Uitgaven

28,84%
€ 41.504
x €1.000
28,84% Complete

Inkomsten

6,2%
€ -8.917
x €1.000
6,2% Complete

Saldo

0%
€ 32.588
x €1.000

7. Programma Zorg en Welzijn, Onderwijs en Jeugd

Uitgaven

28,84%
€ 41.504
x €1.000
28,84% Complete

Inkomsten

6,2%
€ -8.917
x €1.000
6,2% Complete

Saldo

0%
€ 32.588
x €1.000

Ambitie

Terug naar navigatie - Ambitie

Transformatie in het sociaal domein
Het leidende principe in het sociaal domein is de zogenaamde transformatiegedachte. Het doel is de zelfredzaamheid van mensen te versterken en hun participatie te verhogen, waardoor hun sociale en economische situatie verbetert. Dan neemt de druk op (intensieve) professionele of specialistische zorg of ondersteuning af en blijft er voldoende ruimte voor hen die daadwerkelijk zwaardere vormen van zorg en ondersteuning nodig hebben. Het gaat om het creëren van een nieuwe balans tussen de informele en de formele ondersteuning en zorg en daarnaast om het effectiever maken van de inzet van professionele ondersteuning om het stelsel op termijn houdbaar en betaalbaar te houden. Dit vergt een ander gedrag van professionals en burgers, een andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan van burgers/cliënten, professionals, instellingen en gemeenten.

Ambitie: inclusie
Bij meedoen aan het maatschappelijke leven gaat het om betekenisvolle contacten en zinvol bezig zijn (wonen, werken, sporten, vrienden maken e.d.). Meedoen heeft een positief effect op de ervaren gezondheid en welzijn van onze inwoners. Het draagt bij aan een gezonde en vitale samenleving waarin iedereen talenten kan ontwikkelen, waar kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien en kansen krijgen, waar inwoners in verbinding staan met elkaar en mee kunnen doen aan het ‘gewone’ leven. Alle inwoners doen zo lang mogelijk zelfstandig, volwaardig en met een aanvaardbare kwaliteit mee aan de samenleving en worden ondersteund waar nodig. De mens staat centraal, niet de ondersteuningsbehoefte. De mensen moeten op hun krachten worden aangesproken. De Inclusie-agenda betreft meer terreinen dan het sociaal domein, zie daarvoor programma 1.

Krachtenveld
We hebben in de afgelopen jaren gemerkt dat de praktijk echter weerbarstig is. De maatschappij is niet maakbaar. Er zijn autonome factoren die de transformatieproces in het sociaal domein complex maken, zoals de vergrijzing [bron: CBS], de toename van het aantal kleinere huishoudens [bron: CBS], en het feit dat kwetsbare inwoners steeds langer thuis wonen [bron: Nivel]. Wat de transformatie  bemoeilijkt zijn in de eerste plaats het tekort aan passende woningen (met zorg) en de wachtlijsten in de specialistische hulp en ondersteuning (mede door personeelstekort in de zorg). Ook de volgende landelijke trends zijn van invloed op de transformatie:  individualisme,  de afname van de vrijwillige inzet [bron: NOV], en  het feit dat minder mensen dan verwacht manteltaken op zich nemen [bron: SCP]. Daarnaast is in de praktijk de inzet van de eigen kracht van inwoners  lastiger te realiseren dan gedacht [bron: SCP].  We zien tegelijk een toenemend beroep van inwoners op ondersteuning en hulp bij de gemeente. Ook kent de Zorgverzekeringswet (Zvw) minder dekking en is de toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) verscherpt, waardoor er vaker en langer een beroep wordt gedaan op de gemeente (Jeugdwet/Wmo). De betaalbaarheid en houdbaarheid van de jeugdhulp en Wmo staan door dit alles onder druk. We zien een toename van het aantal jeugdigen dat hulp nodig heeft en ook een stijging in de kosten per jeugdige. Ook doen volwassenen vaker een beroep op geïndiceerde begeleiding. De invoering van het inkomensonafhankelijke abonnementstarief (vaste lage eigen bijdrage per huishouden) draagt hier negatief aan bij, zoals onder meer de toename van huishoudelijke hulp laat zien. Het voorgaande is een landelijk beeld.

