Bijlage 3 Indicatoren
Verplichte indicatoren eigen gegevens
Terug naar navigatie - Verplichte indicatoren eigen gegevensProgramma |
Nummer indicator |
Naam indicator |
Eenheid |
Bron |
Realisatie 2020 |
Realisatie 2021 |
Realisatie 2022 |
Realisatie 2023 |
Begroot 2024 |
Begroot 2025 |
||
5 |
1 |
Formatie |
Fte per 1.000 inwoners |
Eigen gegevens |
6,79 |
6,88 |
6,91 |
7,68 |
7,84 |
7,96 |
||
5 |
2 |
Bezetting |
Fte per 1.000 inwoners |
Eigen gegevens |
6,43 |
6,59 |
6,62 |
7,15 |
7,51 |
7,30 |
||
5 |
3 |
Apparaatskosten |
Kosten per inwoner |
Eigen begroting |
€ 629 |
€ 962 |
€ 668 |
€ 783 |
€ 864 |
n.n.b. |
||
5 |
4 |
Externe inhuur |
Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen |
Eigen begroting |
12,0% |
12,7% |
13,7% |
13,9% |
0,0% |
0,0% |
||
5 |
5 |
Overhead |
% van totale lasten |
Eigen begroting |
10,9% |
12,6% |
12,1% |
13,2% |
15,9% |
14,6% |
||
Toelichting:
1. De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat voor het begrotingsjaar op peildatum 1 januari en voor het realisatiejaar per 31 december
2. Het werkelijke aantal fte dat werkzaam is, incl. boventallige medewerkers, voor het begrotingsjaar op 1 januari en realisatiejaar per 31 december.
3. Alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, excl. bestuur.
4. Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de organisatie in dienst zijnde opdrachtgever. Begroting is 0%, omdat in de begroting de toegestane formatie leidend is voor de budgetbepaling.
5. Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. |
||||||||||||
Verplichte indicatoren Waar staat je gemeente?
Terug naar navigatie - Verplichte indicatoren Waar staat je gemeente? Programma |
Nummer indicator |
Naam indicator |
Eenheid |
Bron |
GM 2020 |
GM 2021 |
GM 2022 |
gemeente 50.000 - 100.000 inwoners 2022 |
|
5 |
6 |
Verwijzingen Halt |
Aantal per 10.000 inwoners van 12 t/m 17 jaar |
Bureau Halt |
15 |
4 |
7 |
geen data |
|
5 |
8 |
Winkeldiefstallen |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
2,2 |
1,9 |
1,7 |
2,3 |
|
5 |
9 |
Geweldsmisdrijven |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
2,8 |
2,3 |
2,4 |
4,6 |
|
5 |
10 |
Diefstallen uit woning |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
2,9 |
2,6 |
3,1 |
1,4 |
|
5 |
11 |
Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
6,5 |
5,8 |
4,7 |
6 |
|
5 |
22 |
Jongeren met een delict voor de rechter |
% 12 t/m 21 jarigen |
CBS / gemeentelijke monitor sociaal domein |
0,2% |
1,0% |
geen data |
||
3 |
14 |
Functiemenging |
% |
CBS BAG/LISA |
45,1% |
45,9 |
46,4% |
geen data |
|
4 |
16 |
Vestigingen (van bedrijven) |
Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar |
LISA |
204,8 |
211,7 |
229,4 |
geen data |
|
3 |
35 |
Gemiddelde WOZ waarde |
Duizend euro |
CBS |
€ 440 |
461 |
503 |
317 |
|
3 |
36 |
Nieuw gebouwde woningen |
Aantal per 1.000 woningen |
BAG |
6,6 |
5,1 |
15 |
9,3 |
|
3 |
37 |
Demografische druk |
% |
CBS |
87,0% |
85,8% |
86,1% |
70,3% |
|
3 |
38 |
Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden |
In Euro's |
COELO |
€ 712 |
738 |
€ 857 |
€ 823 |
|
3 |
39 |
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden |
In Euro's |
COELO |
€ 817 |
851 |
€ 989 |
€ 905 |
|
3 |
33 |
Omvang huishoudelijk restafval |
Kg/inwoner |
CBS |
niet bekend |
149 |
|||
3 |
34 |
Hernieuwbare elektriciteit |
% |
RWS |
geen data |
||||
4 |
21 |
Banen |
Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar |
CBS / LISA |
627,7 |
646,3 |
661,9 |
geen data |
|
2 |
23 |
Kinderen in uitkeringsgezin |
% kinderen tot 18 jaar |
CBS |
niet bekend |
2,0% |
geen data |
||
4 |
24 |
Netto arbeidsparticipatie |
% van de werkzame beroepsbevolking t.o.v. de beroepsbevolking |
CBS |
68,6% |
niet bekend |
74% |
72% |
|
2 |
26 |
Werkloze jongeren |
% 16 t/m 22 jarigen |
CBS |
niet bekend |
1,0% |
geen data |
||
4 |
27 |
Personen met een bijstandsuitkering |
Aantal per 10.000 inwoners |
CBS |
399,9 |
315,4 |
geen data |
||
4 |
28 |
Lopende re-integratievoorzieningen |
Aantal per 10.000 inwoners van 15-64 jaar |
CBS |
77,4 |
niet bekend |
158,2 |
206,3 |
|
2 |
17 |
Absoluut verzuim |
Aantal per 1.000 leerlingen |
DUO |
n.n.b. |
0 |
0 |
geen data |
|
2 |
18 |
Relatief verzuim |
Aantal per 1.000 leerlingen |
DUO |
n.n.b. |
18 |
22 |
geen data |
|
2 |
19 |
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) |
% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs |
Ingrado |
0,9% |
1,1 |
geen data |
||
2 |
29 |
Jongeren met jeugdhulp |
% van alle jongeren tot 18 jaar |
CBS |
9,7% |
12,4 |
9,9 |
10,7 |
|
2 |
30 |
Jongeren met jeugdbescherming |
% van alle jongeren tot 18 jaar |
CBS |
0,6% |
0,6 |
0,6 |
1,1 |
|
2 |
31 |
Jongeren met jeugdreclassering |
% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar |
CBS |
0,2% |
0,1 |
0,1 |
geen data |
|
1 |
32 |
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo |
Aantal per 10.000 inwoners |
GMSD |
540 |
610 |
590 |
640 |
|
1 |
20 |
Niet-sporters |
% |
Gezondheids-enquête (CBS, RIVM) |
43% |
n.n.b. |
geen data |
||
Toelichtingen verplichte indicatoren
Terug naar navigatie - Toelichtingen verplichte indicatorenProgramma |
Nummer indicator |
Toelichting |
||||||
5 |
1 |
De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat voor het begrotingsjaar op peildatum 1 januari en voor het realisatiejaar per 31 december. |
||||||
5 |
2 |
Het werkelijke aantal fte dat werkzaam is, inclusief boventallige medewerkers, voor het begrotingsjaar op 1 januari en realisatiejaar per 31 december.
