Paragraaf Financiering

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

De paragraaf Financiering geeft aan op welke manier er uitvoering wordt gegeven aan de financieringsfunctie. Het uitgangspunt hierbij is het beheersen van risico’s, met name het renterisico. Bij een hoog renterisico zijn de gevolgen van een stijgende rente groot voor de financiële resultaten in een bepaald jaar. Daarnaast zijn er risico’s op kredieten, liquiditeiten en koersen.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid
De beleidsdoelstelling van het Financieringsbeleid van de gemeente Gooise Meren kan als volgt worden omschreven: De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend financieringsbeleid. Binnen dit risicomijdende beleid stelt de gemeente zich ten doel zo laag mogelijke kosten over leningen en/of een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen te realiseren, voor zover nog mogelijk binnen de opgelegde regeling voor schatkistbankieren. Dit binnen de daarvoor geldende randvoorwaarden en met inachtname van het beperken van risico’s. De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn de kasgeldlimiet, de renterisico’s en de kredietrisico’s.
 
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van ongewenste renterisico’s die ontstaan door het aangaan van overmatige korte termijn financieringen en stelt een grens aan de omvang van de korte schuld waarover de gemeente renterisico mag lopen. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van de totale begroting. Voor 2022 betekende dit dat de gemeente Gooise Meren haar financiële huishouding voor maximaal € 12,2 mln. met kort geld mocht financieren.
Wanneer de gemeente de kasgeldlimiet in drie aaneengesloten kwartalen overschrijdt, moet een plan ter goedkeuring aan de toezichthouder worden voorgelegd waarin staat hoe en binnen welke termijn de overschrijding ongedaan wordt gemaakt. In 2022 heeft de gemeente de kasgeldlimiet geen enkel kwartaal overschreden.
 
Kasgeldlimiet (bedragen x €1.000)
Nr. Omschrijving 1e kwartaal  2e kwartaal  3e kwartaal  4e kwartaal 
1 Omvang vlottende schuld 7.373 343 2.651 3.449
2 Omvang vlottende middelen 4.642 6.780 3.350 3.719
3 Totaal gemiddelde netto vlottende schuld (1-2) 2.731 -6.437 -699 -271
4 Toegestane kasgeldlimiet  12.207 12.207 12.207 12.207
5 Ruimte onder de kasgeldlimiet (4-3) 9.476 18.644 12.906 12.478
 
Deze ruimte wordt zoveel mogelijk benut, omdat bij een normale rentestructuur kortlopende geldleningen goedkoper zijn dan langlopende geldleningen of de roodstand faciliteit bij onze huisbankier. Aangezien de rente voor kort geld verwaarloosbaar is geweest, is er voor gekozen om tussentijdse liquiditeitsbehoefte zo veel mogelijk te financieren met het rekening-courantkrediet van huisbankier BNG tegen een tarief van 0,0%.
 

Renterisico’s
Eén van de hoofddoelen bij de financieringsfunctie is het beperken van de gevolgen van een stijgende rente. Aan de andere kant dient er optimaal geprofiteerd te worden van lage rentestanden. Met behulp van het bijhouden van de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en de grote diversiteit in leningsproducten wordt continu geprobeerd om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen tegen een verantwoord risico.

Schatkistbankieren
Door de Wet verplicht schatkistbankieren zijn deze mogelijkheden echter aanzienlijk ingeperkt. De Wet verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. (Onderdelen van) decentrale overheden mogen ongeacht de vormgeving dus geen bewaarfunctie voor publieke middelen vervullen. De drempel voor het verplicht schatkistbankieren bedraagt 2% van het begrotingstotaal op 1 januari (2022: € 2,872 mln.). Het overzicht Drempelbedrag schatkistbankieren (onderdeel 4.3.2 van de toelichting op de balans) laat zien dat we in 2022 de drempelbedragen niet hebben overschreden.
  
Renterisiconorm
In de Wet Fido (Wet financiering decentrale overheden) is door het Rijk de renterisiconorm geïntroduceerd. Deze renterisiconorm heeft tot doel om binnen de portefeuille aan langlopende leningen een overmatige afhankelijkheid van de rente in een zeker jaar te voorkomen. Het totaal aan renteherzieningen en aflossingen in een jaar mag niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal van dat jaar. Uit onderstaande berekening komt naar voren dat de gemeente Gooise Meren in 2022 binnen de renterisiconorm heeft geopereerd.