Coronacrisis
Naast het boven geschetste krachtenveld is er de Coronacrisis. Het blijkt essentieel dat we binnen het sociaal domein kunnen terugvallen op een duurzame en solide structuur van samenwerking en afstemming. Lokaal (en regionaal) blijven we samen met onze maatschappelijke partners adequaat en flexibel inspelen op hulp- en ondersteuningsvragen van onze inwoners. De Coronacrisis is op dit moment niet voorbij en grijpt nog steeds fors in op de wijze waarop inwoners werken, leven, leren en zorgen. Zowel op de korte als de lange termijn. De bestrijding van de pandemie legt grote vraagstukken -in de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in de zorg- onder een vergrootglas. De meervoudigheid van deze crisis maakt daarmee dat kwetsbare inwoners nog kwetsbaarder zijn geworden op het gebied van de arbeidsmarkt, inkomen, welbevinden en gezondheid (psychische druk, eenzaamheid).

Strategie voortzetten
We leggen meer nadruk op normaliseren en demedicaliseren (lees: niet problematiseren). Het is noodzakelijk te blijven investeren in de structuur van informele zorg, algemene voorzieningen, vrijwilligerswerk en mantelzorg.  Met onze investeringen in een sterke sociale basis dragen we bij aan twee effecten, namelijk prettig samenleven in vitale en verbonden wijken en buurten én preventie en herstel: mensen in een kwetsbare situaties kunnen gewoon meedoen. We zetten onze budgetten in op terreinen waar we maatschappelijk rendement verwachten. Hoewel dit rendement een lange adem nodig heeft [bron: SEOR] en het effect ervan  moeilijk in geld uit te drukken is [bron: SCP], blijven we geloven in de ingezette koers van hulp- en ondersteuning dichtbij. Inzet op preventie en vroegsignalering zijn daarbij essentieel, omdat we ervan overtuigd zijn dat problemen zo eerder in zicht zijn of liefs nog voorkomen worden (of  verergering daarvan). Door vroegtijdig te signaleren, te bespreken en zo nodig in te grijpen kan duurder maatwerk vaak uitgesteld worden.  We realiseren daarmee een verschuiving van dure individuele specialistische inzet naar de algemene voorzieningen in de wijk, die een breed pakket op het gebied van leefbaarheid, zorg en ondersteuning bieden. Als hulp- en ondersteuning echt nodig zijn zetten we de goedkoopst mogelijke adequate oplossing in. 
Samen met de Regio Gooi en Vechtstreek voeren we regionale maatregelen uit om daarmee zorgkosten van geïndiceerd maatwerk Jeugd/Wmo te beheersen (uit de ‘Verkenning Naar een financieel gezond sociaal domein’). De kortetermijnmaatregelen voeren we zo snel mogelijk in. Met de Regio monitoren we de impact van deze beheersmaatregelen. Ook voeren we lokale maatregelen uit. De beheersmaatregelen hebben kort gezegd betrekking op de toegang, d.w.z. op in-, door- en uitstroom geïndiceerd maatwerk,  het versterken van algemene voorzieningen, de effectiviteit van zorg (o.a. samenwerking tussen organisaties), en op het  verder toerusten van consulenten. Zowel lokale als regionale maatregelen zijn verwerkt in de begroting.
De extra gelden voor jeugdhulp zetten we lokaal en regionaal in voor een integrale aanpak, vanuit de eerder geschetste transformatiegedachte. De vraag daarbij zal zijn: Hoe willen we dat onze kinderen opgroeien? In plaats van: Hoe organiseren we de hulp goed?

Het bovenstaande is een langdurige opgave die vertaald is in diverse nieuwe nota's die na vaststelling, in 2022 in uitvoering gaan, zoals de Jeugdnota, Gezondheidsnota, en het Actieplan Mantelzorg.

 
 

7.1 Optimale dienstverlening sociaal domein

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.1.1 Doelstelling - Doelmatige inzet maatwerkvoorzieningen - inwoners jonger dan 18 jaar

Terug naar navigatie - 7.1.1 Doelstelling - Doelmatige inzet maatwerkvoorzieningen - inwoners jonger dan 18 jaar

We bevorderen de eigen kracht van onze jeugdigen en het gezinssysteem door bij een hulpvraag aan te sluiten bij wat onze jeugdigen en hun ouders zelf belangrijk en prettig vinden. Uitgangspunten daarbij zijn maatwerk, normaliseren en demedicaliseren. 

 

Zo gaan we dat doen

7.1.2 Doelstelling - Doelmatige inzet maatwerkvoorzieningen - inwoners 18 jaar en ouder

Terug naar navigatie - 7.1.2 Doelstelling - Doelmatige inzet maatwerkvoorzieningen - inwoners 18 jaar en ouder

De hulpvraag van onze inwoners is het uitgangspunt. De klantreis van hulpvraag tot (verlengen) zorgplan en bijhorende beschikking én de evaluatie van casussen levert ons informatie op waarmee we op doelmatige inzet kunnen (bij)sturen. Langdurige indicaties lopen we steekproefsgewijs na. 

