Hoofdlijnen

Beleid

1.1. Samen werken aan een duurzaam, sociaal, veilig en vitaal Gooise Meren

Terug naar navigatie - 1.1. Samen werken aan een duurzaam, sociaal, veilig en vitaal Gooise Meren

In deze hoofdlijnen presenteren we onze koers voor het begrotingsjaar 2021. We constateren dat de waarden die ten grondslag liggen aan ons coalitieakkoord nog steeds van toepassing zijn op ons dagelijks werk. Sterker nog; In deze tijd van corona is een duurzamer, socialer, veiliger en vitaler Gooise Meren de drijfveer voor ons als gemeentebestuur. Wij houden dan ook nadrukkelijk vast aan deze ambities. In een duurzaam Gooise Meren blijven de thema's: duurzame energie, klimaatadaptatie en een gezonde, groene en veilige openbare ruimte in leefbare buurten en wijken. We willen ook dat Gooise Meren een veilige thuisbasis is. En we maken werk van het vitaal houden van de kernen voor behoud van kwaliteit en leefbaarheid. Koers houden en blijven investeren blijft het komende jaar belangrijk.

1.1.1 Majeure opgaven 2021
Enkele majeure opgaven vragen in 2021 extra onze aandacht.

Omgevingsvisie
Een andere manier van werken bij het maken van plannen voor de fysieke leefomgeving is de essentie van de Omgevingswet. In 2020 is met de regiopartners een regionale koers opgesteld. Deze wordt als bouwsteen voor de lokale Omgevingsvisie voorgelegd. In 2021 stellen we onze lokale Omgevingsvisie vast. Op basis van de lokale Omgevingsvisie wordt gewerkt aan een Omgevingsplan Gooise Meren en worden programma's uitgewerkt. Ook gaan we aan de slag met Omgevingstafels. De Omgevingstafel wordt ingezet bij projecten die een grote rol spelen bij de directe woonomgeving van omwonenden. De eerste ervaringen met deze manier van werken zijn al opgedaan.

Energietransitie
Daarin zet Gooise Meren volgend jaar enkele belangrijke stappen. In 2050 moet alle energie in Gooise Meren duurzaam zijn opgewekt. Daarom werken we aan de Energietransitie - de overgang naar een volledig duurzame energiehuishouding. In de concept Regionale Energiestrategie (RES) zijn zoekgebieden voor het opwekken van zon- en windenergie aangewezen. In 2021 worden deze verder geconcretiseerd en samen met belangrijke stakeholders bepaald wat daadwerkelijk realiseerbaar is in de aangewezen zoekgebieden. Daarnaast zetten we in op het realiseren van zonnepanelen langs infrastructuur, op grote daken en parkeerplaatsen. Dit doen we samen met energiecoöperatie WattNu om te zorgen dat inwoners zoveel mogelijk kunnen meeprofiteren. Ook stellen we de Transitievisie Warmte op in samenwerking met de andere gemeenten in de regio. Elke gemeente moet namelijk voor eind 2021 een dergelijke visie vastgesteld hebben. Met deze Transitievisie maakt de gemeente het tijdspad inzichtelijk: wanneer kunnen welke wijken of buurten van het aardgas worden afgekoppeld. Ondertussen gaan we met het inwonersinitiatief uit Muiderberg aan de slag om een warmtenet op basis van aquathermie mogelijk te maken. Zo creëren we een vruchtbare wisselwerking tussen realisatie en visieontwikkeling.

Wijkagenda’s
Elk gebied in Gooise Meren is anders. Daarop inspelen vraagt dus maatwerk en flexibiliteit van onze organisatie en van onze partners in de samenleving. We luisteren naar wat de inwoners in een buurt of wijk belangrijk vinden. En we kijken goed naar beschikbare data van elke wijk en buurt. We spelen in op kansen en problemen. En voeren een continue dialoog over wat de belangrijkste opgaven in de wijk zijn die om actie vragen. De wijkplannen en agenda’s helpen daarbij. Die stellen we in 2021 samen op en voeren we ook samen uit met inwoners en partners. Met een wijkgerichte aanpak bepalen en doen we wat goed is voor de wijk. Zo wordt een verwevenheid zichtbaar tussen opgaven zoals onderwijs, openbare ruimte, wonen, leefbaarheid, veiligheid en ontstaan nieuwe manieren van werken, samenwerken en organiseren.

