebied. De huisartsen zijn in 2019 ondersteund via het Consultatie- en Adviesteam; in dit team zit onder anderen een jeugdarts en een gedragsdeskundige met deskundigheid op het gebied van jeugd-ggz.  We blijven de wachttijden en wachtlijsten monitoren. Regionaal is er een werkgroep wachtlijstproblematiek ingesteld, waarin jeugdaanbieders, huisartsen en gemeenten zitting hebben. Doel is het gezamenlijk oplossingen ontwikkelen voor het beperken van wachttijden in de jeugdhulp. Op het moment dat op individueel casusniveau wachttijden onacceptabel zijn, wordt overbruggingshulp ingezet. 

Wmo

We  hebben ervoor gezorgd dat passende ondersteuning snel is ingezet. Wachttijden hebben we zoveel mogelijk voorkomen. Zo hebben we geanticipeerd op de toename van complexe Wmo-problematiek als gevolg van het langer thuiswonen, door rekening te houden met de extra tijd die het onderzoek in deze gevallen kost en door de capaciteit in de Taakgroep Wmo uit te breiden met 1 fte.

7.3.2 Aanbod / inkoop

Terug naar navigatie - 7.3.2 Aanbod / inkoop

De ingekochte individuele voorzieningen jeugdhulp zijn als maatwerkvoorzieningen verstrekt aan jeugdigen en hun ouders als zij deze hulp nodig bleken te hebben. Het is gebleken dat er meer vraag is naar jeugdhulp, zoals jeugd-ggz. Dit blijft een aandachtspunt in het sociaal domein. Ook preventie en demedicalisering blijven inzet van beleid. Dat laatste geldt ook voor volwassenen. 

Ingekocht maatwerk zoals individuele begeleiding, dagbesteding  en vervoer van volwassenen, zijn ingezet wanneer oplossingen in het voorveld niet of onvoldoende waren. Doordat ouderen langer thuis blijven wonen zien we een groei in het beroep op huishoudelijke hulp, versterkt door de aanzuigende werking van het lage abonnementstarief. 

7.4 Bescherming en opvang

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?

7.4.1 Bescherming en opvang voorzieningen

Terug naar navigatie - 7.4.1 Bescherming en opvang voorzieningen
De meest kwetsbaren in de samenleving krijgen de bescherming, hulp, ondersteuning en opvang die zij nodig hebben om niet maatschappelijk uit te vallen en/of weer mee te kunnen doen aan de samenleving.
 
Om dit realiseren heeft de gemeente in samenwerking met de regiogemeenten uitvoering gegeven aan het beleidsplan Bescherming en Opvang 2017-2020. Hierin is de aanpak personen met verward gedrag en de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis naar een Zorg- en Veiligheidshuis geïntegreerd. Daarmee worden ook doelen uit programma 2 ‘Veiligheid’ gerealiseerd. Regionaal zijn onder meer de volgende resultaten bereikt: begeleiding thuis voor cliënten en naasten is 24/7 beschikbaar, een pilot met scheiden van wonen en zorg bij beschermd wonen is uitgevoerd, het regionale beleid huisvesting maatschappelijke doelgroepen is geïmplementeerd, er zijn afspraken gemaakt over de samenwerking van verschillende crisisdiensten en een pilot met passend vervoer voor mensen met verward gedrag is succesvol uitgevoerd. 
 
Het team Maatschappelijk Zorg van de gemeentelijke uitvoeringsdienst heeft een succesvolle aanpak bij complexe problematiek ontwikkeld. De samenwerking met Openbare Orde en Veiligheid is in dit team geïntegreerd. Ook is een outreachend werkende jongerenconsulent aan het team toegevoegd.
 
Aansluitend is een regionale multidisciplinair casusgerichte aanpak bij het Zorg en Veiligheidshuis ingevoerd voor acute en structurele casussen waarbij met een lokale aanpak geen doorbraak is gerealiseerd. Het gaat dan o.a. om multi-probleem situaties van zorgwekkende zorgmijders en/of personen met verward gedrag. Daarnaast is een pilot gestart met een multidisciplinaire casus gerichte aanpak (MDA++) bij acuut en structureel huiselijk geweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling en seksueel geweld.
 
Binnen Gooise Meren is een pilot uitgevoerd met intensief maatschappelijk werk en een pilot met het verstrekken van briefadressen in combinatie met praktische hulp voor thuislozen. Beiden waren succesvol en zijn structureel geïmplementeerd. 
Het GGZ netwerk van professionals, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen in Gooise Meren is uitgebreid en dat heeft geleid tot nieuwe laagdrempelige activiteiten voor de doelgroep GGZ. Ook zijn hersteltrainingen voor mensen met een GGZ en/of verslavingsachtergrond beschikbaar in welzijnslocaties.
 

