Hoofdlijnen

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

1.1. Samen werken aan een duurzaam, sociaal, veilig en vitaal Gooise Meren

We werken aan een groene en gezonde gemeente, waar je fijn kunt wonen, werken, ondernemen en recreëren én waarin iedereen mee kan doen. Dat doen we samen met inwoners, ondernemers en andere partners uit de samenleving. We zoeken de inwoners van Gooise Meren op om samen met hen de buitenruimte te vergroenen. We ondersteunen kwetsbare inwoners en proberen hun kansen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs te vergroten. We willen dat Gooise Meren een veilige thuisbasis is. En we maken werk van het vitaal houden van de kernen voor behoud van kwaliteit en leefbaarheid. Dit draagt bij aan een duurzaam, sociaal, veilig en vitaal Gooise Meren, met name voor en met inwoners, want daar gaat het om. Samen investeren in Gooise Meren blijft het komende jaar belangrijk.

Uitvoering

Het accent in 2020 ligt op uitvoering van de ambities uit het coalitieakkoord en de vertaling daarvan in het College-uitvoeringsprogramma. De komende tijd vraagt focus van het college en de gemeenteraad.  We maken af waar we mee bezig zijn, binnen de financiële mogelijkheden die er zijn.

Omgevingswet en Energietransitie

Twee majeure opgaven zullen in 2020 extra onze aandacht vragen. Een andere manier van werken bij het maken van plannen voor de fysieke leefomgeving is de essentie van de Omgevingswet. Daarin zet Gooise Meren volgend jaar enkele belangrijke stappen.

In 2050 moet alle energie in Gooise Meren duurzaam zijn opgewekt. Deze doelstelling bereiken we niet als we op de huidige manier doorgaan. Er moet een flinke schep bovenop de inspanningen die we nu al leveren om energie te besparen, duurzame energie te stimuleren en onze afhankelijkheid van fossiele energie te verminderen. Daarom werken we aan de Energietransitie - de overgang naar een volledig duurzame energiehuishouding.

Structureel sluitende begroting

De meerjarig sluitende Programmabegroting 2020-2023 biedt de financiële basis voor onze plannen. Hierin beschrijven we wat we in 2020 willen bereiken, wat dat mag kosten en hoe we dat gaan betalen. De lasten voor onze inwoners blijven gehandhaafd op het huidige niveau.

 

Opgaven 2020

‘Duurzaam, Sociaal, Veilig en Vitaal’: dit is niet alleen de titel van het coalitieakkoord 2018-2022; het is ook ons uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van Gooise Meren. Ze vormen de basis van het College-uitvoeringsprogramma 2018-2022, waarin onze doelen zijn geformuleerd en waarin we hebben aangegeven hoe we deze willen realiseren. De doelen en maatregelen zijn vertaald naar de Programmabegroting 2020-2023. De termen duurzaam, sociaal, veilig en vitaal staan niet los van elkaar maar vormen een elkaar versterkend geheel waarmee we de opgaven van Gooise Meren kunnen aanpakken.

1.1.1 Duurzaam 

Duurzaam staat voor onze ambitie om als gemeente te handelen in lijn met de ambities die overheden tezamen hebben gesteld (Parijs, klimaatakkoord etc.). Deze ambities zijn verstrekkend en vragen niet alleen van de landelijke overheid een inspanning, maar ook van gemeenten, inwoners en ondernemers en het lokale netwerk waarin zij functioneren. We willen met inwoners en ondernemers samen werken aan duurzaamheidsdoelen. Bijvoorbeeld op het terrein van mobiliteit, inrichting van de ruimte, wonen, vastgoed en onderwijshuisvesting.

Energieneutrale gemeente. Gooise Meren wil in 2050 energieneutraal zijn. We werken samen met inwoners, ondernemers en instellingen aan een klimaatbestendig Gooise Meren. Een mooi voorbeeld van die samenwerking is het project Samen Sneller Duurzaam, een initiatief van een aantal inwoners, ondernemers en de gemeente om de krachten te bundelen. In co-creatie met de samenleving is een actieprogramma voor duurzaamheid opgesteld. Concrete doelen van ons beleid zijn onder meer: de realisatie van gasloze nieuwbouwwijken (Crailo), minder verstening, meer groen, een betere wateropvang, minder hittestress en een grote biodiversiteit in flora en fauna. Ook onze eigen organisatie lichten we door op duurzaamheid. Dan gaat het bijvoorbeeld om het verduurzamen van ons eigen vastgoed en om circulair inkopen. Daarnaast zetten we ons in voor de ontwikkeling van een regionale strategie voor de energietransitie. Ook is gewerkt aan een regionale visie voor de circulaire economie. Verder heeft Gooise Meren een revolving fund opgericht om het treffen van duurzaamheidsmaatregelen te kunnen faciliteren in financiële zin.