Beheerplannen
De vastgestelde Visie Buitenruimte is vertaald naar beheerplannen voor de verschillende kapitaalgoederen. Hierin zijn de financiële middelen ten behoeve van het dagelijks onderhoud, het planmatig onderhoud alsmede de benodigde investeringen opgenomen. Op dit moment is er sprake van een achttal door het college vastgestelde beheerplannen, voor onder meer het beheer van wegen, groen, kunstwerken, gebouwen en begraafplaatsen. Zoals aangegeven in de Perspectiefnota 2021-2024 is in de tweede helft van 2020 gestart met de actualisatie van de beheerplannen voor alle kapitaalgoederen, waarbij onder meer een langere doorlooptijd zal worden gehanteerd, nieuwe regelgeving wordt verwerkt en politiek-bestuurlijke ambities worden geïncorporeerd. Zoals in de Perspectiefnota 2021-2024 gemeld, verwachten we een toename van de structurele lasten vanaf 2021. Conform de voorschriften Besluit begroting en verantwoording (BBV) worden de geactualiseerde beheerplannen door de raad vastgesteld.

Ambities en voorzieningenniveau
Het college presenteert een structureel en reëel sluitende Programmabegroting 2021-2024. Dit is geheel in lijn met de koers van het college: een goed voorzieningenniveau, geen hogere lasten voor onze inwoners, maar wel financieel gezond. Dat betekent niet dat er geen zorgen zijn. De cijfers zijn meerjarig over het algemeen positief, maar de verwachting blijft dat de financiële druk op de meerjarenbegroting de komende jaren zal toenemen. Net als bij andere gemeenten zullen ook in Gooise Meren maatregelen nodig blijven om een sluitende meerjarenbegroting te behouden. We willen daarom voorsorteren op die maatregelen door de in de Perspectiefnota 2021-2024 aangekondigde heroverweging op het ambitie- en voorzieningenniveau (besparing € 300.000 structureel), verder aan te scherpen. Zie verder 2.2.3 Uitwerking maatregelen Perspectiefnota 2021-2024.

1.1.2 Structureel sluitende begroting

De meerjarig sluitende Programmabegroting 2020-2023 biedt de financiële basis voor onze plannen. Hierin beschrijven we wat we in 2021 willen bereiken, wat dat mag kosten en hoe we dat gaan betalen. De woonlasten voor inwoners worden in 2021 niet verhoogd (los van indexeringen).

1.2 Opgaven voor 2021

Terug naar navigatie - 1.2 Opgaven voor 2021

Duurzaam, Sociaal, Veilig en Vitaal is ons uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van Gooise Meren. De termen duurzaam, sociaal, veilig en vitaal staan niet los van elkaar maar vormen een elkaar versterkend geheel waarmee we de opgaven van Gooise Meren kunnen aanpakken.

1.2.1 Duurzaam
We willen dat Gooise Meren nu, maar ook in de toekomst een fijne plek is om te wonen en verblijven. De combinatie van een heel hete zomer en de corona pandemie heeft ons geleerd dat een fijne plek meer is dan een aantal vierkante meters woon-, werk- en buitenruimte. Woon- en leefcomfort voor iedereen betekent dat
we woningen moeten verbeteren (koelen en verwarmen) en dat groen een belangrijke functie vervult in de kwaliteit en beleving van onze leefomgeving. Samen met inwoners, ondernemers, provincie etc hebben we de taak om Gooise Meren bewoonbaar te houden voor volgende generaties. Deze opgave vergt een lange adem. We onderscheiden drie thema ‘s: duurzame energie, klimaatadaptatie en circulaire economie. Om deze doelen te halen, hebben we de afgelopen jaren ons klimaatprogramma opgebouwd met een langjarige integrale aanpak. Hier gaan we in 2021 mee verder.

Deze doelen en de overige doelen uit het coalitieakkoord, zoals meedoen aan het maatschappelijke leven, een stevige sociale basis en vangnet, vitale en leefbare wijken en kernen en een gezonde en veilige fysieke leefomgeving, hangen voor een belangrijk deel af van hoe wij de openbare ruimte inrichten en beheren. We zijn er verantwoordelijk voor dat iedereen zich gezond en gelukkig voelt in die openbare ruimte. We zorgen voor voorzieningen in de openbare ruimte zodat mensen zich hier prettig en veilig voelen. Het is nodig dat er meer en meer divers groen komt in de gemeente en dat we verantwoord met ons water omgaan. Deze opgave is een gezamenlijke opgave. In 2021 is er ruimte voor initiatieven die de directe leefomgeving schoner en aantrekkelijker maken, die bijdragen aan een meer circulaire economie of aan de energietransitie. Samen handhaven we verkeersregels rond snelheid en parkeren en nemen we waar nodig maatregelen in de infrastructuur om deze te beperken.