7.4.2 Huiselijk geweld en kindermishandeling

Terug naar navigatie - 7.4.2 Huiselijk geweld en kindermishandeling

Huiselijk geweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling en seksueel geweld

In 2019 hebben wij het Actieprogramma Gooi en Vechtstreek 2019-2021 'Geweld Hoort Nergens Thuis' ontwikkeld, samen met de regiogemeenten, de maatschappelijke ketenpartners, met het Zorg en Veiligheidshuis en met Veilig Thuis. Doel van het Actieprogramma is geweld terug te dringen, de schade ervan te beperken en zo de cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, te doorbreken. De ambitie is geweld eerder en beter in beeld te hebben en duurzaam te stoppen. Duurzaam oplossen van dit geweld vergt een lange adem. Om het verschil te maken, zetten we de komende jaren concrete stappen op basis van dit Actieprogramma. Zie ook RM1658670.

Door de invoering van de aangescherpte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de radarfunctie zijn in 2019 bij Veilig Thuis meer meldingen van geweld binnen gekomen. De formatie bij Veilig Thuis is daarom uitgebreid. De medewerkers van de gemeente zijn door de vertrouwensarts van Veilig Thuis getraind in de uitvoering van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Zodat de medewerkers signalen van geweld beter kunnen herkennen. En weten hoe te handelen volgens de meldcode om het geweld te laten stoppen. Er zijn bij de Uitvoeringsdienst Sociaal Domein twee meldcode-functionarissen aangesteld.

Daarnaast hebben we deelgenomen aan de bewustwordingscampagne 'Orange the World' over geweld tegen vrouwen. En aan de publiekscampagne 'Open je ogen' tegen mensenhandel.

Geweld in de huiselijke situatie kan op den duur leiden tot een uithuisplaatsing. Door de uitvoering van het project 'Verblijf' willen we uithuisplaatsing van jeugdigen voorkomen. Het project 'Verblijf' is uitgevoerd. Resultaat van dit project is een door de regiogemeenten gedeelde visie 'Zo thuis mogelijk opgroeien'. Dit betekent onder andere ontwikkelen van 24-uurs ambulante voorzieningen als alternatief voor verblijf. 

 

 

7.4.3 Maatschappelijke uitval jongeren voorkomen

Terug naar navigatie - 7.4.3 Maatschappelijke uitval jongeren voorkomen

We willen de maatschappelijke uitval (door dakloosheid, criminaliteit, verslaving en het niet behalen van een startkwalificatie) van kwetsbare jongeren voorkomen. We ontwikkelen een integrale aanpak voor hulp en ondersteuning voor 16-27 jarigen. We hebben in 2019 een outreachend werkende jongerenconsulent aangesteld, bekostigd vanuit het Innovatiebudget Sociaal Domein. Dit budget biedt ruimte voor de komende drie jaar. Deze jongerenconsulent werkt vanuit het team Maatschappelijke Zorg en staat in verbinding met de ketenpartners onderwijs en welzijn, waardoor hij preventief kan optreden.  Om maatschappelijke uitval te voorkomen zetten we op casusniveau Plan 18 in voor de overgang van 18- naar 18+. Met Plan 18 komt goed in beeld wat er nog georganiseerd moet worden in de overgang naar volwassenheid.

7.5 Dierenwelzijn

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan?

7.5.1 Dierenwelzijn

Terug naar navigatie - 7.5.1 Dierenwelzijn

Gemeenten zijn vanuit de wet verantwoordelijk voor het dierenwelzijn binnen hun gemeentegrenzen. De gemeente Gooise Meren wil het dierenwelzijn bevorderen. De gemeente heeft in 2019 voor het eerst beleid vastgesteld op het gebied van dierenwelzijn. De beleidsnotitie geeft aan hoe de komende periode uitvoering wordt gegeven aan de wettelijke taken en de regisserende rol van de gemeente op het gebied van zorg en bescherming van dieren. Om de ambities op het vlak van dierenwelzijn te verwezenlijken, is nadrukkelijke samenwerking nodig met samenwerkingspartners, zoals Goois Natuur Reservaat, de Dierenbescherming en plaagdierenbestrijders. Van de gemeentelijke organisatie vraagt dit een integrale aanpak van de afdelingen Openbare ruimte, Sociaal domein en Vergunningen, Toezicht en Handhaving. De beleidsnotitie is tot stand gekomen in samenspraak met maatschappelijke samenwerkingsorganisaties die zich actief bezighouden met dierenwelzijn. Met hen is onder meer het gesprek aangegaan over het verbeteren van dierenwelzijn, waardoor de ambities zijn aangescherpt. In het najaar van 2019 werden we geconfronteerd met een tijdelijke sluiting van het Vogelasiel. Naar aanleiding daarvan heeft Gooise Meren regionaal gesprekken opgestart om tot een betere beleidsmatige en financiële borging van het dierenwelzijn te komen.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