1.1.2 Sociaal

Sociaal duidt op de wijze waarop wij de lusten en lasten willen verdelen, kansen willen bieden aan onze inwoners en iedereen willen laten meedoen aan de samenleving.

Iedereen doet mee. Voor sommige inwoners is volop meedoen en deelnemen aan de samenleving en arbeidsmarkt niet vanzelfsprekend. Dat kan allerlei verschillende redenen hebben. Belemmeringen om mee te doen nemen we graag weg. Dat lukt niet met een paar simpele maatregelen. Daarom beschouwen wij de uitspraak “In Gooise Meren doet iedereen mee” nadrukkelijk als een opdracht aan het hele college. Om een voorbeeld te noemen: wij spannen ons extra in om in participatietrajecten iedereen te betrekken, ook inwoners die niet uit zichzelf naar het gemeentehuis komen om hun stem te laten horen.

Meedoen begint wat ons betreft in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Iedereen moet zijn of haar talenten en kwaliteiten ten volle kunnen ontwikkelen en (leren) benutten, op alle leeftijden. In Gooise Meren willen we dat alle kinderen daarvoor gelijke kansen krijgen. De basis hiervoor is een goede fysieke en mentale gezondheid en een veilige en stimulerende omgeving, zowel thuis als op school. Wij dragen hieraan bij met goede jeugdgezondheidszorg, goede voorschoolse voorzieningen, onderwijsgebouwen van deze tijd en goede samenwerking tussen alle partijen in de gemeente die hierin een rol spelen.

Zorg en ondersteuning. We spannen ons verder in om de zorg voor kwetsbare inwoners lokaal goed en zo dicht mogelijk bij huis te organiseren. De ondersteuning richten we op verbetering van iemands situatie, zodat behoefte aan hulp afneemt, iemand in het eigen inkomen kan voorzien, en kan meedoen aan de samenleving. Wanneer inwoners van Gooise Meren hulp nodig hebben, investeren we in preventie, informele zorg, algemene voorzieningen, vrijwilligerswerk en mantelzorg. 

Onderwijs en kansen. We willen dat alle kinderen onderwijs volgen en zich kunnen ontwikkelen. Om achterstanden te voorkomen, formuleren we maatregelen gericht op vroeg- en voorschoolse educatie, ouderbetrokkenheid, preventie en vroegsignalering. Dit doen we samen met onze partners; kinderopvang, scholen, jeugdgezondheidszorg en welzijnsorganisaties.

Goede onderwijsgebouwen, die zoveel mogelijk aansluiten bij de eisen en wensen van de gebruikers in het onderwijs, zijn van wezenlijk belang voor goed onderwijs en goede leerprestaties. Om de projecten uit het vastgestelde Integraal Huisvestingsplan (met name nieuwbouw en renovaties) mogelijk te maken, is er tijdelijke huisvesting nodig.

Gezonde omgeving. We nemen preventieve maatregelen tegen alcoholmisbruik (Nix 18), overgewicht en roken (rookvrije generatie). Deze maatregelen sluiten niet alleen aan bij het nationale preventieakkoord van de rijksoverheid, maar ze passen ook naadloos in ons streven naar een gezonde samenleving. Het rookvrij maken van plekken waar kinderen zijn, draagt bij aan dit streven naar een gezonde gemeente.

Goed wonen. Als we ook in de toekomst sociaal en economisch succesvol willen zijn, dan zijn een evenwichtige en gevarieerde bevolkingssamenstelling belangrijke randvoorwaarden. Daarom zetten we ons in voor de beschikbaarheid van passende en betaalbare woonruimte voor alle inkomensgroepen en huishoudenstypen. Met name de lage- en middeninkomens hebben hier soms extra hulp bij nodig en die wordt dan ook geboden. Bijvoorbeeld door de inzet van de starterslening.