1.2.2 Sociaal
We werken aan een inclusieve samenleving, waar mensen erbij horen, ertoe doen en zelfredzaam zijn. We kijken om naar onze naaste familie, vrienden en buurt. We voelen ons betrokken bij het welzijn van de ander,
ongeacht afkomst, geslacht of geaardheid. Inwoners die zich onvoldoende redden krijgen passende ondersteuning. De ondersteuning is gericht op het hervinden van evenwicht zodat zij naar eigen vermogen mee kunnen doen aan de samenleving. De mogelijkheden vanuit de eigen omgeving en de algemene voorzieningen zijn hierbij het uitgangspunt. Als gemeente springen we bij waar dat nodig is.

We bouwen in 2021 verder aan een stevige sociale basis in het Sociaal domein om op langere termijn de ondersteuning te kunnen blijven verlenen die nodig is én om als gemeente financieel gezond te blijven. Daarvoor zetten we een innovatiebudget in om de ondersteuning aan inwoners in buurten en wijken te kunnen versterken. We realiseren een substantiële verschuiving van dure individuele specialistische inzet naar de algemene voorzieningen in de wijk, die een breed pakket op het gebied van leefbaarheid, zorg en ondersteuning bieden met op termijn naar verwachting lagere kosten. Activiteiten en pilots die bijdragen aan deze beweging komen in aanmerking voor bekostiging uit het innovatiebudget dat in 2021 het derde jaar ingaat.

1.2.3. Veilig
Een vitale samenleving is ook een veilige samenleving. Iedereen moet zich veilig kunnen voelen in en buitenshuis. Veiligheid betekent ook omkijken naar elkaar. Ook dat is Gooise Meren. Respectvol met elkaar omgaan maakt het mogelijk om kwetsbaar te zijn en ruimte te delen in een veilige sociale omgeving. In geval van een crisis zijn de gezondheid en veiligheid van onze inwoners de allerhoogste prioriteit.

In 2021 gaan we de aanpak van personen, die ernstige veiligheidsproblemen en/of ernstige overlast veroorzaken, verder ontwikkelen. Dat is nodig Sommige personen volharden in dit gedrag of ‘groeien door’, vaak in combinatie met gedrags- of psychische problemen, verward gedrag, verslaving of andere problematiek. Een integraal op de persoon toegesneden (mix van) interventie(s) is een succesvolle manier om deze personen aan te pakken. Het doel van een dergelijke persoonlijke aanpak is het verminderen van de overlast en het voorkomen van (nieuwe) strafbare feiten.

1.2.4 Vitaal
Om in een gemeente gezond en gelukkig te kunnen leven moet de economische basis op orde zijn.
Daarom gaan we door met het versterken van onze kernen en de investeringen die we doen om onze leef- en werkomgeving zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De coronacrisis laat eens te meer zien dat een robuuste economie tegen een stootje moet kunnen maar ook dat veel sectoren hiervoor nog kwetsbaar zijn. De komende periode zal dan ook in het teken staan van het verstevigen van de lokale economie.

Gooise Meren is in ontwikkeling. We investeren volop in een aantrekkelijke en belevingsvolle omgeving waarin de economie verder tot bloei kan komen. Een plek met ruimte voor wonen, werken en recreëren voor inwoners, bezoekers, bedrijven en instellingen. We zien dat de economie onder druk staat. De huidige crisis vraagt om het doorzetten van deze ingeslagen weg. Gezamenlijk optrekken en investeren met inwoners, ondernemers, en eigenaren is de sleutel tot succes. Daarom gaan we door met de ontwikkeling van de Vlietlaan, het Stationsgebied, Bredius, Krijsman en tal van grootschalige onderhoudsprojecten zoals de Mariahoeve, Eikenlaan, Beerensteinerlaan en Energiestraat. Bij deze ontwikkelingen nemen we de aspecten van mobiliteit, klimaatadaptatie, vergroening, biodiversiteit en de waterproblematiek mee. Tezamen maken deze dat we een aantrekkelijke leefomgeving creëren en behouden voor nu en in de toekomst.

1.2.5 Verdere uitwerking
Dit is een greep uit de opgaven van 2021. In de verschillende programma’s en paragrafen staat beschreven en uitgewerkt hoe we hier verder invulling aan geven.

