Vertrekpunt

Terug naar navigatie - Vertrekpunt

Vertrekpunt

Terug naar navigatie - Vertrekpunt

Voorsorteren op financieel onzekere tijd: keuzes maken
Voor het jaar 2025 bieden we een structureel en reëel sluitende begroting aan. Dit is niet vanzelfsprekend, want in de afgelopen jaren werd al duidelijk dat de financiële ruimte door het ravijnjaar en het financieringstekort van het Rijk in 2025 zeer beperkt zou zijn. Gemeenten ontvangen veel minder geld van het Rijk voor het uitvoeren van hun taken. Doordat deze korting op het gemeentefonds in 2025 voor een deel als incidenteel mag worden gezien kunnen we in dit jaar invulling geven aan de door de raad aangenomen motie ‘M24-55 Aanpassingen begroting’ en een structureel sluitende begroting voor 2025 aanbieden. Hiervoor hebben we, zoals bij de Perspectiefnota 2025 is besloten, een aantal ombuigingen doorgevoerd. De keerzijde is dat ook een forse onttrekking op de Algemene Reserve noodzakelijk is. 

In de financiële context van 2025 willen we dit jaar zoveel mogelijk invulling geven aan de ambities uit het coalitieakkoord: investeren in zorg, gezondheid en cultuur, stappen maken op het gebied van klimaat en energie, de woonvoorraad beter afstemmen op de woonbehoeften en uitvoering geven aan onze mobiliteitsvisie. Daarnaast willen we onze reguliere gemeentelijke taken en het bestaande beleid adequaat uitvoeren. 

Vanaf 2026 is er te weinig financiële ruimte voor al onze ambities en moeten verdere, duidelijke keuzes worden gemaakt. Tegelijk met de Begroting 2025 stellen wij een proces aan u voor om in aanloop naar de Perspectiefnota 2026 motie M24-55 verder uit te werken. De onderbouwingen die hierbij worden opgeleverd moet de raad in staat stellen om keuzes te maken in de ombuigingen. Bij het opstellen van meerjarig beleid in 2025 zijn we ons bewust van onzekerheid over financiële middelen vanaf 2026, omdat deze keuzes dan nog niet zijn gemaakt.

Door verstandig gebruik te maken van de tijdelijke financiële ruimte blijft Gooise Meren een aantrekkelijke gemeente, waarbij we nadrukkelijk oog houden voor inwoners en ondernemers die het niet makkelijk hebben.

Ambitie: uitvoering en samenwerking

Terug naar navigatie - Ambitie: uitvoering en samenwerking

Wat gaan we doen

Terug naar navigatie - Wat gaan we doen

Wat gaan we doen 
Hieronder laten zien welke accenten we de komende periode leggen bij de uitvoering van het coalitieakkoord ‘Gooise Meren op koers’.  Hierbij zoeken we steeds de juiste balans tussen ons ambitieniveau en de beschikbare ambtelijke capaciteit en andere middelen.

Programma 1 en 2, het sociale domein
In het komende jaar leggen we de focus op onderwijshuisvesting, het vergroten van grip op de uitgaven binnen het sociaal domein en het zo optimaal mogelijk inrichten van het voorveld. Tegelijk ontwikkelen we beleid waarin we de keuzes voor de komende jaren vastleggen. 
De aanbevelingen uit de herijking accounthouderschap grote subsidies gaan we toepassen. Door te kijken naar overlap tussen subsidies aan verschillende instanties en naar het type werkzaamheden kunnen mogelijk subsidies worden verlaagd.
In samenwerking met de bibliotheek werken we een concept uit voor realiseren van een third place. De inzet is een multifunctioneel bibliotheek gebouw waarin diverse culturele, maatschappelijke en economische functies samenkomen en kunnen floreren.
Op het terrein van jeugd willen we duurdere en zwaardere externe jeugdzorg voorkomen door zelf ondersteuning te bieden. Dit doen we door een praktijkondersteuner jeugd in te zetten en de versterking van het jeugdteam structureel te maken. Hiermee sluiten we aan bij de landelijke Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. 
Het integraal huisvestingsplan onderwijs voeren we in 2025 uit door renovatie van de Vondelschool te starten en tijdelijke huisvesting in Muiden te creëren. KC de Meerstroom bevindt zich in de uitvoeringsfase. Daarnaast starten 10 projecten in 2025 met de voorbereidende werkzaamheden. 

