De afgelopen jaren kwamen vanuit het Rijk tal van extra taken naar de gemeenten, werden de opgaven complexer en de inwoner kritischer op de producten en diensten van de gemeente. Als gevolg hiervan is er in de afgelopen jaren in de voortgangsverslagen geregeld extra geld beschikbaar gesteld voor incidentele capaciteit. Er is door de organisatie strak gestuurd om binnen de beschikbare personeelsbudgetten te blijven. Maar de knelpunten zoals die begin 2020 bestonden, zijn eigenlijk in stand gebleven. We merken dat het hier en daar knelt en we tegen onze ‘operationele grenzen’ aanlopen waarmee ook de dienstverlening en kerntaken van de gemeente in gevaar komen.  Daarnaast maakt de huidige krapte binnen de ambtelijke organisatie dat alle ruimte voor ontwikkeling wordt gebruikt voor het inhoudelijke werk. Het is noodzakelijk dat we structureel ruimte creëren om het werk te kunnen doen. 
Daarom investeren we in uitbreiding van de formatie.