Loon- en prijsontwikkeling
Zoals afgesproken in Perspectiefnota 2021 gaan we voor de loon- en prijsontwikkeling uit van de cijfers uit de macro-economische verkenningen van het Centraal Planbureau in het voorjaar. Deze liggen ten grondslag aan de berekening van de meicirculaire (uitkering Gemeentefonds). Ook passen we, als afgesproken, een nacalculatie toe ten opzichte van de aanname in voorgaand jaar.
Loonontwikkeling
De verwachte loonontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van dit voorjaar bedraagt voor 2024 5,2%. Er is daarnaast sprake van een zeer kleine nacalculatie 2023 (aanname Perspectiefbrief 4,1%; o.b.v. actueel CEP: 4,0 %) van -0,1%. Daarnaast worden diverse werkgeverspremies aangepast. De meest opvallende is het vervallen van de premie voor het voorwaardelijk pensioen. De werkgeverslast daalt met bijna 1,4 %.
Per saldo bedraagt de loonontwikkeling voor de komende begroting dan ruim 3,7%.
Prijsontwikkeling
De verwachte prijsindexatie voor 2024 bedraagt volgens het CEP 3,9%. Ten opzichte van de voor 2023 gehanteerde 2,8% is de inschatting van het CEP dat deze nu zal uitkomen op 5,9%, een toename van 3,1%. In totaal wordt dan voor 2024 rekening gehouden met een stijging van 7% .
De uitgangspunten voor de prijsontwikkeling bepalen we van toepassing op zowel de lasten als de baten (huuropbrengsten, leges en (belasting)tarieven).
Bouwkostenstijging
In de Perspectiefbrief 2023 hebben we een aanvulling op de prijsontwikkeling geïntroduceerd, namelijk de bouwkostenstijging. Die bleek namelijk significant hoger dan de reguliere prijsontwikkeling. In navolging van die perspectiefbrief stellen we voor om de bouwkostenindex van het CBS (Dit betreft het gemiddelde van de GWW index grond-, weg- en waterbouw januari 23 t.o.v. januari 22 en de index voor nieuwbouwwoningen; februari 23 t.o.v. februari 22.) te hanteren voor de onderhouds- en herinrichtingsprojecten. We zien dat deze stijging gemiddeld 11,1 % is. Wij stellen voor deze 11,1% toe te passen op de investeringen en de onderhoudsvoorzieningen. Ook hier geldt, gelijk aan de toepassing bij de prijsontwikkeling, dat voor de jaren na 2024 geen rekening wordt gehouden met een meerjarige ontwikkeling.
Algemene uitkering
De uitkomsten van het CEP worden meegenomen in de komende meicirculaire. Omdat we voor onze meerjarenbegroting de methodiek van ‘constante’ prijzen hanteren, kijken we alleen naar de loon- en prijsontwikkeling van 2024. Op basis van rekenmodellen kunnen we globaal berekenen wat daarvan de invloed is op de uitkering uit het Gemeentefonds. Inmiddels circuleren in de media diverse berichten over bezuinigingen maar ook compensatie als opmaat naar de Voorjaarsnota van het kabinet. De meicirculaire, waarin deze voorjaarsnota financieel wordt vertaald naar de uitkering uit het Gemeentefonds, zal waarschijnlijk tijdens het bestuurlijk proces van deze perspectiefnota bekend worden. We zullen uw raad over eventuele afwijkingen en de consequenties daarvan informeren.
Kapitaallastenplafond
In de perspectiefnota 2021 is het kapitaallastenplafond geïntroduceerd. Aanleiding was de moeilijke financiële situatie waar we ons als gemeente in bevonden. De achterliggende gedachte van dat plafond is dat we ook de exploitatielast (lees: kapitaallasten) van nieuwe voorgenomen investeringen meenemen ten behoeve van een integrale afweging door de raad in de perspectiefnota. Met het plafond wordt de hoogte van de kapitaallasten in de verschillende begrotingsjaren bedoeld. De kapitaallasten kunnen dan samen met de financiële effecten van de andere ambities worden beoordeeld.
In de nu voorliggende perspectiefnota worden enkele nieuwe (toekomstige) investeringen opgevoerd maar zijn ook planningen van eerder voorgenomen investeringen aangepast. De jaarlijkse kapitaallasten worden door deze voorstellen lager en blijven daarmee onder het niveau van de jaarlijkse kapitaallastenplafonds in de huidige begroting.