 

Renterisiconorm (bedragen x €1.000)

Nr. Omschrijving Begroting 2022 Jaarrekening 2022
1 Renteherzieningen 0 0
2 Aflossingen 7.543 9.228
3 Renterisico (1 + 2) 7.543 9.228
4 Renterisiconorm (4a x 4b/100) 28.722 28.722
4a Begrotingstotaal 143.610 143.610
4b Percentage 20% 20%
5 Ruimte onder renterisiconorm (4 - 3) 21.179 19.494

Kredietrisico’s

Ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak kunnen gemeenten leningen verstrekken. Op deze verstrekte leningen loopt de gemeente kredietrisico. Gooise Meren heeft ultimo 2022in totaal voor ruim € 36,5 miljoen aan verstrekte leningen uitstaan.
 

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) (des-)investeringen en beschikbare interne en externe middelen.

In de oorspronkelijke begroting voor 2022 werd een aanvullende financieringsbehoefte verwacht van € 10,0 miljoen. Uiteindelijk is in 2022 in totaal € 31,9 miljoen aan langlopende financiering aangetrokken. Dit is meer dan geraamd, maar hierin is ook een bedrag van circa € 10,5 miljoen begrepen dat in 2021 nog gefinancierd was met kort geld. (In 2021 is ruim € 26 miljoen minder langlopende financiering aangetrokken dan geraamd.) De externe kapitaalfinanciering bedroeg eind 2022 € 148,5 miljoen. Eind 2021 bedroeg de omvang van de lange financiering € 125,9 miljoen.
Omdat in 2022 meer externe financiering is aangetrokken dan dat er is afgelost op de huidige leningenportefeuille is het totaal aan externe financiering  per saldo toegenomen.

In onderstaand schema worden de mutaties van de leningenportefeuille voor begrotingsjaar 2022 weergegeven.

 

Financieringsbehoefte (bedragen x €1.000)

Omschrijving Begroting 2022 Gemiddelde rente Jaarrekening 2022 Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2022 133.640   2,04% 125.884 1,78%
Nieuwe leningen 10.600  0,50% 31.929 1,34%
Reguliere aflossingen 7.543     9.228  
Vervroegde aflossingen 0   0  
Stand per 31 december 2022 136.697  1,80%

     148.585

1,67%

 

Renteresultaat

Renteberekening Begroting 2022  Rekening 2022
Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.409   2.314  
Externe rentebaten -   -   
Totaal door te rekenen externe rente    2.409   2.314
         
Rente door te berekenen aan grondexploitaties               75   110  
Rente projectfinanciering toe te rekenen aan taakvelden -   -  
Totaal rente grondexploitaties en taakvelden       75     110 
Saldo door te rekenen externe rente    2.334   2.204
         
Rente over eigen vermogen 779   932  
Rente over contante waarde voorzieningen -   -  
Totaal rente eigen vermogen en voorzieningen   779   932
         
De aan taakvelden toe te rekenen rente 1,56%  3.113 1,46% 3.136
Aan taakvelden toegerekende rente 1,50%  2.938 1,50% 3.190
         
Renteresultaat           603   986 
De aan taakvelden toegerekende rente is berekend op basis van de interne rekenrente van 1,5% over de boekwaarde per 1 januari 2022 van de investeringen. Ditzelfde geldt voor de toerekening aan de grondexploitatie.

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

EMU-berekening (bedragen x € 1.000)

Nr. Omschrijving Begroting 2022 Rekening 2022
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -1.074 4.038
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 9.181 7.221
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 5.569 6.283
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd    13.594 17.414
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4  0 0
6 Desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa 0 661
    Baten uit desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord  0 0
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken en dergelijke (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 0 0
8 Baten bouwgrondexploitatie 0 0
  Baten voor zover transacties niet op de exploitatie verantwoord  0 0
9  Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 3.190 2.328
10 Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten   0 0
11 Verkoop van effecten  0 0
  Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)  nee nee
  EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11) -3.108 -1.539

Toelichting EMU saldo
Voor de Europese afspraken wordt gekeken naar het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo. In de septembercirculaires worden daarnaast individuele EMU-referentiewaarden opgenomen, gebaseerd op het begrotingstotaal van de gemeente. Voor Gooise Meren is deze ‘tekort waarde’ voor 2022: € 5,8 mln. Een individuele EMU-referentiewaarde is evenwel geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Dit leidt derhalve niet tot sancties. Maar we zullen dit voortdurend blijven monitoren.