Programma 3 en 4, het fysieke domein
In het fysieke domein liggen er uitdagingen op gebied van wonen en het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. Daarnaast heeft ook het inpassen van parkeren binnen de woon- en openbaar beheeropgaves de aandacht.
In de komende tijd leggen we het accent op het bieden van voldoende passende woonruimte aan onze inwoners. In 2025 stellen we daarom een uitvoeringsprogramma woonvisie op en geven we uitvoering aan de woonzorgvisie en de nieuwe prestatieafspraken over de woningbouwopgave.
Bij het beheer van de openbare ruimte gaan we de beheerplannen herijken. Hierin nemen we de uitdagingen op gebied van klimaatadaptatie mee. 
Om de effecten van het duurzaamheidsbeleid te monitoren bieden we vanaf 2025 jaarlijks een voortgangsrapportage aan. We gaan verder met het uitvoeringsprogramma Energietransitie, de Transitievisie Warmte en het uitvoeren van de Regionale Energiestrategie. We helpen inwoners en ondernemers om hun energieverbruik te verlagen en om energiearmoede te voorkomen en we zetten in op een toekomstbestendig, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem. Het beleid voor circulaire economie gaan we concreet vorm geven en we ontwikkelen voedselbeleid.
Een eis uit de Omgevingswet is het uitwerken van een Omgevingsplan voor de gehele gemeente. Hier werken we stapsgewijs naar toe, te beginnen met een Omgevingsplanwijziging voor Muiderberg.
Om aan de taakstelling van het Rijk te voldoen wordt het aantal opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen verder verhoogd.
De parkeerketen gaat over het geheel van zaken dat komt kijken bij het reguleren van parkeerplaatsen en loopt van parkeerbeleid tot de organisatie daarvan en met welke technieken en apparatuur. We werken aan modernisering van de keten op basis van de gemaakte keuzes in 2024.

Programma 5 en 6, dienstverlening en specifieke thema’s (o.a. veiligheid, vastgoed en grondbeleid)
Binnen deze programma’s richten we ons in 2025 op de kwaliteit van de dienstverlening. Hieronder verstaan we ook het goed kunnen uitleggen van onze besluiten. We voeren doorlopend klanttevredenheidsonderzoeken uit en we gaan inwoners/ondernemers beter informeren over de afhandeling van hun (aan)vraag aan de gemeente. 
We stellen een participatieverordening op om inwoners duidelijkheid te kunnen geven over hoe zij kunnen meedenken en meedoen aan de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van ons beleid en aan maatschappelijke initiatieven. Verder vindt in 2025 besluitvorming plaats rond de herijking van de visie op burgerparticipatie.
Via grondbeleid kan de gemeente sturen op de ontwikkelingen in de leefomgeving. De Nota Grondbeleid actualiseren we naar aanleiding van actuele ontwikkelingen op basis van een nog door uw raad vast te stellen discussienota grondbeleid en afwegingskader grond.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