1.3 Koers houden, investeren en keuzes maken

Terug naar navigatie - 1.3 Koers houden, investeren en keuzes maken

Terug naar de financiële uitdagingen voor de komende jaren. Vorig jaar hebben wij onze zorgen gedeeld over de financiële positie van Gooise Meren. Die zorgen zijn er nog steeds. Niet alleen bij Gooise Meren, maar bij veel gemeenten. Ons meerjaren financieel beeld staat al enige jaren onder druk. Het college is ondanks alle uitdagingen blij een structureel sluitende begroting aan de raad te kunnen presenteren. Daarbij zijn er wel diverse risico’s.

Sociaal domein
De gemeente overschrijdingen van de budgetten voor het Sociaal domein voor individuele jeugdhulp en maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Dat is mede veroorzaakt door onvoldoende rijksmiddelen om alle ambities die samengaan met de decentralisaties van 2015 te verwezenlijken. En ook doordat inwoners, waaronder jeugdigen, de gemeente steeds beter weten te vinden voor individuele ondersteuning. Dit is een probleem dat andere gemeente ook kennen. Duidelijk is dat de tekorten zonder ingrijpen de komende jaren gaan oplopen. Dat wordt dan nog eens verergerd door maatregelen zoals het abonnementstarief voor de Wmo. De gemeente staat voor de opgave om samen met, (zorg)aanbieders en inwoners en in afstemming met de samenwerkende regiogemeenten én het Rijk een financieel houdbaar Sociaal domein in te richten. Doel is uitkomen met de middelen die we hebben.

Gemeentefonds
Daarnaast dreigt de herijking van het gemeentefonds voor vele kleinere en middelgrote gemeenten de nekslag te zijn. Het gemeentefonds is een van de belangrijkste inkomsten voor de gemeente Gooise Meren. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het voornemen de verdeling van het gemeentefonds per 2022 volledig te herzien.

Coronacrisis
En dan zijn er nog de effecten van de coronacrisis. Zo maken we extra kosten voor uitkeringen voor levensonderhoud van zelfstandigen die in de financiële problemen zitten (Tozo regeling). Maar we hebben ook minder belastinginkomsten, bijvoorbeeld de toeristenbelasting, reclamebelasting of precariobelasting. Ook zijn er minder parkeeropbrengsten, minder opbrengsten uit evenementen (leges) en minder inkomsten uit paspoorten en rijbewijzen. In het hoofdstuk ‘Impact coronacrisis’ in het tweede Voortgangsverslag 2020 worden de financiële gevolgen gepresenteerd. Dit is wat we nu weten. Zodra er een beter inzicht is in verschillende ontwikkelingen, komt er nog een begrotingswijziging in de raad van december (het derde Voortgangsverslag 2020). Uiteraard zijn ook in 2021 de gevolgen merkbaar. Niet in de laatste plaats omdat het virus nog niet bedwongen is. De kwantificering vraagt echter meer inzicht in de vraag hoe en waar het de activiteiten van de gemeente raakt. We nemen daarom in de paragraaf Weerstandsvermogen alleen een inschatting op. Via de Voortgangsverslagen 2021 wordt u hier nader over geïnformeerd.

Dienstverlening inwoners
Deze stijgingen van uitgaven en daling van inkomsten bedreigen de overige dienstverlening aan inwoners. De uitvoering van gewone basistaken (onderhoud wegen, onderwijshuisvesting, onderhoud groen, sport- en culturele voorzieningen, gezondheidszorg- en duurzaamheidstaken) komt hierdoor in gevaar. We zullen de komende jaren scherpe en wellicht pijnlijke keuzes moeten maken.

1.3.1 Opdracht 2021 en verder
Onze opdracht voor 2021 en verder is helder. De opgave is een balans te zoeken tussen wat we willen en wat we aankunnen. De verhouding tussen de ambities, onze financiële positie, de draagkracht van onze gemeenschap en de capaciteit van de organisatie dienen we daarbij scherp in de gaten te houden. Kortom: koers houden en investeren, maar ook ambities bijstellen om financieel gezond te blijven. Dat laatste doen we door de voorstellen uit de Perspectiefnota 2021-2024 te verwerken in deze begroting (verlagen investeringsniveau, doorvoeren van prijsbijstellingen voor slechts 50% en bijstellen van ambities). In paragraaf 2 Financien leest u daar meer over.

1.3.2 Tot slot
Het jaar 2021 is voor ons een bijzonder jaar. Het is het laatste volle jaar dat we werken werkt aan een duurzamer, socialer, veiliger en vitaler Gooise Meren. Dat realiseren we alleen door samen te werken met de gemeenteraad, inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en medeoverheden. We kijken hiernaar uit.