 

Taakveld 4. Onderwijs

Nr. Naam Indicator Eenheid Bron

Realisatie 2018 GM

Begroot 2019 GM

Realisatie 2019 GM

Realisatie 2019 gemeenten 50.000 - 100.000 inwoners Beschrijving Toelichting 
17. Absoluut verzuim Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 5-18 jaar Ingrado  "niet voldoende data jongeren, schooljaar 2017-2018" Niet begroot Geen cijfers bekend 1,8 (in schooljaar 2017-2018) Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. Ingrado heeft nog geen cijfers na schooljaar 2017-2018

Er zijn wel  meer lokale en regionale gegevens beschikbaar: 

https://bestuur.gooisemeren.nl/fileadmin/user_upload/1762115_RM_Jaarverslag_RBL_2018-2019.pdf

18. Relatief verzuim Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 5-18 jaar Ingrado 20,28 in schooljaar 2017-2018 Niet begroot  Geen cijfers bekend 24,11 (in schooljaar 2017-2018) Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. Ingrado heeft nog geen cijfers na schooljaar 2017-2018
19. Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs Ingrado 0,9 % in schooljaar 2017-2018 Niet begroot Geen cijfers bekend 1,88 % (in schooljaar 2017-2018) Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 – 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. Ingrado heeft nog geen cijfers na schooljaar 2017-2018

 

Taakveld 6. Sociaal Domein

Nr. Naam Indicator Eenheid Bron

Realisatie 2018 GM

Begroot 2019 GM

Realisatie 2019 GM

Realisatie 2019 gemeenten 50.000 - 100.000 inwoners Beschrijving Toelichting 
29. Jongeren met jeugdhulp % van alle jongeren tot 18 jaar CBS 6 6,4 5,8 8 Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar.  
30. Jongeren met jeugdbescherming % van alle jongeren tot 18 jaar CBS 0,6  0,6 0,6

1,1

landelijk gemiddelde van alle gemeenten

Het percentage jongeren tot 18 jaar met een Jeugdbeschermings-maatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Getal realisatie 2019 betreft realisatie eerste helft 2019. CBS publiceert de cijfers  over het tweede halfjaar 2019 eind april 2020.
31. Jongeren met jeugdreclassering % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar CBS 0,2 0,1 0,2

0,3

landelijk gemiddelde van alle gemeenten

Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasserings-maatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar).

Getal realisatie 2019 betreft realisatie eerste helft 2019. CBS publiceert de cijfers  over het tweede halfjaar 2019 eind april 2020.

De realisatie 2019 is 0,1 hoger dan begroot. Het aantal daadwerkelijke aantal cliënten is voor tweede helft 2018 en eerste helft 2019 gelijk gebleven: 15 cliënten. Het aantal daadwerkelijke aantal jeugdreclasseringstrajecten  is voor tweede helft 2018 en eerste helft 2019 gelijk gebleven: 15 trajecten.

32. Cliënten met een maatwerkarran-gement WMO Aantal per 10.000 inwoners

GMSD

 

600

(2e halfjaar 2017)

   

560

(2e half jaar 2017)

Referentiegemiddelde op basis van 327 deelnemende gemeenten. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo.

 

 