Inleiding

Zowel bij de Begroting 2024 als in de Perspectiefnota 2025 hebben we onze financiële situatie omschreven als op “korte termijn positief, maar een voor de langere termijn zorgelijk perspectief”. Ook de raadsmededeling bij de meicirculaire 2024 kon daar geen positieve boodschap tegenover zetten. Het enige lichtpuntje is dat Rijk en provincies hebben afgesproken dat de eenmalige korting op het gemeentefonds, vanwege de introductie van de nieuwe financieringssystematiek, als een incidentele component mag worden aangemerkt. Dit maakt dat we in beginsel een voor 2025 reëel en structureel sluitende begroting kunnen presenteren, maar wel met een forse onttrekking aan de Algemene Reserve.
Dit laat onverlet dat vanaf 2026 de situatie niet is veranderd. En ook de berichtgeving uit Den Haag geeft geen aanleiding om te verwachten  dat we  op significante aanvullende compensatie mogen rekenen. Het nieuwe kabinet had al te maken met een financieringstekort, dat bovendien  nog eens is versterkt met aanvullende miljardentekorten.
Dit beeld maakt dat er te weinig financiële ruimte is voor alle ambities die we als gemeente hebben en er voor 2026 expliciete keuzes nodig zijn. De uitwerking van de door de raad aangenomen motie ‘M24-55 Aanpassingen begroting’ moet hier in aanloop naar de Perspectiefnota 2026 meer duidelijkheid over geven. De daarbij te geven onderbouwingen, waaronder een realistische kijk op onze taken, ambities en budgetten, moeten de raad in staat stellen die keuzes te maken.
De tegemoetkoming van Rijk en provincies, inzake het incidentele karakter van de korting uit het gemeentefonds, betekent weliswaar dat de begroting 2025 structureel sluitend is, maar ook dat er een extra beroep op de Algemene Reserve gedaan moet worden om het (incidentele) tekort voor 2025 te dekken. Dit vertaalt zich in slechtere kengetallen en rapportcijfers met betrekking tot onze financiële positie.


Financieel beeld Programmabegroting 2025-2028

In de volgende tabellen laten we stapsgewijs zien hoe het financieel beeld van deze begroting eruit ziet. In tabel 1 starten we met het financieel beeld uit de Perspectiefnota 2025, aangevuld met de aangenomen moties en financieel technische ontwikkelingen bij het uitwerken van de begroting.
In tabel 2 voegen we daar de financiële effecten van onderwerpen vanuit het adagium ‘realistisch ramen’ aan toe.
In tabel 3 geven we aan welke dekking vervolgens noodzakelijk is.
Tabel 4 toont ten slotte het structureel begrotingssaldo. Dit is het saldo waarop door de provincie, als toezichthouder, het structurele en reële evenwicht van de begroting toetst.

 

Tabel 1: Geactualiseerd vertrekpunt Financieel beeld bedragen in € x 1.000
Progr
Struct / inc
2025
2026
2027
2028
Saldo Perspectiefnota 2025, incl. amendementen
I
126 V
577 N
1.124 V
298 V
S
72 V
2.629 N
2.704 N
3.271 N
Saldo Perspectiefnota 2025, incl. amendementen
198 V
3.206 N
1.580 N
2.973 N
Uitvoering moties
905 N
2.300 N
2.300 N
2.250 N
M24-41: geen beperking raadsondersteuning RK en griffie
5
S
90 N
90 N
90 N
90 N
M24-52: stijging parkeertarieven minimaliseren
4
S
870 N
870 N
870 N
870 N
M24-55: structureel bijramen Wmo niet doorvoeren
1
S
800 V
800 V
800 V
800 V
M24-55: structureel bijramen Jeugd niet doorvoeren
2
S
700 V
700 V
700 V
700 V
M24-62: bezuiniging bibliotheek vanaf 2026 inboeken
1
S
50 N
50 N
50 N
M24-63: stijging OZB tarieven minimaliseren
6
S
1.395 N
2.790 N
2.790 N
2.790 N
Financieel-technische uitgangspunten
1.673 N
1.923 N
2.187 N
2.490 N
Meicirculaire 2024
6
S
2.247 V
857 N
857 N
898 N
Meicirculaire 2024
6
I
2.270 N
Doorwerking Voortgangsverslag 2024-2
Onderhoud straatmeubiliar
3
S
50 N
50 N
50 N
50 N
Elektra openbare verlichting
3
S
300 N
300 N
300 N
300 N
Onderhoud Naarderbos na verwerven erfpacht
3
I
236 N
236 N
236 N
236 N
Verkenning cultuurstrip Bussum/strategische huur
4
I
313 N
73 N
73 N
73 N
Implementatie financieel systeem ERPx
6
I
400 N
Financieel technische mutaties
Kapitaallasten gymlokalen (CUP)
2
S
150 N
300 N
450 N
Vastgoed huur/erfpacht correcties
6
S
52 N
52 N
52 N
52 N
Salarisbegroting (autonoom en lpo)
6
S
21 N
57 N
32 N
32 N
Effect uitstel investeringen op kapitaallasten
6
S
133 V
239 V
86 V
87 N
Overige mutaties
6
S
411 N
386 N
373 N
313 N
Geactualiseerd vertrekpunt 2025 - 2028
I
3.093 N
886 N
815 V
11 N
S
713 V
6.543 N
6.882 N
7.702 N
Geactualiseerd vertrekpunt 2025 - 2028
2.380 N
7.429 N
6.067 N
7.713 N

