Banenafspraak
Inwoners die onder de Wet banenafspraak (2015) vallen worden geregistreerd in de kandidatenverkenner. Via de kandidatenverkenner kunnen werkgevers geschikte kandidaten zoeken. Eind 2019 zijn in Gooise Meren 96 personen geregistreerd. Dit aantal is cumulatief en loopt jaarlijks op. Deze inwoners hebben arbeidspotentieel, maar hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt doordat zij bijvoorbeeld een fysieke beperking hebben. Werkgevers die hen in dienst nemen, kunnen worden ondersteund met een loonkostensubsidie. Door het WSP wordt bemiddeling tot stand gebracht. Van de 96 geregistreerde inwoners hebben 30 personen een baan. Van de overige 66 inwoners die onder de Banenafspraak vallen, zijn 27 personen direct inzetbaar. Een aantal van 39 personen is nog niet direct beschikbaar voor de arbeidsmarkt, om redenen van bijvoorbeeld scholing of persoonlijke problematiek. Afhankelijk van de problematiek wordt hulp geboden vanuit bijvoorbeeld de Wmo, GGZ of schuldhulpverlening.
Diagnoses en voorzieningen
Eind 2019 waren in Gooise Meren 955 personen (van 18 jaar of ouder) uitkeringsgerechtigd. Deze personen zijn allen in 2019 ingedeeld op de treden van de Participatieladder. Eind 2019 werd aan 188 personen, (waarvan 124 statushouders) een re-integratievoorziening geboden. Daarnaast zijn er ruim 60 personen die direct arbeidsvaardig zijn, zodat een traject niet nodig is. Van deze afgerond 250 personen hebben circa 170 personen geen of een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt (treden 4 en 5) en kunnen -zo nodig met een begeleidingstraject - uitstromen naar de arbeidsmarkt, mits er passende banen zijn.
De meeste inwoners in ons bestand hebben een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Gezien de individuele situatie en problematiek is een traject richting scholing en (betaalde of onbetaalde) arbeid nog niet aan de orde. Voor hen zijn de collectieve voorzieningen toegankelijk, die hen ondersteunen bij participatie in de samenleving. Ook wordt -indien nodig- individuele hulp geboden vanuit bijvoorbeeld de Wmo, GGZ of schuldhulpverlening.
Uitstroom naar werk of studie
In het jaar 2019 zijn bij 68 personen de uitkeringen beëindigd wegens werkaanvaarding. Hiervan waren 16 inwoners ingedeeld op trede 4 en 17 op trede 5 van de participatieladder. De overige uitgestroomde personen waren ingedeeld op een andere trede van de participatieladder. Bij uitstroom naar werk als resultaat van een re-integratietraject streven wij naar een dienstverband van ten minste 6 maanden of langer, zodat mensen langdurig werken en uit de bijstand zijn. In 90% van de gevallen lukt dat. Ook zijn in 2019 bij twaalf personen de uitkeringen beëindigd omdat zij uitstroomden naar een studie of opleiding.
Ongeveer 1/3 van het participatiebestand bestaat uit statushouders. In 2019 is voor deze mensen een uitgebreide diagnose gedaan, waarbij de afstand tot de arbeidsmarkt is bepaald. Gooise Meren is in 2019 een pilot gestart met de invulling van een nieuwe rol: 'sociaal makelaar'. De sociaal makelaar kent de cultuur, spreekt Arabisch en kent vrijwel alle statushouders. Hij heeft actief contact met deze statushouders, brengt ze in beweging en vervult een verbindende rol tussen statushouders en de sociaal domein specialisten. De gesprekken verlopen hierdoor soepeler en sneller, zijn diepgaander en leiden tot beter inzicht van de positie van de statushouder op de participatieladder. De inzet heeft er toe geleid dat gedurende het jaar 2019 in totaal 44 statushouders volledig of gedeeltelijk zijn uitgestroomd naar werk. Eind 2019 hadden 124 statushouders een individueel re-integratietraject richting scholing en (betaalde of onbetaalde) arbeid. In samenwerking met de Regio, omliggende gemeenten en de professionele organisaties worden in 2020 extra projecten ontwikkeld voor re-integratie van statushouders. De pilot van de sociaal makelaar wordt eind mei 2020 geëvalueerd.
Verordeningen Verordening werk en participatie
Het jaar 2019 was het eerste jaar waarin de nieuwe 'Verordening werk en participatie Gooise Meren 2019' van kracht was. De verordening vormt de basis voor de begeleiding van inwoners met een uitkering naar werk of overige vormen van participatie. Bij de voorzieningen die op basis van de verordening worden aangeboden, is een onderscheid gemaakt tussen de inzet van collectieve voorzieningen voor mensen met de grootste afstand tot arbeid en de individuele trajecten voor mensen die dichter op de arbeidsmarkt zitten.