We streven naar voldoende woningen én een goede balans tussen alle segmenten (woonmilieus) van de woningvoorraad. Dat stimuleert ook dat mensen binnen de gemeente kunnen verhuizen en zo ruimte vrijmaken voor bijvoorbeeld starters. De algemene trend dat mensen langer zelfstandig blijven wonen, geldt ook voor verschillende categorieën kwetsbare inwoners. Het vinden van geschikte huisvesting voor deze mensen vraagt om maatwerk. Daartoe inventariseren we het aanbod en de behoefte aan plekken voor begeleid zelfstandig wonen. Er valt veel milieuwinst te halen op het gebied van verduurzaming van bestaande woningen. We zorgen ervoor dat toekomstige nieuwbouwwijken (Crailo) gasloos ontwikkeld kunnen worden.

1.1.3 Veilig

We vinden het belangrijk dat inwoners veilig zijn en zich ook veilig voelen. Daarbij zien we een relatie tussen leefbaarheid en veiligheid. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een goed en prettig leefklimaat. Leefbaarheid staat voor ons voor een veilige en gezonde omgeving.

Veiligheid. Voor de gemeente Gooise Meren blijft de fysieke en sociale veiligheid een belangrijke prioriteit voor een goed en prettig leefklimaat. We hebben daarbij oog voor het belang van zowel verlaging van de criminaliteit en overlast, als de verhoging van het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Dit doen we door de sociale cohesie en betrokkenheid in de buurt te versterken, samen met de inwoners te kijken naar preventie en verbeteringen in de wijken en door samen met andere betrokken hulpdiensten, zoals de politie, te zorgen voor betere handhaving.

Leefbaarheid. Er zijn zorgen over de kwaliteit van de leefomgeving. Gooise Meren is een uitermate aantrekkelijk plek om te wonen en te leven. Ruim, groen, een hoog voorzieningenniveau en gunstige gelegen ten opzichte van Amsterdam, Utrecht, Amersfoort, Almere, waardoor werk, goede opleidingen en culturele voorzieningen binnen handbereik zijn. Toch zorgt de nabijheid en aantrekkelijkheid van deze steden voor een druk op de leefbaarheid. Verkeersdrukte op lokale wegen, snelwegen, maar ook het toenemende vliegverkeer boven onze gemeente, worden in toenemende mate als aantastingen van de leefbaarheid ervaren. We willen de komende jaren stappen zetten om de overlast die inwoners ervaren van geluid van wegen, spoor en vliegtuigen aan te pakken. Dat kunnen we niet op eigen kracht en willen we samen met onze inwoners en onze partners in de regio oppakken.

1.1.4 Vitaal

Vitaal staat voor de beweging die we willen maken met onze inwoners en organisaties. We juichen initiatieven van inwoners toe, bieden ondernemers de ruimte om te ondernemen en streven naar een bruisend cultureel leven. We treden op als een faciliterende en stimulerende overheid. We maken werk van het vitaal houden van onze kernen. Cultuur, sport, natuur, evenementen, attracties, recreatie, winkelen en uitgaan en bereikbaarheid bepalen in belangrijke mate die vitaliteit. Ze zijn belangrijk voor de inwoners van Gooise Meren.

Samen werken en verbinden. Gooise Meren heeft een enorm potentieel aan inwoners bezit, die willen werken aan de vitaliteit van hun buurt of wijk. Dit gebeurt al door wijkplatforms, stads- en dorpsraden, door vrijwillige inzet, en door inwoners en ondernemers met een breed scala aan initiatieven. Hier ligt nog wel een opgave. Aan initiatieven en plannen geen gebrek, maar aan continuïteit, opvolging en verbreding ontbreekt het nogal eens. Goede communicatie, organisatiekracht, voldoende middelen en vaak een gebrek aan tijd spelen hierbij een rol, en de samenwerking tussen inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisatie en gemeente. In het Coalitieakkoord is ‘samenwerken en verbinden’ de rode draad. Dit nu is precies wat we ambiëren ten aanzien van leefbaarheid: verbinden van initiatieven, verbinden van gemeente, inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De initiatieventafel is daar een mooi voorbeeld van.

Cultuur. Cultuur verbindt, inspireert en ontspant. Qua culturele voorzieningen zijn we in Gooise Meren goed bedeeld (musea, theaters, filmhuis, toneel). De opgave is de samenwerking tussen culturele instellingen te bevorderen. Belangrijk is ook de kennismaking van kinderen met cultuur.