Financiën

2.1 Solide begroting

Terug naar navigatie - 2.1 Solide begroting

Zoals hiervoor aangegeven, presenteert het college een structureel en reëel sluitende Programmabegroting 2021-2024. Dit is geheel in lijn met de koers van het college: een goed voorzieningenniveau, geen hogere lasten voor onze inwoners, maar wel financieel gezond.

Dat betekent niet dat er geen financiële zorgen zijn. De cijfers zijn meerjarig over het algemeen positief, maar de verwachting blijft dat de financiële druk op de meerjarenbegroting de komende jaren zal toenemen. Net als bij andere gemeenten zullen ook in Gooise Meren maatregelen nodig blijven om een sluitende meerjarenbegroting te behouden. Conform de voorstellen in de Perspectiefnota 2021-2024 verlagen we het investeringsniveau, voeren we prijsbijstellingen voor slechts 50% door en zoeken we naar mogelijkheden om onze ambities te realiseren binnen de beschikbare middelen.

Daarnaast kijken we niet alleen naar een sluitende meerjarenbegroting, maar ook naar onze financiële parameters. De financiële positie is goed, blijkt uit de meeste kengetallen, maar door het forse volume aan investeringen en een afname van de Algemene Reserve staan de schuldquote en de solvabiliteit wel onder druk. Dit vraagt om zorgvuldige beoordeling van wensen, prioritering en het maken van keuzes. We stellen in 2021, binnen het programma Financiële beheersing, een financieel beleidskader op, zodat duidelijk wordt welk effect die afweging van prioritering en keuzes heeft op deze parameters. Ook voor de komende jaren geldt: willen we de financieel gezonde en robuuste gemeente blijven, dan blijft scherp en terughoudend begroten het uitgangspunt.

In het volgende onderdeel 2.2 lichten we de opbouw toe vanaf de vastgestelde Perspectiefnota 2021-2024 tot aan voorliggend begrotingssaldo. Om dat begrotingssaldo in een breder perspectief te plaatsen, wordt in onderdeel 2.3 vervolgens ingegaan op een aantal onderwerpen, die geen onderdeel uitmaken van deze begroting maar wel financieel effect hebben op het begrotingssaldo 2021 en verder. Tenslotte beoordelen we in onderdeel 2.4 of dat saldo leidt tot een structureel begrotingsevenwicht.

2.2. Financieel beeld Programmabegroting 2021-2024

Terug naar navigatie - 2.2. Financieel beeld Programmabegroting 2021-2024

2.2.1 Perspectiefnota 2021-2024

Met de Perspectiefnota 2021-2024 bent u geïnformeerd over het financieel perspectief voor de komende jaren, namelijk een structureel sluitende begroting. Om dit te bereiken zijn enkele maatregelen voorgesteld, zoals een kapitaallastenplafond, de begrotingsscan, het doorvoeren van slechts 50% van de prijsontwikkeling en het verder terugdringen van het investeringsniveau. Daarnaast een taakstelling van structureel € 300.000 op de heroverweging van het ambitie- en voorzieningenniveau, door deze te bereiken binnen de beschikbare middelen. De door de gemeenteraad vastgestelde Perspectiefnota 2021-2024 is richtinggevend (financieel en inhoudelijk) voor de Programmabegroting 2021-2024.

 

2.2.2 Effect meicirculaire 2020

Met een raadsmededeling, kort voor de zomer, bent u geïnformeerd over de uitkomst van de meicirculaire 2020 en het effect hiervan op het begrotingssaldo zoals gemeld in de Perspectiefnota 2021-2024. Wij presenteerden u toen onderstaand financieel beeld met een tekort tot ca. € 0,5 miljoen in 2022 en 2023.

Financieel beeld zomer 2020

2021

2022

2023

2024

 

bedragen in € x 1.000

Begrotingssaldo Perspectiefnota 2021

N 261

N 294

N 41

N 1

Effect Meicirculaire 2020

N 30

N 181

N 529

N 42

Begrotingssaldo zomer 2020

N 291

N 475

N 570

N 43

Op basis van bovengenoemde is deze programmabegroting opgesteld. Enkele maanden later blijkt dit beeld enigszins gunstiger, door bijstellingen tijdens het begrotingsproces. In het volgende onderdeel gaan we daar nader op in.