Met de Perspectiefnota 2025 en de raadsmededeling bij de meicirculaire 2024 bent u geïnformeerd over het financieel perspectief voor de komende jaren. 
Bij de Perspectiefnota zijn ook diverse moties aangenomen die vragen om waar mogelijk terughoudend te zijn met inkomstenverhogingen en om de verwachte hogere lasten in vooral het sociaal domein niet structureel bij te ramen. We hebben daarom, in afwachting van de uitwerking van motie 55 naar de volgende perspectiefnota, een aantal specifieke voorstellen teruggedraaid, zoals ophoging van de uitgavenbudgetten Wmo en Jeugdzorg, verhoging parkeertarieven en OZB.
Zoals gebruikelijk leidt de uitwerking van de aannames in perspectiefnota’s in de begroting tot diverse vooral financieel technische correcties. Zowel de doorwerking van het tweede Voortgangsverslag 2024, de cao afspraken, de doorrekening van de indexaties alsook de planning van investeringen leiden tot bijstellingen. Bij die uitwerking bleek dat de in het CUP opgevoerde kapitaallasten voor de gymlokalen in de vorige begroting was weggevallen; dit wordt nu hersteld.
Daarmee is het financieel beeld (zie tabel 1) het startpunt voor de begroting.

Tabel 2, financieel beeld, incl. ontwikkelingen bedragen in € x 1.000
Progr
Struct / inc
2025
2026
2027
2028
Geactualiseerd vertrekpunt 2025 - 2028
I
3.093 N
886 N
815 V
11 N
S
713 V
6.543 N
6.882 N
7.702 N
Geactualiseerd vertrekpunt 2025 - 2028
2.380 N
7.429 N
6.067 N
7.713 N
Realistisch ramen
1.595 N
720 N
720 N
720 N
IHP visie
2
S
776 N
776 N
776 N
776 N
Beheer openbare ruimte
3
S
PM
PM
PM
PM
Gemeentewerven
3
S
PM
PM
PM
PM
Ontwikkelplan OFGV
3
S
100V
Energietransitie
3
I
360 N
Duurzaamheid Soortenmanagementplan SMP
3
I
395 N
Modernisering parkeerketen
4
S
156 V
156 V
156 V
156 V
Aansprakelijkheidsverzekering
5
S
100 N
100 N
100 N
100 N
Haalbaarheidsonderzoek verduurzaming gemeentelijke gebouwen
6
I
120 N
Financieel beeld incl. ontwikkelingen 2025 - 2028
I
3.968 N
886 N
815 V
11 N
S
93V
7.263 N
7.602 N
8.422 N
Financieel beeld incl. ontwikkelingen 2025 - 2028
3.875 N
8.149 N
6.787 N
8.433 N

We willen in onze begroting alle inkomsten en uitgaven realistisch ramen.
Dit betekent dat we enkele college- en raadsbesluiten, die in de tussenliggende periode zijn genomen, hebben vertaald in dit financieel beeld. De belangrijkste worden hieronder toegelicht.

In het voorjaar is de visie IHP vastgesteld waarbij is aangegeven dat het structureel financieel effect een nadeel is van bijna € 800.000. Vooruitlopend op de uitwerking van de visie in het IHP is dit effect nu meegenomen. 