Cultureel erfgoed. Gooise Meren is een gemeente met zichtbare cultuurhistorische waarden, waaronder de rijksbeschermde stadsgezichten vesting Muiden en vesting Naarden en de rijksbeschermde dorpsgezichten Het Spiegel en Brediuskwartier in Bussum. Beide vestingen maken deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die door ons land is voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst van Unesco. Een voordracht die door de gemeente Gooise Meren van harte wordt ondersteund. De Werelderfgoed status bevestigt de internationale betekenis van dit unieke Nederlandse erfgoed. De gemeente draagt zorg voor circa 450 gebouwde beschermde monumenten. Deze zijn aangewezen door het rijk, de provincie of de gemeente zelf. Dit cultureel bezit draagt bij aan de kwaliteit van leven in Gooise Meren. Deze kwaliteiten willen we meer benutten voor educatie, recreatie, toerisme, ontmoeting en verbinding. Door het erfgoed voor meer mensen toegankelijk te maken wordt de betrokkenheid van inwoners met de gemeente bevorderd. De afgelopen jaren zijn diverse momenten opgeknapt, zoals Sint Nicolaaskerk in Muiden en het Stadhuis en de Grote Kerk in Naarden. En we gaan verder met onderhoudswerkzaamheden aan De Kazerne en Het Muizenfort in Muiden, de kerktoren in Muiderberg en de Turfloods in Naarden.

Sport en bewegen. We willen dat sport en bewegen in onze gemeente voor al onze inwoners mogelijk is. Zo hebben we een subsidieregeling die sportverenigingen de mogelijkheid biedt subsidie aan te vragen voor het organiseren van kleinschalige sportevenementen. Met als doel inwoners kennis te laten maken met een sport en/of sportvereniging, te zorgen voor saamhorigheid en ontmoeting en toename van sportdeelname. We hechten eraan dat vooral jeugdige en ook kwetsbare inwoners kunnen sporten en bewegen. Het is verder belangrijk dat (sport)aanbieders zich (door)ontwikkelen tot betrokken en vitale organisaties, die zich bewust zijn van hun belangrijke verbindende rol.

Ruimte voor ondernemerschap. Economische ontwikkeling moet passen bij de kernwaarden van onze gemeente: monumentaal, groen en duurzaam. Het betekent dat we met onze economische keuzes inspelen op de vitaliteit en kwaliteit van Gooise Meren. We geven elkaar de ruimte om ondernemend te zijn op een manier die past bij het DNA van ons gebied en de eigenheid van de kernen. Gooise Meren ziet het als een cruciale opgave de werkgelegenheid in de gemeente tenminste op peil te houden. Op dit moment werken we aan de uitvoering van de economische visie met precies deze doelstelling: ‘ruimte voor ondernemerschap’.

Mobiliteit. Verkeer en vervoer is iets waar de bewoner of bezoeker van Gooise Meren dagelijks mee te maken heeft, of het nu gaat om de verkeersveiligheid in de woonomgeving, een bezoekje per fiets, openbaar vervoer, parkeren of het veilig en snel kunnen bereiken van een bestemming buiten de gemeente. De bereikbaarheid van Gooise Meren en haar kernen is een cruciale factor voor de kwaliteit van het wonen en ondernemen in Gooise Meren.

Gooise Meren is goed ontsloten via het spoor en de rijkswegen A1 en A6. Wel zijn er knelpunten op het gebied van leefbaarheid en bereikbaarheid. Een duurzaam ontwikkelde infrastructuur en goede bereikbaarheid, waaronder een goed openbaar vervoer, zijn dan ook essentiële thema’s voor onze gemeente. Deze thema’s krijgen dan ook ruim aandacht in de Mobiliteitsplan Gooise Meren. Het zijn essentiële voorwaarden om de gemeente leefbaar te houden en de economie verder te laten groeien. Het houdt Gooise Meren en de regio Gooi en Vechtstreek aantrekkelijk om te wonen, te werken, te leren, te ondernemen en te bezoeken.

Tot slot

Dit zijn de opgaven waar we in 2020 aan werken. In de verschillende programma’s staat beschreven en uitgewerkt hoe we hier verder invulling aan geven.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

2.1 Financieel beeld Programmabegroting 2020-2023

Het college presenteert een sluitende Programmabegroting 2020-2023. Het financieel beeld van de begroting 2020-2023 geven we hieronder weer. Kort voor de zomer presenteerden wij u een ander beeld met een structureel tekort van 1,3 miljoen. Enkele maanden later blijkt dit beeld gunstiger. Dat komt deels door de uitwerking van de zoekrichtingen en mutaties en bijstellingen tijdens het begrotingsproces. Verderop in dit hoofdstuk gaan we hier nader op in.