 

2.2.3 Uitwerking maatregelen Perspectiefnota 2021-2024

De maatregelen uit de Perspectiefnota 2021-2024 zijn in de aanloop naar de Programmabegroting 2021-2024 nader uitgewerkt en ingevuld. Daarnaast zijn er enkele mutaties met positieve en negatieve effecten op het begrotingssaldo. Hieronder volgt het geactualiseerde financieel beeld; een meerjarig sluitende begroting met positieve saldi met uitzondering van 2022.

Regelnr.

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

 

Bedragen in € x 1.000

Begrotingssaldo zomer 2020

N 291

N 475

N 570

N 43

 

       

 

Uitwerking maatregelen perspectiefnota

 

 

 

 

1

Lagere kapitaallasten

V 959

V 242

V 324

N 248

2

Overige mutaties

N 458

N 211

V 303

V 464

3

Ambities en voorzieningenniveau

N 150

V 300

V 300

V 300

Begrotingssaldo 2021-2024

V 60

N 144

V 357

V 473

 

Toelichting op de maatregelen 

1. Lagere kapitaallasten

De uitvoering van de investeringen begint ‘op stoom’ te komen. Dit neemt niet weg dat de voorbereiding en uitvoering van investeringen uit 2019 en 2020 later worden gerealiseerd dan gepland. Hierdoor schuiven de afschrijvingslasten door naar latere jaren, waardoor in de eerste jaren een positieve afwijking zichtbaar is op de kapitaallasten.

2. Overige mutaties

Verwerking mutaties Perspectiefnota 2021-2024

Tijdens het begrotingsproces zijn de voorgestelde mutaties uit de Perspectiefnota 2021-2024 verwerkt. De uiteindelijke verwerking van de salarisbegroting, de prijsindexatie en de begrotingsscan in de begroting heeft hierbij geleid tot marginale financiële verschillen.

Er is daarnaast sprake van mutaties tijdens het begrotingsproces, die nog niet zichtbaar waren in de Perspectiefnota 2021-2024. Deze worden hieronder toegelicht.

Onderhoudsplan Zwembad De Zandzee

Om voor de jaarlijkse uitgaven aan groot onderhoud een egalisatievoorziening te kunnen instellen, is een door de raad vastgesteld beheerplan vereist. Bij de vaststelling van de beheerplannen eind 2018 ontbrak het beheerplan van Zwembad De Zandzee. Inmiddels is een actueel beheerplan 2020-2028 aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Ten opzichte van eerdere ramingen betekent dit een structureel nadeel van ca. € 200.000.

Opstellen onderhoudsbeheerplannen

Afgesproken is om de onderhoudsbeheerplannen 2018 te herzien en opnieuw vast te stellen door de gemeenteraad zomer 2021, zoals gemeld in de Perspectiefnota 2021. Die actualisatie is ook het moment om de bestaande beheerplannen te professionaliseren en invulling te geven aan bestuurlijk ambities. En daarbij te kunnen door ontwikkelen op de aspecten prestaties, kosten en risico’s en te komen naar gebiedsgerichte beheeropgaven. Dit betekent integraal afstemmen van de beheerplannen en onderbouwd de effecten in beeld brengen van de voorgenomen meerjaren onderhoudsprogramma’s. Daarnaast het planmatig inregelen van het proces om te kunnen monitoren, evalueren en bijsturen binnen de planning en controle cyclus. Ten behoeve van het opstellen van deze integrale beheerplannen openbare ruimte en het inregelen van het proces P&C is in 2021 een eenmalig extra budget van € 70.000 benodigd.

Cultuureducatie met kwaliteit

Cultuureducatie voor het primair onderwijs werd via het project ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ voor de periode 2017-2020 verzorgd via de Regio. Aangezien deze werkzaamheden zijn overgedragen aan de gemeenten, verlenen wij voor de komende periode zelf opdracht (€ 46.000/jaar). Plein C heeft als expertisecentrum voor cultuuronderwijs in de provincie Noord-Holland alle plannen van kleine en middelgrote gemeenten gebundeld tot een gezamenlijk provinciaal projectplan. Hiervoor is een matchingregeling (50%) van de provincie beschikbaar.

