1. Inleiding

1 Inleiding

Terug naar navigatie - 1 Inleiding

Iedere begrotingscyclus start met de perspectiefnota.
De financiële verordening geeft richtlijnen voor de producten uit de planning en controlcyclus, waaronder ook de perspectiefnota (art. 3). Deze richtlijnen geven we hieronder weer.

Het begrotingsjaar begint met de perspectiefnota. Hierin vindt een kaderstellende vooruitblik naar de komende jaren plaats en de komende begroting in het bijzonder. Kenmerkend hiervoor is de integrale afweging die wordt gemaakt voor de inzet van de middelen voor de komende jaren. De inhoud van de perspectiefnota kan jaarlijks veranderen, afhankelijk van de actualiteit. Een vaste herkenbare indeling zorgt voor consistentie en herkenbaarheid.

Richtlijnen Perspectiefnota:
1.    De raad stelt jaarlijks de Perspectiefnota vast, die een periode van minimaal 4 jaar beslaat (begrotingsjaar en de 3 jaren daarna), waarin de ontwikkelingen (trends/risico’s) en de toedeling van de financiële middelen worden benoemd..
2.    Besluiten over nieuwe ontwikkelingen/wensen vinden zo veel mogelijk integraal plaats bij het vaststellen van de Perspectiefnota.
3.    De Perspectiefnota beschrijft in elk geval de nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de koers en/of het meerjarig financiële beeld.
4.    In de Perspectiefnota worden de (technische) uitgangspunten voor de begroting vastgesteld.
5.    De Perspectiefnota bevat in ieder geval een meerjarig investeringsplan.
6.    In de jaarlijkse begroting vindt de uitwerking en actualisering van de kaders vanuit de Perspectiefnota plaats.

In het voorjaar van 2023 worden de belangrijkste uitgangspunten ontwikkeld voor het beleid van 2024 en worden de financiële consequenties in beeld gebracht. Dit jaar staat het beleid vooral in het teken van de uitwerking van het coalitieakkoord in een College-uitvoeringsprogramma. We zien, alles bij elkaar opgeteld, een structureel negatief financieel beeld ontstaan vanaf 2026 en de financiële ratio’s afnemen..

Structureel saldo Perspectiefnota 2024-2027 bedragen in € x 1.000 Struct / inc 2024 2025 2026 2027
Saldo Perspectiefnota 2024-2027 1688 N 1640 V 4856 N 4635 N
Waarvan incidentele mutaties 4825 N 1476 N 297 N 0 N
Structureel saldo Perspectiefnota 2024-2027 3137 V 3115 V 4559 N 4635 N

Ons uitgangspunt, zoals verwoord in de Programmabegroting 2023, is om een financieel gezonde gemeente te zijn met een meerjarig, structureel en reëel sluitende begroting. Indien we geen compensatie van het Rijk krijgen voor de terugval vanaf 2026 dan zijn structurele inkomstenverhogingen onvermijdelijk. Op voorhand kan daarbij niet worden uitgesloten dat ook naar de OZB wordt gekeken. De binnenkort te verwachten meicirculaire 2023 geeft over de compensatie van het Rijk mogelijk meer duidelijkheid.

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

De Perspectiefnota 2024-2027 is als volgt opgebouwd:

Hoofdlijnen en samenvattend financieel beeld 2024-2027
In hoofdstuk 2 besteden we aandacht aan de uitwerking van het Coalitieakkoord, financieel-technische uitgangspunten, het financieel meerjarenbeeld 2024-2027 en de relevante financiële kengetallen. Hierbij dient de Programmabegroting 2023-2026, inclusief amendementen en de structurele doorwerking uit het tweede Voortgangsverslag 2022, als basis. Ook de structurele doorwerking van de voorlopige cijfers uit het eerste Voortgangsverslag 2023 zijn hierin meegenomen. Vervolgens leiden de voorgestelde mutaties tot een nieuw financieel beeld. 

Programma’s 
In hoofdstuk 3 worden per programma de nieuwe ambities uit het College-uitvoeringsprogramma toegelicht en overige en autonome ontwikkelingen gepresenteerd. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste nieuwe voorgenomen investeringen (zie hoofdstuk 4 voor het meerjaren investeringsplan). De doorwerking van de voorlopige cijfers uit het eerste Voortgangsverslag 2023 wordt in deze perspectiefnota niet nader toegelicht. Daarvoor verwijzen we naar het betreffende document.

Financiële uitgangspunten programmabegroting
De financieel-technische uitgangspunten worden toegelicht bij Programma 6 (Financieel gezond). Denk daarbij aan loon- en prijsontwikkelingen en de uitkering uit het gemeentefonds.
Ook de consequenties van de voorgenomen investeringen op het kapitaallastenplafond worden daar zichtbaar gemaakt.