Omschrijving  

2020

2021

2022

2023

Begrotingssaldo 2020-2023 bedragen in € x1.000) 

V 1.276

 V 1.430

 V 485

 V 336

 

2.2 Boodschap college meerjarenperspectief

De cijfers geven weliswaar een gunstiger beeld, maar de verwachting is dat de financiële druk op de meerjarenbegroting de komende jaren zal toenemen. Daar is de gemeente Gooise Meren niet uniek in. Denk daarbij aan een groot aantal ontwikkelingen, zoals de Jeugdzorg, de transitie in het fysiek domein, toename van kapitaallasten van huidige uitgestelde investeringen, onzekerheid over de uitkering uit het gemeentefonds, macro economische ontwikkelingen etc. De boodschap van het college blijft dus ongewijzigd. De druk op onze meerjarenbegroting zal toenemen en maatregelen zullen nodig zijn om een sluitend meerjarenbegroting te behouden. Willen we de financieel gezonde en robuuste gemeente blijven, dan blijft scherp en terughoudend begroten het uitgangspunt.

 

2.3 Opgave zomer 2019

Wij hebben u voor de zomer de Perspectiefnota 2020-2023 (PN20) aangeboden. Met de PN20 bent u geïnformeerd over het financieel perspectief voor de komende jaren, namelijk een structureel tekort van circa 1,3 miljoen. Omdat het college een sluitende begroting wilde presenteren, hebben we in de PN20 een vijftal zoekrichtingen[1]  gepresenteerd voor de dekking van dit structurele tekort. De zoekrichtingen zouden in de aanloop naar de Programmabegroting 2020-2023 nader worden uitgewerkt. Bij de programmabegroting vindt namelijk de uiteindelijke besluitvorming over de aard (en omvang) van de zoekrichtingen plaats.

In de volgende paragrafen informeren wij u over de nadere uitwerking van de zoekrichtingen en de invloed daarvan op het financieel beeld en de overige mutaties met een effect op het begrotingssaldo.

2.3.1. Financieel beeld Perspectiefnota 2020 - 2023

De PN20 is richtinggevend (financieel en inhoudelijk) voor de Programmabegroting 2020-2023. Met een raadsmededeling in september 2019 bent u nog geïnformeerd over de correctie in 2023 n.a.v. de Septembercirculaire 2018. Onderstaande tabel laat de ontwikkeling zien van het begrotingssaldo zoals gepresenteerd bij de PN20.  Zoals de cijfers laten zien, zijn aanvullende oplossingsrichtingen nodig voor een sluitende begroting. Op basis van dit kader is deze programmabegroting opgesteld.

Financieel beeld (bedragen x € 1.000)

2020

2021

2022

2023

Financieel beeld Perspectiefnota 2020, vóór oplossingsrichtingen

                N233

               N615

           N1.260

           N1.264

Effect Septembercirculaire 2018

     

V 648

Financieel beeld PN20, incl. septembercirculaire 2018

                N233

               N615

           N1.260

           N616

 

2.4 Financieel beeld na Perspectiefnota 2020-2023

Bepaalde zoekrichtingen uit de PN20 zijn in de aanloop naar de Programmabegroting 2020-2023 nader uitgewerkt. Daarnaast zijn er enkele meevallers geconstateerd, die een positief effect hebben op het begrotingssaldo. Hieronder volgt het geactualiseerde financieel beeld; een meerjarig sluitende begroting met positieve saldi.

Financieel beeld

Regelnr.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

 

 

bedragen in € x 1.000

Begrotingssaldo na Perspectiefnota 2020, incl. septembercirculaire

 N 233

 N 615

 N 1.260

 N 616

 

 

 

 

 

 

Mutaties tijdens begrotingsproces

 

 

 

 

1

Leges omgevingsvergunningen

 V 250

 V 250

 V 250

 V 250

2

Kostendekkendheid afval en riool

 V 446

 V 398

 V 386

 V 391

3

Correcties n.a.v. begrotingsproces

 V 473

 V 1.000

 V 308

 V 191

Effecten uitwerking zoekrichting en motie

 

 

 

 

4

Herprioritering en verlagen investeringen

 V 673

 V 700

 V 538

 N 38

5

Uitvoeren motie areaaluitbreiding

 V 13

 V 90

 V 199

 V 311

 

Effect aangenomen amendementen

 

N 27

N 27

N 6

N 5

Begrotingssaldo 2020-2023

 V 1.595

 V 1.796

 V 415

 V 484

 

2.4.1. Mutaties tijdens het begrotingsproces

1. Hogere legesinkomsten, gerelateerd aan hogere bouwsommen, bij de areaaluitbreiding

De gemiddelde bouwsom van de in 2017 en 2018 gerealiseerde woningen ligt hoger dan begroot. Verondersteld wordt dat deze hogere bouwsommen ook voor de komende jaren, waarin jaarlijks sprake is van oplevering van ca. 200 woningen, blijven gelden.