Kostendekkendheid riolering

Daarnaast mag bij de berekening, om de kostendekkendheid van riolering te bepalen, de BTW op de exploitatie uitgaven en de investeringsuitgaven als ‘kostenpost’ worden meegenomen. Hierbij wordt uitgegaan van de gegevens uit het vastgestelde verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). De huidige tarieven voor rioolheffing worden geïndexeerd met de in de Perspectiefnota 2021-2024 genoemde 2%. Per saldo overstijgen de kosten dan nog steeds de opbrengsten, met name door toename van de kapitaallasten van de voorgenomen investeringen. Om te komen tot de wettelijk vereiste 100% kostendekking is daardoor met name in 2023 en 2024 een extra onttrekking nodig aan de egalisatievoorziening riool. Dit levert in die jaren een voordeel op van ca. € 500.000/jaar voor de exploitatie.

3. Ambities en voorzieningenniveau

Het structurele saldo in 2021 van deze begroting is positief. Daarmee voldoen we aan onze financiële kaders, alsook de eisen van de provincie. Om ook in de komende jaren een structureel en reëel sluitende begroting te kunnen voorleggen zijn, met het oog op nog te verwachten financiële uitdagingen (zie ook 2.3), aanvullende maatregelen onafwendbaar. We willen daarom voorsorteren op die maatregelen door de in de Perspectiefnota 2021-2024 aangekondigde heroverweging op het ambitie- en voorzieningenniveau (besparing € 300.000 structureel), verder aan te scherpen. De opdracht om het ambitie- en voorzieningenniveau binnen de beschikbare middelen te realiseren, wordt daarom vanaf het jaar 2022 verdubbeld tot € 600.000. We verwachten dat de uitwerking en implementatie voor het jaar 2021 ongeveer 50% van € 300.000 (de besparing uit de Perspectiefnota 2021-2024) oplevert en vanaf 2022 de volledige verhoogde taakstelling van € 600.000.

We willen met de beschikbare middelen die we hebben en met behoud van een structureel gezonde financiële positie zoveel mogelijk van onze ambities realiseren. Wij zien hiertoe mogelijkheden. De komende jaren gaan we een aantal belangrijke inhoudelijke beleidskeuzes maken. Dit geeft ons de mogelijkheid om ook tot kostenbesparingen te komen en deze beleidsinhoudelijk aan de raad voor te leggen. Dit college ziet hierin kansen in zowel het Fysiek domein (bijvoorbeeld Omgevingsvisie en Omgevingsplan) als het Sociaal domein (bijvoorbeeld Jeugdnota en Gezondheidsnota). De komende maanden worden de voorstellen hiertoe uitgewerkt. De keuzes worden aan uw raad voorgelegd bij de presentatie van Perspectiefnota 2022-2025. Het is aan de raad om hier richting aan te geven en doelen te stellen met de middelen die we hebben.

2.3 Effecten na Programmabegroting 2021-2024

Terug naar navigatie - 2.3 Effecten na Programmabegroting 2021-2024

Gelijktijdig met deze begroting wordt het tweede Voortgangsverslag 2020 ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd en tijdens het bestuurlijke besluitvormingsproces van de begroting zal de uitkomst van de Septembercirculaire 2020 bekend worden. De raad wordt hierover separaat geïnformeerd. De gegevens uit het tweede Voortgangsverslag 2020 en de Septembercirculaire zijn derhalve niet verwerkt in deze programmabegroting, maar om de raad een volledig en transparant financieel beeld 2021 e.v. te schetsen worden de structurele effecten uit deze twee ontwikkelingen wel zichtbaar gemaakt bij de presentatie van het begrotingssaldo.

Regelnr.

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

 

 

bedragen in € x 1.000

Begrotingssaldo 2021-2024

V 60

N 144

V 357

V 473

4

Meerjarig effect 2e Voortgangsverslag 2020

N 712

N 687

N 638

N 638

5

Septembercirculaire 2020

PM

PM

PM

PM

Begrotingssaldo 2021-2024, incl. 2e Voortgangsverslag 2020 en sept. circ. 2020

N 652

N 831

N 281

N 165

 

4. Tweede Voortgangsverslag 2020

Diverse mutaties uit het tweede Voortgangsverslag 2020 leiden tot een nadelig effect op de meerjarenbegroting. Voor de inhoud van betreffende mutaties wordt verwezen naar het tweede Voortgangsverslag 2020. Na verwerking van het nog vast te stellen tweede Voortgangsverslag 2020 is sprake van een negatief financieel meerjarenbeeld voor alle jaren.

5. Septembercirculaire 2020

De uitkomst van de septembercirculaire 2020 is nog niet volledig doorgerekend. De (financiële) consequenties zullen we middels een separate raadsmededeling aan u voorleggen.