Zo gaan we dat doen

7.1.3 Doelstelling - Informatievoorziening optimaliseren

Terug naar navigatie - 7.1.3 Doelstelling - Informatievoorziening optimaliseren

Inwoners hebben behoefte aan een duidelijk en actueel overzicht waar (laagdrempelige) hulp- en ondersteuning te vinden is.  Ook instellingen en organisaties weten elkaar niet altijd te vinden.

Zo gaan we dat doen

7.2 Opgroeien en kansen krijgen - inwoners jonger dan 18 jaar

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.2.1 Doelstelling - Preventie en vroegsignalering inzetten

Terug naar navigatie - 7.2.1 Doelstelling - Preventie en vroegsignalering inzetten

We willen kinderen van -9 maanden tot jongeren van 27 jaar in beeld hebben en houden. We hebben met de ketenpartners die de kinderen zien, afspraken over vroegsignalering en preventieve maatregelen.

 

Zo gaan we dat doen

7.2.2 Doelstelling - Voorkomen van onderwijsachterstand

Terug naar navigatie - 7.2.2 Doelstelling - Voorkomen van onderwijsachterstand

De doelstelling is dat alle kinderen onderwijs volgen en zich kunnen ontwikkelen. Om onderwijsachterstand te voorkomen, hebben we gerichte aandacht voor onderwijsachterstanden en het vergroten van kansen voor leerlingen.

 

Zo gaan we dat doen

7.2.3 Doelstelling - Realisatie van toekomstbestendige onderwijshuisvesting

Terug naar navigatie - 7.2.3 Doelstelling - Realisatie van toekomstbestendige onderwijshuisvesting

Met het integraal huisvestingsplan onderwijs als uitgangspunt willen we voldoende en adequate duurzame toekomstbestendige huisvestingsvoorzieningen voor het onderwijs realiseren en in stand houden, dat zoveel mogelijk aansluit bij de eisen en wensen van de gebruikers in het onderwijs.

Zo gaan we dat doen

7.3 Sterke sociale voorzieningen: samenleven en een leven lang meedoen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.3.1 Doelstelling - Collectieve voorzieningen versterken

Terug naar navigatie - 7.3.1 Doelstelling - Collectieve voorzieningen versterken

Collectieve voorzieningen zijn onderdeel van de sociale basis. Met een sterke sociale basis dragen we bij aan twee effecten: 1. Prettiger samenleven in vitale en verbonden wijken en buurten 2. Preventie en herstel: meer mensen in kwetsbare situaties kunnen gewoon meedoen in de eigen buurt. Daarmee hopen we specialistisch maatwerk op indicatie te voorkomen of uit te stellen.

 

Zo gaan we dat doen

7.3.2 Doelstelling - Wonen met zorg

Terug naar navigatie - 7.3.2 Doelstelling - Wonen met zorg

We voeren de in 2021 opgestelde gemeentelijke visie op wonen met zorg uit. We brengen wonen en zorg dichter bij elkaar.  Er moeten meer woningen komen. De vraag naar passende woonruimte, met allerlei varianten van ambulante zorg en ondersteuning, is toegenomen en het huidige tekort zal in de komende jaren alleen maar toenemen. Inwoners blijven, ook als ze ouder worden (vergrijzing), langer zelfstandig thuis wonen dan vroeger.  Ook zijn er meer kwetsbare inwoners die na een begeleidingstraject, in bijvoorbeeld een instelling voor beschermd wonen of een pleeggezin, zelfstandig willen, kunnen en moeten wonen.  De samenwerking daarbij met partners als corporaties, zorginstellingen, huisartsen is essentieel om stappen te kunnen zetten. We werken in dit alles nauw samen met programma 4 Wonen. 

7.4 Omzien naar elkaar

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.5 Gezonde leefomgeving & leefstijl

7.6 Bescherming en Opvang

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.7 Dierenwelzijn

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

7.7.1 Doelstelling - Zorgen voor een goed leven voor dieren

Terug naar navigatie - 7.7.1 Doelstelling - Zorgen voor een goed leven voor dieren

De gemeente heeft zorgplicht voor dieren als er niet voor ze gezorgd wordt (huisdieren) of als ze niet voor zichzelf kunnen zorgen (wilde dieren).  De in 2019 vastgestelde beleidsnotitie dierenwelzijn geeft aan hoe we uitvoering geven aan de gemeentelijke taken en aan de regisserende rol van de gemeente op het gebied van zorg en bescherming van dieren. Zo zorgen we voor een prettige leefomgeving voor mens en dier, vergroten we de biodiversiteit, stimuleren we natuurinclusief bouwen en educatie over milieu en dierenwelzijn. 