2. Kostendekkendheid afval en riool

Bij de berekeningen om de kostendekkendheid te bepalen mag de BTW op de exploitatie alsook op de investeringen als ‘kostenpost’ worden meegenomen. Voor de riolering wordt hierbij uitgegaan van de gegevens uit het vastgestelde verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). Bij afval is de bijdrage aan de regio, waaronder de verhoging als gevolg van de verbrandingsbelasting, onderdeel van deze berekening. De huidige tarieven voor rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn geïndexeerd met de in de perspectiefnota genoemde 2,5%. Om te komen tot 100% kostendekking is een extra onttrekking nodig aan de egalisatievoorzieningen riool en afval. Dit levert per saldo een voordeel op voor de exploitatie.

3. Correcties n.a.v. het begrotingsproces

Door de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 en de tijd die nodig was voor het vormen van een coalitie en een coalitieakkoord, is er vorig jaar voor gekozen om geen Perspectiefnota 2019 aan de gemeenteraad aan te bieden. De totstandkoming van de Programmabegroting 2019, waarin ook de ambities uit het College-uitvoeringsprogramma moesten landen, bleek daardoor een extra uitdaging. Er zijn incorrecte inschattingen gemaakt in het tegelijk opstellen van het College-uitvoeringsprogramma en de Programmabegroting 2019 (o.a. de kapitaallasten Integraal Huisvestingsplan Onderwijs). Dit is met het opstellen van deze begroting gecorrigeerd.

Bij de huidige begrotingsvoorbereiding zijn de mutaties uit de PN20 verwerkt. De verwerking van de salarisbegroting en de prijsindexatie in de begroting hebben geleid tot enige financiële verschillen. In de perspectiefnota was de dekking van de precario door bezuinigingen in het Sociaal Domein teruggedraaid vanaf 2020. Dit had vanaf 2022 (het jaar waarin de precario vervalt) moeten zijn. De cijfers 2020 en 2021 worden daarmee gunstiger. Deze effecten zijn, naast het herstel van enkele kleine administratieve foutjes, eveneens verwerkt in voorliggende begroting.

2.4.2 Effecten uitwerking aanvullende zoekrichtingen en motie

De uitwerking van een van de oplossingsrichtingen alsmede de bij de Perspectiefnota 2020-2023 door de raad aangenomen motie ‘areaaluitbreiding’ leiden tot verdere bijstellingen van het financieel beeld. Hieronder lichten we dit toe. Zie voor de overige zoekrichtingen uit de PN20 paragraaf 1.4.3.

4. Herprioritering en verlagen investeringen

Gevolgen kapitaallasten

In het kader van duurzaam financieel beleid beoordeelt het college periodiek de investeringen en actualiseert de investeringsprognoses. Enkele voorgenomen investeringen van de jaren 2020-2023 zijn naar aanleiding van onze analyse verlaagd of uitgesteld. Dit leidt tot een vermindering van de kapitaallasten.

Gevolgen financieringsbehoefte

De acties, die we sinds Programmabegroting 2019 uitvoeren om investeringsbedragen te verlagen of te temporiseren, leiden tot een lagere financieringsbehoefte (minder/lagere leningen). Doordat in de vorige begroting nog rekening werd gehouden met hogere investeringsbedragen, is nu sprake van extra bespaarde rente.

Kapitaallastenplafond

Zoals aangegeven in de PN20 is een van de zoekrichtingen het instellen van een kapitaallasten plafond, met als doel de uitgaven verantwoord en evenwichtig te houden. Hierbij zouden de kapitaallasten worden gemaximeerd op een (nader te bepalen) percentage van de gemeentelijke begroting, door het instellen van een investeringsplafond. In de praktijk betekent dit het temporiseren van investeringen. Echter, op termijn - als de investeringen uiteindelijk worden uitgevoerd - leidt dit tot toename van de kapitaallasten boven genoemd percentage. Gelet op bovengenoemde beoordeling van de investeringsprognoses en het huidige positieve financieel beeld is de instelling van een kapitaallasten- of investeringsplafond minder urgent. De nadere uitwerking van de effectiviteit van deze maatregel wordt daarom doorgeschoven in aanloop naar de volgende begroting.

