Programma 2 Kansrijk opgroeien

Maatschappelijke effecten

Terug naar navigatie - Maatschappelijke effecten

Alle kinderen in Gooise Meren groeien kansrijk op.
De gemeente Gooise Meren faciliteert de onderwijsinstanties in het uitvoeren van hun taak en draagt zorg voor voldoende en kwalitatief goede onderwijshuisvesting.

Daarnaast zet de gemeente zich in voor het laagdrempelig toegankelijk maken van mogelijkheden voor talentontwikkeling, zoals sport, muziek- en cultuuronderwijs.

 

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's

Beleidsplan sociaal domein 2022

Integraal beleidsplan jeugd Gooise Meren april 2024

Beleidskader onderwijskansen Gooise Meren

2.1. Jeugdbeleid

Terug naar navigatie - 2.1. Jeugdbeleid

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Gooise Meren is met haar ligging en voorzieningen een prachtige gemeente om in op te groeien. Als gemeente willen wij dat alle kinderen de mogelijkheid krijgen dit kansrijk te doen, waarbij wij voorwaardenscheppend, stimulerend en toegankelijk zijn. We dragen bij aan de brede ontwikkeling van jeugdigen door een breed en inclusief aanbod aan onderwijs, opvang, sport, speelgelegenheid en kunst/cultuur. Zo is het staand beleid dat we speelplekken op verzoek inclusief toegankelijk maken, dat we jongeren ondersteunen bij initiatieven en de toegang tot sport en cultuur stimuleren.

Daarom geven we extra aandacht aan:
• we voeren de nota integraal jeugdbeleid uit op basis van het uitvoeringsprogramma.
• we betrekken jeugd steeds bij ons beleid en de keuze voor voorzieningen.

2.2. Jeugdzorg

Terug naar navigatie - 2.2. Jeugdzorg

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

In ons aandeel voor de zorg voor onze jeugd stimuleren we een snelle en adequate hulpverlening. Door instroom te verlagen en doorstroom en uitstroom te bevorderen willen we dat er minder kinderen in de jeugdzorg zitten. We investeren gericht in preventie en zetten in op normaliseren en de-medicaliseren. Zo waarborgen wij dat zorg beschikbaar blijft voor die kinderen die het echt nodig hebben.

Daarom geven we extra aandacht aan:
• we investeren in collectieve voorzieningen die preventief werken, zoals zorg voor passende hulp voor jeugdigen bij ingrijpende keuzes.
• we kijken o.a. bij verlengingen telkens kritisch of specifieke jeugdzorg nog steeds de beste oplossing is voor jeugdigen en gezinnen.
• we zorgen voor versterking van het gemeentelijk jeugdteam, zodat er meer tijd is om tot een op maat gesneden toeleiding te komen en de hulptrajecten te kunnen volgen.

2.3. Onderwijs & onderwijshuisvesting

Terug naar navigatie - 2.3. Onderwijs & onderwijshuisvesting

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

We willen dat kinderen vrije keuzes en gelijke kansen en behandeling krijgen in het onderwijs. We werken hierbij actief samen met de onderwijsinstanties. Het Integraal Huisvestingsplan (IHP) is het richtsnoer voor onderwijshuisvesting. De arbeidskrapte en de stijging van de bouwkosten vragen om scherpere prioritering in de tijd. We kijken naar multifunctioneel gebruik van de huisvesting voor zowel onderwijs als voor activiteiten buiten schooltijd.

Daarom geven we extra aandacht aan:
• we stimuleren gelijke kansen voor alle kinderen bij de aanmeldprocedures voor scholen (PO & VO).
• het Integraal Huisvestingsplan (IHP) is het richtsnoer voor onderwijshuisvesting.

Welke verbonden partijen zijn erbij betrokken?

Terug naar navigatie - Welke verbonden partijen zijn erbij betrokken?