2.4 Structureel en reëel evenwicht van de meerjarenbegroting als uitgangspunt van het financieel beleid

Terug naar navigatie - 2.4 Structureel en reëel evenwicht van de meerjarenbegroting als uitgangspunt van het financieel beleid

In het gepresenteerde financieel beeld is sprake van enkele incidentele effecten. De provincie, als toezichthouder, heeft kaders opgesteld voor de beoordeling van onze begroting. Er wordt o.a. getoetst op structureel en reëel begrotingsevenwicht. Dat kader sluit aan op ons eigen financieel beleid inzake een solide houdbare financiële huishouding. Daartoe is het volgende overzicht opgesteld, zoals ook bij de Perspectiefnota 2021-2024 gepresenteerd. Het begrotingssaldo wordt daartoe ontdaan van die incidentele effecten (zie voor details het overzicht van incidentele baten en lasten in de financiële begroting).

Structureel begrotingssaldo 2021-2024

2021

2022

2023

2024

 

 

bedragen in € x 1.000

Programmabegroting 2021-2024

V 60

N 144

V 357

V 473

Effect 2e Voortgangsverslag 2020

N 712

N 687

N 638

N 638

Begrotingssaldo 2021-2024

N 652

N 831

N 281

N 165

Incidentele baten en lasten

V 1.087

V 304

V 217

V 174

Structureel begrotingssaldo 2021-2024

V 435

N 527

N 64

V 9

Door in deze begroting een vergrote taakstelling - toets op het realiseren van het ambitie- en voorzieningenniveau binnen de beschikbare middelen - op te nemen, realiseren we een structureel en reëel sluitende begroting.

Leeswijzer

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In de programma’s vindt u antwoord op de zogenaamde drie W-vragen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? En wat mag het kosten? Met behulp van verbinding tussen doelen en maatregelen is een en ander inzichtelijk gemaakt.

De nieuwe BBV-regeling verplicht gemeenten een lijst met beleidsindicatoren in hun begroting en jaarrekening op te nemen. Deze indicatoren zijn onderdeel van de verschillende programma’s. De meest actuele gegevens zijn beschikbaar via www.waarstaatjegemeente.nl.

Financiële toelichting per programma
Aan het einde van elk programma vindt u een tabel met de toelichting op de belangrijkste financiële verschillen tussen de Programmabegroting 2020 en 2021, zoals wettelijk vastgelegd in het BBV (2). De toelichting op deze verschillen kan ook betrekking hebben op (incidentele) uitgaven en inkomsten in 2020 die in 2021 niet meer voorkomen.

Financiële begroting
Na programma 9 wordt de financiële begroting gepresenteerd, waaronder de financiële recapitulatie, het overzicht van incidentele baten en lasten inclusief het structurele begrotingssaldo, de financiële positie en de balansontwikkeling, waaronder het overzicht met het EMU-saldo (3) en de staat van Reserves en Voorzieningen. Deze laatste is een belangrijk onderdeel voor de paragraaf Weerstandsvermogen.

Paragrafen
De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een specifieke invalshoek. U vindt hier de informatie over lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid.

Meerjareninvesteringsplan en verplichte taakvelden
In de begroting is het meerjaren investeringsplan opgenomen. In de toelichtingen bij de programma’s is aangegeven voor welke investeringen direct bij vaststelling van deze begroting goedkeuring door de raad wordt gevraagd. De grens hiervoor ligt, conform de financiële verordening, bij € 250.000. Voor investeringen in de bedrijfsvoering (tractie en automatisering) alsmede voorbereidingskredieten ligt die grens bij
€ 500.000. Ook zijn de verplichte taakvelden opgenomen die de nieuwe BBV-regeling voorschrijft, om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten onderling te versterken.

Technische uitgangspunten bij Programmabegroting 2021-2024

  1. De raming van de uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2020. De cijfers zijn gebaseerd op constante prijzen.
  2. Voor het jaar 2021 is, zoals opgenomen in de PN21, uitgegaan van onderstaande verwachte indexaties:
    - een loonstijging van 3,1% en 1% pensioenpremie;
    - voor goederen en diensten een inflatie van 2% (4) ; 
    - inflatie van de tarieven en belastingen van 2%;
    Voor de jaren na 2021 zijn alle baten en lasten (incl. loon en prijzen) gebaseerd op het basisjaar 2021 en is geen meerjarige indexatie verwerkt.
  3. Een interne rekenrente van 2%.

 

2)Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
3)Economische en Monetaire Unie (EMU)
4)Hiervan is, conform maatregel in de Perspectiefnota 2021, slechts 50% verwerkt in de begroting.