5. Uitvoeren motie areaaluitbreiding

Conform de bij de PN20 door de raad aangenomen motie wordt rekening gehouden met extra inkomsten en uitgaven als resultante van de verwachte areaaluitbreiding door de projecten Krijgsman, Bredius en Bensdorp. Op basis van de belastingadministratie en de aannamen t.a.v. verdere groei in 2020 tot 2023 (toename ca. 730 woningen) is een inschatting gemaakt van de toekomstige stijging van de totale WOZ-waarde van de gemeente. Deze WOZ-waarde is de basis voor de gemeentelijke belastingopbrengsten.

Tegenover deze opbrengsten is ook rekening gehouden met extra druk op de gemeente. Immers diverse taken zullen toenemen, zoals vergunningverlening, uitgifte van documenten e.d. Hiervoor is een aanname gedaan. Het beheer van de buitenruimte was reeds verwerkt in de onderhoudsplannen.

    Effect aangenomen amendementen

2b2   Extra BOA Jeugd

2b4   Dierenwelzijnsbeleid; niet de kat uit de boom kijken, maar de koe bij de horens vatten!

2b15 Verwijderen Doseerlichten Naarden Vesting

2b27 Conclusie beheer en onderhoud Buitenruimte

 

2.4.3 Overige zoekrichtingen Perspectiefnota 2020-2023

We hebben ervoor gekozen om de overige zoekrichtingen uit de PN20 nu niet verder uit te werken en wel om de volgende redenen:

  1. Maatregelen ambities en voorzieningenniveau: Het aangepaste financiële beeld geeft ons meer tijd voor de verdere uitwerking van deze zoekrichting naar de Perspectiefnota 2021-2024.
  2. Verhogen parkeertarieven: Het verhogen van de parkeertarieven werd niet door de gemeenteraad gesteund.
  3. Extra verhoging leges/tarieven: Er zijn geen kaders door de gemeenteraad hiervoor aangeleverd.
  4. Beperkte doorvoering prijsstijging: Deze zoekrichting is niet realistisch gelet op de feitelijke inflatie.

 

2.5 Volledig financieel beeld

Gelijktijdig met deze begroting wordt het tweede Voortgangsverslag 2019 ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd. Inmiddels is ook de Septembercirculaire 2019 bekend. De raad wordt in eind 2019 geïnformeerd over de verdeling hiervan naar taken. De gegevens uit het tweede Voortgangsverslag en de Septembercirculaire zijn niet verwerkt in de programmabegroting. Voor een volledig financieel beeld 2020 e.v. worden de structurele effecten wel meegenomen bij de presentatie van het begrotingssaldo.

 

Regelnr.

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

   

bedragen in € x 1.000

Begrotingssaldo 2020-2023

 V 1.595

 V 1.796

 V 415

 V 484

6

Structureel effect 2e Voortgangsverslag 2019

 N 483

 N 142

 N 166

 N 251

7

Meicirculaire 2019

 V 268

 N 509

 N 117

 V 48

8

Septembercirculaire 2019

N 131

V 258

V 347

V 50

Begrotingssaldo 2020-2023, incl. VV 2019-2 en sept. circ. 2019

V 1.249

V 1.403

V 479

V 331

 

6. Tweede Voortgangsverslag 2019

Diverse mutaties uit het tweede Voortgangsverslag 2019 leiden tot een structureel nadelig effect op de meerjarenbegroting. Voor de inhoud van betreffende mutaties wordt verwezen naar het tweede Voortgangsverslag 2019. De hier gepresenteerde cijfers van het 2e Voortgangsverslag zijn exclusief de meicirculaire.

7. Meicirculaire 2019

In de Meicirculaire 2019 is te lezen dat vanaf 2019 sprake is van een neerwaartse bijstelling van het accres ten opzichte van de vorige circulaire (Septembercirculaire 2018). Dit is met name als gevolg van lagere ramingen door het Centraal Planbureau inzake de ontwikkelingen van lonen en prijzen. Wel stijgt de uitkering uit het Gemeentefonds voor o.a. Jeugd en WMO. Uitgangspunt is dat deze stijging volledig ten goede komt aan de uitgaven van Jeugd en WMO (bestemde middelen). Het resterende, vrij besteedbare, deel van de uitkering wordt toegevoegd aan het begrotingssaldo. In de PN20 was al rekening gehouden met een compensatie voor de loon en prijsstijgingen van € 1.425.000. De uitwerking van de meicirculaire heeft per saldo nadelige gevolgen voor het vrij besteedbare deel voor de jaren 2021 en 2022. U bent hierover eerder geïnformeerd met een raadsmededeling.