Deze verbonden partijen dragen bij aan het bereiken van de maatschappelijke effecten van programma 2:

- Regio Gooi en Vechtstreek

- Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek (werknaam Talent Primair)

Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragraaf Verbonden partijen.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Kansrijk opgroeien
Realisatie 2023
Begroting 2024 (na wijziging)
Begroting 2025
Raming 2026
Raming 2027
Raming 2028
Bedragen x € 1.000
Lasten
Jeugdbeleid
1.016
1.881
2.159
2.159
2.158
2.158
Jeugdzorg
15.474
16.780
16.131
15.232
15.130
15.028
Onderwijs en onderwijshuisvesting
6.712
7.391
9.060
10.796
10.807
10.806
Totaal lasten
23.202
26.051
27.350
28.187
28.095
27.993
Baten
Jeugdbeleid
71-
110-
110-
110-
110-
110-
Jeugdzorg
-
339-
-
-
-
-
Onderwijs en onderwijshuisvesting
792-
930-
-
-
-
-
Totaal baten
863-
1.379-
110-
110-
110-
110-
Resultaat voor bestemming
22.339
24.672
27.240
28.077
27.985
27.882
Onttrekkingen reserves
Jeugdbeleid
-
26-
26-
26-
26-
26-
Onderwijs en onderwijshuisvesting
163-
309-
309-
309-
309-
309-
Totaal onttrekkingen reserves
163-
335-
335-
335-
335-
335-
Saldo reserves
163-
335-
335-
335-
335-
335-
Resultaat na bestemming
22.176
24.337
26.905
27.742
27.650
27.548

Toelichting financiële verschillen

Terug naar navigatie - Toelichting financiële verschillen
Toelichting verschillen begroting 2025 t.o.v. begroting 2024    
Onderdeel programma 2

Verschil

(x € 1.000) 

V/N 

(V= voordeel,
 N= nadeel)

Algemeen

Loon- en Prijsontwikkeling

Conform Perspectiefnota 2025 zijn de salarisbudgetten met 6% en de overige budgetten met 1,4% verhoogd.

   

Jeugdbeleid

De toename van kosten leerlingenvervoer leidt tot een hogere bijdrage aan de regio.

279 N

Jeugdzorg

Conform de Perspectiefnota 2025 is 1 fte praktijkondersteuner jeugd toegevoegd. 
Daarnaast is het uitgavenbudget verhoogd met de in de meicirculaire 2024 toegekende compensatie in verband met het uitblijven van besparingen door het Rijk.

310 V

Onderwijs en onderwijshuisvesting

Bij het CUP is een oplopende reeks kapitaallasten opgevoerd vooruitlopend op de uitwerking van het IHP (N € 1,5 miljoen). Aanvullend is in de vastgestelde visie IHP aangegeven dat dit gepaard
gaat met een structurele (kapitaal)lastentoename (N € 776.000).

2.599 N
Totaal 2.568 N

Investeringen
Er worden in 2025 diverse voorbereidingen getroffen voor de nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. De totale investeringsuitgaven bedragen € 2,2 miljoen. De kapitaallasten van deze voorgenomen investeringen zijn verwerkt in het meerjarenperspectief van deze programmabegroting. Voor detailinformatie wordt verwezen naar bijlage 1.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren

De gegevens van de Gezondheidsmonitor zijn eens per 2 jaar beschikbaar en kunnen variëren in uitgevraagde thema's, waardoor niet ieder jaar dezelfde data beschikbaar zijn. Hierdoor zijn de indicatoren voor 2022 niet ingevuld. 

De gegevens van de Gezondheidsmonitor zijn eens per 2 jaar beschikbaar en kunnen variëren in uitgevraagde thema's, waardoor niet ieder jaar dezelfde data beschikbaar zijn. Hierdoor zijn de indicatoren voor 2022 niet ingevuld. 