Binnen duurzaamheid wordt voor de continuering van de uitvoering van de energietransitie gewerkt aan het opstellen, evalueren en monitoren van beleid.
Ten behoeve van de verduurzaming van woningen wordt een soortenmanagementplan (SMP) opgesteld, dat essentieel is om de isolatieopgave te versnellen en tegelijkertijd beschermde diersoorten te behouden. Voor beide activiteiten worden vooralsnog alleen incidenteel middelen gereserveerd.

De modernisering van de parkeerketen leidt op de exploitatie tot een licht voordeel. Hiertegenover staan hogere kapitaallasten in verband met de nodige investeringen die al zijn vertaald in de financieel technische uitgangspunten hierboven.

Tabel 3: financiel beeld, incl. dekking bedragen in € x 1.000
Progr
Struct / inc
2025
2026
2027
2028
Financieel beeld incl. ontwikkelingen 2025 - 2028
I
3.968 N
886 N
815 V
11 N
S
93V
7.263 N
7.602 N
8.422 N
Financieel beeld incl. ontwikkelingen 2025 - 2028
3.875 N
8.149 N
6.787 N
8.433 N
Dekking
4.000 V
1.000 N
Programma 4
Parkeertarieven
4
S
Programma 6
4.000 V
1.000 N
Onttrekking Algemene Reserve (terugdraaien norm PN25)
6
S
1.000 N
Onttrekking Algemene Reserve (incidenteel saldo 2025)
6
I
4.000 V
OZB tarieven
6
S
Financieel beeld, incl. dekking 2025 - 2028
I
32 V
886 N
815 V
11 N
S
93 V
8.263 N
7.602 N
8.422 N
Financieel beeld, incl. dekking 2025 - 2028
125V
9.149 N
6.787 N
8.433 N

Om een voor 2025 sluitende begroting te realiseren moet een beroep worden gedaan op de Algemene Reserve van € 4 miljoen. Vanwege de nadere uitwerking van motie M24-55, in aanloop naar de Perspectiefnota 2026, kiezen wij er vervolgens voor om alleen de begroting voor 2025 structureel sluitend te maken.
De saldi van de begroting in 2025 en de daarop volgende jaren die hierdoor ontstaan is te zien in tabel 3. 

Meerjarig onzekere situatie
In bovenstaand financieel beeld is nog geen rekening gehouden met het kwantificeren van lasten om (onderhouds-)voorzieningen op het huidige niveau te houden en van enkele ambities die zijn vastgelegd. Het gaat hierbij om de kwaliteit van het beheer van de openbare ruimte en de renovatie van de gemeentewerven. Bovendien is er onzekerheid omtrent de uitgaven van jeugdzorg en Wmo.

Ook zonder kwantificering van bovenstaande is er een aanzienlijk tekort vanaf 2026. We gingen er tot nu toe van uit dat het Rijk met compensatie zou komen voor de tekorten vanaf het ravijnjaar 2026. Gelet op de uitdagingen waarvoor het kabinet zich geplaatst ziet, waarbij  het tekort lijkt op te lopen naar € 21 miljard, zal die verwachting getemperd moeten worden. Om een begroting te presenteren die vanaf 2026 structureel en reëel in evenwicht is, moeten verdere keuzes worden gemaakt. Bij Perspectiefnota 2026 zullen daartoe, op basis van de uitwerking van motie 55, keuzes voorgelegd gaan worden aan de uitgavenkant. Het lijkt echter onvermijdelijk dat ook aan de inkomstenkant keuzes gemaakt moeten gaan worden.

Tabel 4: structureel begrotingssaldo bedragen in € x 1.000
2025
2026
2027
2028
Financieel beeld begroting 2025-2028
125 V
9.149 N
6.787 N
8.433 N
Waarvan incidenteel
32 V
886 N
815 V
11 N
Structureel begrotingssaldo 2025-2028
93 V
8.263 N
7.602 N
8.422 N

We presenteren ook het structurele begrotingssaldo. Dit is het saldo waarop door de provincie, als toezichthouder, het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt getoetst om te bepalen of deze voldoet aan de criteria om het repressief toezichtregime te hanteren in plaats van preventief toezicht. De provincie eist dat minimaal het eerste begrotingsjaar (nu 2025) structureel en reëel in evenwicht is om in aanmerking te (blijven) komen voor repressief toezicht. In haar kaderbrief geeft de provincie aan dat het toezicht is bedoeld om een gezonde financiële positie bij gemeenten te bevorderen. Belangrijk daarbij is het reëel ramen van budgetten en de daarbij behorende taken.
Repressief toezicht geeft meer armslag, omdat bij preventief toezicht alle begrotingswijzigingen vooraf moeten worden geaccordeerd door de toezichthouder.