begrotingsjaar op 1 januari en realisatiejaar per 31 december. |
||||||
5 |
3 |
Alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief bestuur. |
||||||
5 |
4 |
Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de organisatie in dienst zijnde opdrachtgever. Begroting is 0%, omdat in de begroting de toegestane formatie leidend is voor de budgetbepaling. |
||||||
5 |
5 |
Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. |
||||||
5 |
6 |
Het aantal verwijzingen naar Halt, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar. De Halt-straf is een interventie voor jongeren van 12 - 17 jaar. Zij komen na het plegen van een licht strafbaar feit onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor een Halt-straf. Jongeren komen bij Halt terecht via de politie (soms na expliciete toestemming door het OM), een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA), of bijvoorbeeld een leerplichtambtenaar. |
||||||
5 |
8 |
Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners. |
||||||
5 |
9 |
Het aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). |
||||||
5 |
10 |
Diefstallen uit woning. Het aantal diefstallen uit de woning dat door de politie is geregistreerd. |
||||||
5 |
11 |
Het aantal vernielingen en beschadigingen per 1.000 inwoners. Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag. Voorbeelden van misdrijven tegen de openbare orde en tegen het openbaar gezag zijn opruiing, huis-, computer- en lokaalvredebreuk, deelneming aan een criminele of terroristische organisatie, openlijke geweldpleging, godslastering, discriminatie en het doen van een valse aangifte. |
||||||
5 |
22 |
Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door kinderrechter of de officier van justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt. |
||||||
3 |
14 |
De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. De verwachting is dat er iets meer woningen (nieuwbouwprojecten) dan arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. Toch blijven we inzetten op behoud en groei. |
||||||
4 |
16 |
Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar. Het streven is om het aantal vestigingen gelijkblijvend te houden. |
||||||
3 |
35 |
De gemiddelde WOZ waarde van woningen. |
||||||
3 |
36 |
Het aantal nieuw gebouwde woningen, per 1.000 woningen. |
||||||
3 |
37 |
De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. |
||||||
3 |
38 |
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoons-huishouden betaalt aan woonlasten. |
||||||
3 |
39 |
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoons-huishouden betaalt aan woonlasten. |
||||||
3 |
33 |
De hoeveelheid restafval per bewoner per jaar (kg). |
||||||
3 |
34 |
Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. Hernieuwbare elektriciteit komt uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld. De berekening van het totaal aan hernieuwbare elektriciteit is voor een deel gebaseerd op modelmatige interpretaties. |
||||||
4 |
21 |
Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. |
||||||
2 |
23 |
Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. |
||||||
4 |
24 |
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiele) beroepsbevolking. |
||||||
2 |
26 |
Het percentage werkloze jongeren (16-22 jaar). |
||||||
4 |
27 |
Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners. |
||||||
4 |
28 |
Het aantal lopende re-integratie-voorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. |
||||||
2 |
17 |
Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school per 1.000 leerlingen. We vinden het van belang dat jongeren onderwijs volgen om zo hun kansen in de maatschappij te vergroten. Daarom zetten we in op het verminderen van het verzuim, dat ieder jaar verder daalt.
DUO heeft nog geen cijfers na schooljaar 2017-2018. Er zijn wel meer lokale en regionale gegevens beschikbaar:
https://bestuur.gooisemeren.nl/fileadmin/user_upload/2170589_Bijlage_bij_RM_-_Jaarverslag_RBL_2019-2020.pdf |
||||||
2 |
18 |
Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is per 1.000 leerlingen. We vinden het van belang dat jongeren onderwijs volgen om hun kansen in de samenleving te vergroten. Daarom zetten we in op het verminderen van verzuim, dat ieder jaar verder daalt. |
||||||
2 |
19 |
Het percentage van het totaal aantal leerlingen van het VO en MBO (12 – 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. Zonder startkwalificatie kunnen jongeren geen goede plek verwerven op de arbeidsmarkt, één van de voorwaarden om zelfredzaam te zijn. We zetten in op het verminderen van het aantal VSV'ers, dat ieder jaar verder daalt. |
||||||
2 |
29 |
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. |
||||||
2 |
30 |
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een Jeugdbeschermings-maatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Er is sprake van een niet-significante daling. |
||||||
2 |
31 |
Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasserings-maatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar). We zien een stabilisatie in het aantal jongeren met jeugdreclassering. |
||||||
1 |
32 |
Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. |
||||||
1 |
20 |
Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. |