Indicatoren Jeugdbeleid
nr.
Omschrijving indicator
2021
2022
2023
Streefwaarde
Bron
1.
Middelengebruik
Gezondheidsmonitor Jeugd, GGD’en en RIVM
1.1
Het percentage jeugdigen dat 5 of meer drankjes bij één gelegenheid heeft gedronken in de afgelopen vier weken
30,8
27,1
18,2 (landelijk gemiddelde)
1.2
Het percentage jeugdigen wat wekelijks rookt
9,8
10,1
6,2 (landelijk gemiddelde)
1.3
Het percentage jeugdigen wat wekelijks vapet
8,4
9,1 (landelijk gemiddelde)
1.4
Het percentage jeugdigen dat ooit wiet/hasj heeft gebruikt
17,3
14,9
9,1 (landelijk gemiddelde)
Toelichting: 1. Het middelengebruik onder jeugdigen daalt, met als uiteindelijk streven daling tot het landelijk gemiddelde op alle vormen van middelengebruik.
Indicatoren Jeugdzorg
nr.
Omschrijving indicator
2021
2022
2023
Streefwaarde
Bron
1.
Geindiceerde jeugdhulp en gedwongen jeugdhulp
CBS Statline
1.1
Het percentage jongeren met jeugdhulp (van alle jongeren tot 18 jaar)
10,8
11,2
11,1*
10,8 (landelijk gemiddelde)
1.2
Het percentage jongeren met jeugdbescherming (van alle jongeren tot 18 jaar)
0,7
0,9
0,7*
0,7
1.3
Het percentage jongeren met jeugdreclassering (van alle jongeren van 12 tot 23 jaar)
0,1
0,1
0,1*
0,1
* over 2023 zijn alleen voorlopige cijfers beschikbaar
Toelichting: 1. Het aantal jeugdigen dat geïndiceerde jeugdhulp is gelijk aan het landelijk gemiddelde De verwachting is dat de inzet van de POH Jeugd en het verlenen basishulp door het lokale team een mogelijke daling van geïndiceerde jeugdhulp ondersteunt. Deze interventies sluiten aan op de uitvoering van de landelijke Hervormingsagenda Jeugd. De gedwongen maatregelen, jeugdbescherming en jeugdreclassering, zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het streven is dat deze gelijk blijven of afnemen.
Indicatoren Onderwijs & Onderwijshuisvesting
nr.
Omschrijving indicator
2021
2022
2023
Streefwaarde
Bron
1.
Achterstandsscore gemeente
9,35
74,98
292,93
CBS
2.
Gebouwen met voldoende ruimte, technische kwaliteit, functionaliteit en binnenklimaat
<50% van de schoolgebouwen
100% van de schoolgebouwen in 2039 is gerenoveerd of nieuwgebouwd en te beoordelen als goed op de genoemde aspecten.
IHP 2024
3.
Gebouwen die een zo klein mogelijk ecologische footprint hebben
WEii-metingen gedaan voor 50% van de gebouwen, waarvan slechts 1 als Paris Proof* beoordeeld
100% van de schoolgebouwen in 2039 zijn gemeten en verduurzaamd, waardoor bij de WEii-metingen voor alle gebouwen de klasse zuinig of hoger wordt behaald.
IHP 2024
Toelichting: 1. Het CBS meet op basis van risico-indicatoren onderwijsachterstanden. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen. Achterstandsscores worden op inidividueel niveau gemeten aan de hand van risico indicatoren. Deze worden ook per school bekeken. In Gooise Meren hebben enkele scholen een hoge achterstandsscore.
2021
2022
2023
St. Vitusschool
269,49
263,09
220,08
Zonnewijzer
287,36
281,72
404,61
Tweemaster
110,49
90,48
81,77
2. Het geven van onderwijs is goed mogelijk als gebouwen voldoen aan een aantal aspecten. Deze gebouwen zijn ruim genoeg, hebben een goede technische kwaliteit, een goede functionaliteit en goed binnenklimaat. 3. Gebouwen die een zo klein mogelijke ecologische footprint hebben dragen bij aan een leefbare omgeving voor alle inwoners. Ze scoren goed op duurzaamheid en circulariteit. In 2023 is de WEii indicatie van de helft van de schoolgebouwen gemeten (van zeer onzuinig, via onzuinig, gemiddeld, zuinig, zeer zuinig, Paris Proof naar WENG - Werkelijk Energie Neutraal). Van deze gebouwen werd 56% beoordeeld als zuinig of beter, met Paris Proof als hoogste beoordeling voor slechts 1 gebouw. * De klasse Paris Proof is gebaseerd op de door Dutch Green Building Council opgestelde doelwaarden voor het realiseren van de 2050-doelstelling van het akkoord van Parijs. Werkelijk energieneutraal (WENG) staat voor een gebouw dat per jaar evenveel energie produceert als het gebruikt.