 

Zo gaan we dat doen

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2020 Begroting 2021 (na wijziging) Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
Lasten
626 Onderwijshuisvesting 3.530 6.811 3.540 3.565 3.831 4.279
627 Overige onderwijs 1.743 2.133 1.988 1.988 1.988 1.987
628 Collectieve voorzieningen 4.019 4.297 3.891 3.617 3.618 3.618
629 Maatwerkvoorzieningen wmo 10.798 9.695 9.886 9.732 9.697 9.647
630 Maatwerkvoorzieningen jeugd 12.549 11.796 12.432 12.115 12.010 11.950
631 Opvang en beschermd wonen 7.169 5.616 5.300 5.300 5.300 5.300
632 Gezondheidszorg 2.560 2.689 2.585 2.561 2.562 2.562
Totaal Lasten 42.369 43.037 39.623 38.878 39.006 39.344
Baten
626 Onderwijshuisvesting -5 0 0 0 0 0
627 Overige onderwijs -204 -230 -230 -230 -230 -230
628 Collectieve voorzieningen -91 -12 0 0 0 0
629 Maatwerkvoorzieningen wmo -201 -497 -450 -450 -450 -450
630 Maatwerkvoorzieningen jeugd -32 0 0 0 0 0
631 Opvang en beschermd wonen -7.164 -5.388 -5.388 -5.388 -5.388 -5.388
632 Gezondheidszorg -16 0 0 0 0 0
Totaal Baten -7.712 -6.127 -6.067 -6.067 -6.067 -6.067
Resultaat voor bestemming 34.657 36.910 33.555 32.811 32.939 33.276
Stortingen
626 Onderwijshuisvesting 0 13.090 0 0 0 0
Onttrekkingen
626 Onderwijshuisvesting -120 -2.463 -96 -95 -93 -92
627 Overige onderwijs -2 -2 -2 -2 -1 -1
628 Collectieve voorzieningen -270 -270 -270 0 0 0
Totaal Onttrekkingen -392 -2.735 -368 -96 -95 -93
Saldo reserves -392 10.355 -368 -96 -95 -93

Toelichting financiële verschillen

Terug naar navigatie - Toelichting financiële verschillen

Toelichting verschillen begroting 2022 t.o.v. begroting 2021
Onderdeel programma 7 Verschil (x € 1.000) 

V/N 

(V= voordeel, N= nadeel)

Doorbelastingen

Betreft doorbelastingskosten ambtelijk apparaat, nadere toelichting zie programma 9.

-887 V

Reserve tijdelijke huisvesting onderwijs

In 2021 was een dotatie aan de reserve Tijdelijke huisvesting onderwijs voorzien. Daarnaast is sprake van lagere kapitaallasten, o.a. door verlaging van het interne rentepercentage van 2% naar 1,5%.

-13.945 V
Overige onderwijs
Vanuit het proces Duurzame Balans in de Perspectiefnota kon, op basis van een begrotingsscan, het onderwijsbudget worden verminderd. 
-100 V

Collectieve voorzieningen
Het budget voor collectieve voorzieningen is in 2021 verhoogd met 150k, voor toename subsidieverlening aan de organisaties in het maatschappelijk voorveld. Op die manier is de dienstverlening op sterkte gehouden en getracht om de instroom in maatwerkvoorzieningen te helpen beperken. Daarnaast was in 2021 voor inclusie ten behoeve van de CUP 80k begroot.

-250 V
Maatwerkvoorzieningen WMO
Op basis van de prognose voor individuele voorzieningen zijn de lasten verhoogd. Daarnaast zijn de baten verlaagd als gevolg van invoering van het abonnementstarief.
880 N
Maatwerkvoorzieningen Jeugd
Zowel in het gedwongen kader als het vrijwillige kader is er een toename van de vraag te zien. Daarom ramen we de lasten voor Jeugd vooralsnog bij. Hiervoor zijn extra Rijksmiddelen ontvangen (zie Programma 9). 
560 N

Opvang en beschermd wonen

In 2021 is incidenteel budget overgeheveld wat in 2020 niet was uitgegeven.

-280 V

Overige verschillen 

Diverse posten < € 70.000

-56 V
Totaal -14.078 V

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

Het totaal aan voorgenomen investeringen voor dit programma in 2022 bedraagt € 2,9 mln. Dit betreft investeringen voor nieuwbouw ONS en Tweemaster. De bijbehorende kapitaallasten zijn al in deze begroting verwerkt.