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2018 Begroting 2019 Begroting 2019 (na wijziging) Realisatie 2019
Lasten
626 Onderwijshuisvesting 3.704 3.719 3.466 3.724
627 Overige onderwijs 1.734 2.024 2.063 2.117
628 Collectieve voorzieningen 3.451 3.763 3.893 3.942
629 Maatwerkvoorzieningen wmo 6.817 8.634 8.871 9.940
630 Maatwerkvoorzieningen jeugd 10.293 10.459 11.536 11.871
631 Opvang en beschermd wonen 6.839 5.318 5.316 6.428
632 Gezondheidszorg 2.287 2.505 2.694 2.450
Totaal Lasten 35.124 36.423 37.839 40.471
Baten
626 Onderwijshuisvesting -24 0 0 -21
627 Overige onderwijs -311 -244 -187 -292
628 Collectieve voorzieningen -113 -133 -133 -108
629 Maatwerkvoorzieningen wmo -698 -737 -737 -403
630 Maatwerkvoorzieningen jeugd -22 0 0 -12
631 Opvang en beschermd wonen -6.425 -5.388 -5.388 -6.692
632 Gezondheidszorg -10 0 0 -1
Totaal Baten -7.603 -6.503 -6.445 -7.529
Gerealiseerd saldo van baten en lasten 27.521 29.920 31.394 32.941
Stortingen
626 Onderwijshuisvesting 0 0 2.100 2.100
629 Maatwerkvoorzieningen wmo 1.234 0 0 0
Totaal Stortingen 1.234 0 2.100 2.100
Onttrekkingen
626 Onderwijshuisvesting 0 0 -5.823 -5.770
627 Overige onderwijs -2 -2 -204 -205
628 Collectieve voorzieningen -30 -300 -300 -180
630 Maatwerkvoorzieningen jeugd 0 -15 -30 0
Totaal Onttrekkingen -32 -317 -6.357 -6.155
Mutaties reserves 1.201 -317 -4.257 -4.055

Toelichting financiële verschillen

Terug naar navigatie - Toelichting financiële verschillen

Toelichting verschillen Realisatie 2019 t.o.v. Begroting inclusief wijzigingen 2019
Onderdeel programma 7 Verschil (x € 1.000) 

V/N 

(V= voordeel, N= nadeel)

Doorbelastingen
Doorbelasting kosten ambtelijk apparaat, nadere toelichting zie verschillenanalyse programma 9.
-279 N
Onderwijshuisvesting
Er zijn kosten voor de tijdelijke huisvesting gemaakt die niet levensduur verlengend zijn en dus niet geactiveerd mochten worden, maar wel noodzakelijk zijn voor tijdelijke huisvesting. Dit zorgt voor een overschrijding in de exploitatie van € 169k. Voorgesteld zal worden dit te dekken uit de reserve tijdelijke huisvesting onderwijs bij de resultaat bestemming.
-169 N
Overig Onderwijs
Er is een voordeel op kinderopvang, omdat er minder wordt uitgegeven aan subsidies voor peuterspeelzalen (€ 223k v). Hier staan hogere kosten voor leerlingenvervoer (€ 81k N) tegenover. Daarnaast zijn er hogere lasten voor Gemeenschappelijke taken onderwijs (€ 61k N), doordat de kosten voor bewegingsonderwijs 2018 in 2019 zijn geboekt en door een hogere bijdrage aan de regio voor Leerplicht. Vanaf 2019 wordt hierover BTW gerekend omdat de Regio optreedt als ondernemer bij het uitvoeren van de Leerplichtwet.

 

81

 

V

WMO
De invoering van het abonnementstarief Wmo is de belangrijkste oorzaak van de overschrijding op Wmo. Daarnaast is in januari 2019 landelijk de vernieuwde meldcode kindermishandeling in werking getreden. Hierdoor is het aantal meldingen bij Veilig Thuis gestegen met 17%, waardoor ook de kosten zijn gestegen. Daarnaast is er een toename van inwoners die vanuit GGZ en Beschermd Wonen de overstap kunnen maken naar zelfstandig wonen met begeleiding. Dit leidt tot meer uitgaven voor Individuele Begeleiding.

-1.386 N

Jeugd
De overschrijding op Jeugd wordt veroorzaakt door een toename van het aantal jongeren dat een beroep doet op de Jeugdwet. Daarnaast  hebben deze jongeren steeds vaker zwaardere en duurdere vormen van hulp en ondersteuning nodig.

-296 N
Opvang en beschermd wonen
Het overschot betreft de restitutie Bescherming en Opvang 2018, die in 2020 ingezet zal worden voor lokale actielijnen Bescherming en Opvang.

 

210

 

V

Gezondheidszorg
De onderschrijding wordt met name veroorzaakt door een dubbel in de begroting opgenomen bedrag voor rijksvaccinatie (€ 125k V). Daarnaast zijn er kosten geboekt op het product Collectieve Voorzieningen, waardoor er een voordeel is ontstaan (€ 80k V).

 

272

 

V

Overige verschillen < € 70.000 20 V
Totaal voor reserves - 1.547 N
     
Reserves    
Reserve Sociaal Domein
In 2019 zijn niet alle CUP projecten tot stand gekomen. Derhalve wordt er € 120.000 minder onttrokken aan de Reserve Sociaal Domein.

-120

N
Overige verschillen  -83 N
Totaal na reserves - 1.750 N