8. Septembercirculaire 2019

De Septembercirculaire 2019 wordt met name gekenmerkt door een toename van het accres vanaf 2021 door het verwacht hogere investeringsritme bij het Rijk. Deze toename wordt deels aangewend ter dekking van de nog niet verwerkte uitwerking van het onlangs gesloten Cao-akkoord gemeenteambtenaren. Dit akkoord betekent een structurele toename van 6,25% in 2021 ten opzichte van 2019, terwijl in de begroting 2019 en 2020 samen rekening is gehouden met 5%.

Ook na verwerking van het nog vast te stellen tweede Voortgangsverslag 2019, waaronder de Meicirculaire 2019 en de Septembercirculaire 2019, is sprake van een positief financieel meerjarenbeeld, met name in 2020 en 2021.

 


[1]  Perspectiefnota 2020 en zoekrichtingen: 1. Kapitaallastenplafond, 2. Maatregelen ambities en voorzieningenniveau, 3. Verhogen parkeertarieven, 4. Extra verhoging leges/tarieven, 5. Beperkte doorvoering prijsstijging.

 

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

2.6 Leeswijzer

In de programma’s vindt u antwoord op de zogenaamde drie W-vragen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? En wat mag het kosten? Met behulp van verbinding tussen doelen en maatregelen is een en ander inzichtelijk gemaakt.

De nieuwe BBV-regeling verplicht gemeenten een lijst met beleidsindicatoren in hun begroting en jaarrekening op te nemen. Deze indicatoren zijn onderdeel van de verschillende programma’s. De meest actuele gegevens zijn beschikbaar via www.waarstaatjegemeente.nl.

 

Financiële toelichting per programma

Aan het einde van elk programma vindt u een tabel met de toelichting op de belangrijkste financiële verschillen tussen de Programmabegroting 2019 en 2020, zoals wettelijk vastgelegd in het BBV [1]. De toelichting op deze verschillen kan ook betrekking hebben op (incidentele) uitgaven en inkomsten in 2019 die in 2020 niet meer voorkomen, zoals de uitwerking van de nota Reserves & Voorzieningen.

 

Financiële begroting

Na programma 9 wordt de financiële begroting gepresenteerd, waaronder de financiële recapitulatie, het overzicht van incidentele baten en lasten inclusief het structurele begrotingssaldo, de financiële positie en de balansontwikkeling, waaronder het overzicht met het EMU-saldo[2] en de staat van Reserves en Voorzieningen. Deze laatste is een belangrijk onderdeel voor de paragraaf Weerstandsvermogen.

 

Paragrafen

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een specifieke invalshoek. U vindt hier de informatie over lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid.

 

Meerjareninvesteringsplan en verplichte taakvelden

In de begroting is het meerjaren investeringsplan opgenomen. In de toelichtingen bij de programma’s is aangegeven voor welke investeringen direct bij vaststelling van deze begroting goedkeuring door de raad wordt gevraagd. De grens hiervoor ligt, conform de financiële verordening, bij € 250.000. Voor investeringen in de bedrijfsvoering (tractie en automatisering) alsmede voorbereidingskredieten ligt die grens bij

€ 500.000. Ook zijn de verplichte taakvelden opgenomen die de nieuwe BBV-regeling voorschrijft, om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten onderling te versterken.

 

Technische uitgangspunten bij Programmabegroting 2020-2023

  1. De raming van de uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2019. De cijfers zijn gebaseerd op constante prijzen.
  2. Voor het jaar 2020 is, zoals opgenomen in de PN20, uitgegaan van onderstaande verwachte indexaties:
  • een loonstijging van 3,5% (waarvan 1% pensioenpremie)
  • voor goederen en diensten een inflatie van 2,5%;
  • inflatie van de tarieven en belastingen van 2,5%;

Voor de jaren na 2020 zijn alle baten en lasten (incl. loon en prijzen) gebaseerd op het basisjaar 2020 en is geen meerjarige indexatie verwerkt.

3. Een interne rekenrente van 2%

 

 


[1] Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten

[2] Economische en Monetaire Unie (EMU)