In het overzicht van tabel 4 is het begrotingssaldo ontdaan van de incidentele effecten (zie voor details het overzicht van incidentele baten en lasten in de financiële begroting). Dit overzicht laat het structurele begrotingssaldo zien waar de provincie op toetst. Dit saldo is alleen voor 2025 structureel en reëel in evenwicht maar voor de jaren 2026 en verder niet.

Financiële positie

Een financieel gezonde gemeente wordt niet alleen bepaald door het begrotingssaldo. Naast financiële resultaten is het ook van belang om te kijken naar ons weerstandsvermogen en financiële kengetallen. Voor deze laatste baseren we ons op de door de raad vastgestelde nota beoordeling kengetallen, waarin de uitgangspunten zijn geformuleerd.
Zoals bij het financieel beeld aangegeven zien we in 2025 een begrotingstekort ontstaan dat wordt gedekt door een forse incidentele onttrekking aan de Algemene Reserve. Dit betekent dat, alleen daardoor al, de kengetallen schuldquote en solvabiliteit, alsmede de ratio weerstandsvermogen dalen ten opzichte van eerdere rapportagemomenten.
Voor de bijbehorende tabellen verwijzen we uw raad naar de paragraaf Weerstandsvermogen.

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bepaalt of we als gemeente in staat zijn om incidentele dan wel structurele risico’s binnen onze begroting op te vangen.
De ratio van Gooise Meren (3,8 in 2025) valt voor zowel incidenteel (3,8) als structureel (3,7) in klasse A (>2,0). Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen. De positieve ratio’s komen door de begrotingstekorten vanaf 2026 wel meer onder druk te staan.

Kengetallen
De nota beoordeling kengetallen geeft aan hoe de afzonderlijke financiële kengetallen in samenhang gebracht en beoordeeld kunnen worden middels een rapportcijfer met een streefwaarde (7,0) en een minimumwaarde (6,0). Voor 2025 zien we een rapportcijfer van 6,5 hetgeen 0,6 punt hoger is dan de verwachting in de vorige begroting als gevolg van een realistischere investeringsplanning en een daardoor gunstigere schuldquote. Dit rapportcijfer tendeert, in de lopende begroting, naar een onvoldoende (5,2 vanaf 2026). Dit is met name te relateren aan de prognose van het investeringsvolume en een steeds lagere Algemene Reserve. Dit vertaalt zich in een hogere schuldquote en een lagere solvabiliteit. 

Maatregelen
Als gezegd moeten we steeds de juiste balans weten te vinden tussen ambities en beschikbare middelen. Daarom zullen in de Perspectiefnota 2026 weloverwogen keuzes moeten worden voorgelegd, zowel naar aanleiding van de uitwerking van motie M24-55 als ook de beoordeling van de haalbaarheid van uitvoering van ons meerjaren investeringsplan. Hierbij moeten naast de financiële overwegingen ook de effecten van keuzes op deze kengetallen een rol spelen.

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

Verschuiving minimabeleid en schuldhulpverlening naar programma 1
Minimabeleid en schuldhulpverlening waren tot 2025 wat betreft het budget ondergebracht bij deelprogramma 4.3 Werk en Inkomen. In het coalitieakkoord worden minima ook genoemd onder deelprogramma 1.3 Welzijn en in de praktijk is het beleid op dit terrein sterk verweven met de andere onderdelen die hier onder vallen. Vanaf 2025 zijn daarom de budgetten voor minimabeleid en schuldhulpverlening ondergebracht bij deelprogramma 1.3 Welzijn. Inhoudelijk wijzigt hiermee niets. 

Beleidsnota’s 
Aan ieder programma is een lijst met vastgesteld beleid toegevoegd. Hiermee is een verbinding gelegd tussen het door de raad vastgestelde beleid en de gewenste maatschappelijke effecten per programma. 

Drie W-vragen
In de programma’s vindt u antwoord op de zogenaamde drie W-vragen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? En wat mag het kosten? Met behulp van verbinding tussen doelen en activiteiten is een en ander inzichtelijk gemaakt.

Verplichte indicatoren en eigen indicatoren
Met de raad is afgesproken om in de Programmabegroting zoveel mogelijk programma’s te voorzien van eigen indicatoren, die informatie geven over de effectiviteit van het beleid en daarmee sturingsmogelijkheden geven. In deze begroting is een aantal nieuw ontwikkelde indicatoren toegevoegd, waardoor bij vrijwel alle programma’s enkele beleidsindicatoren zijn opgenomen. Het proces is nog niet afgerond. De vanuit de regelgeving verplichte indicatoren per programma, die over het algemeen onvoldoende zeggen over de effectiviteit van het beleid, zijn opgenomen in bijlage 3.

Financiële toelichting per programma
Aan het einde van elk programma vindt u een tabel met de toelichting op de belangrijkste financiële verschillen tussen de Programmabegroting 2025 en 2024, zoals wettelijk vastgelegd in het BBV. De toelichting op deze verschillen kan ook betrekking hebben op (incidentele) uitgaven en inkomsten in 2024 die in 2025 niet meer voorkomen. Deze worden wel gemeld maar niet uitgebreid toegelicht.

Financiële begroting
Na programma 6 wordt de financiële begroting gepresenteerd, waaronder de financiële recapitulatie, het overzicht van incidentele baten en lasten inclusief het structurele begrotingssaldo, de financiële positie en de balansontwikkeling, waaronder het overzicht met het EMU-saldo  en de staat van Reserves en Voorzieningen. Deze laatste bevat belangrijke input voor de paragraaf Weerstandsvermogen.

Paragrafen
De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een specifieke invalshoek. U vindt hier de informatie over lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. 

Meerjareninvesteringsplan en verplichte taakvelden
In bijlage 1 bij de begroting is het meerjareninvesteringsplan opgenomen. Voor enkele investeringen wordt direct bij vaststelling van deze begroting goedkeuring door de raad gevraagd. De bovengrens hiervoor ligt, conform de financiële verordening, bij € 250.000. Voor investeringen in de bedrijfsvoering (tractie en automatisering) alsmede voorbereidingskredieten ligt die grens bij € 500.000. Bij de besluitvorming over de Begroting 2025-2028 stellen wij voor om deze grenzen te verhogen tot € 300.000, respectievelijk € 600.000, in afwijking van de Financiële Verordening 2023. Voor investeringen boven de grenzen worden separate raadsvoorstellen aan uw raad ter goedkeuring voorgelegd. 
Ook de verplichte taakvelden, die de nieuwe BBV-regeling voorschrijft, om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten onderling te versterken, zijn in bijlage 2 opgenomen.

Technische uitgangspunten bij Programmabegroting 2025-2028
1.    De raming van de uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2024. De cijfers zijn gebaseerd op constante prijzen.
2.    Voor het jaar 2025 is, zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2025, uitgegaan van onderstaande verwachte indexaties, incl. nacalculatie 2024: 
         a.    een loonstijging van 6%, incl. sociale lasten;
         b.    voor goederen en diensten een inflatie van 1,4%;
         c.    voor de onderhoudsvoorzieningen en investeringen een bouwkosteninflatie van 4,2%;
         d.    inflatie van de tarieven en belastingen van 1,4%;
         e.    voor de jaren na 2025 zijn alle baten en lasten (incl. loon en prijzen) gebaseerd op het basisjaar 2025 en is geen meerjarige indexatie verwerkt.
3.    Een interne rekenrente van 2%.