Iedere begrotingscyclus start met de perspectiefnota.
De financiële verordening geeft richtlijnen voor de producten uit de planning- en controlcyclus, waaronder ook de perspectiefnota (art. 3). Deze richtlijnen geven we hieronder weer.
Het begrotingsjaar begint met de perspectiefnota. Hierin vindt een kaderstellende vooruitblik naar de komende jaren plaats en de komende begroting in het bijzonder. Kenmerkend hiervoor is de integrale afweging die wordt gemaakt voor de inzet van de middelen voor de komende jaren. De inhoud van de perspectiefnota kan jaarlijks veranderen, afhankelijk van de actualiteit. Een vaste herkenbare indeling zorgt voor consistentie en herkenbaarheid.
Richtlijnen Perspectiefnota:
1. De raad stelt jaarlijks de Perspectiefnota vast, die een periode van minimaal 4 jaar beslaat (begrotingsjaar en de 3 jaren daarna), waarin de ontwikkelingen (trends/risico’s) en de toedeling van de financiële middelen worden benoemd..
2. Besluiten over nieuwe ontwikkelingen/wensen vinden zo veel mogelijk integraal plaats bij het vaststellen van de Perspectiefnota.
3. De Perspectiefnota beschrijft in elk geval de nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de koers en/of het meerjarig financiële beeld.
4. In de Perspectiefnota worden de (technische) uitgangspunten voor de begroting vastgesteld.
5. De Perspectiefnota bevat in ieder geval een meerjarig investeringsplan.
6. In de jaarlijkse begroting vindt de uitwerking en actualisering van de kaders vanuit de Perspectiefnota plaats.
In het voorjaar van 2024 worden de belangrijkste uitgangspunten ontwikkeld voor het beleid van 2025 waarna in het najaar de financiële consequenties in beeld worden gebracht. Dit jaar staat het beleid vooral in het teken van het maken van keuzes om te komen tot een structureel sluitend financieel beeld, zoals verwoord in de raadsmededeling van 15 februari jl.
De perspectiefnota is het moment om nieuwe ambities, ontwikkelingen en wensen te inventariseren en aan uw raad voor te leggen voor een integrale afweging. In de vastgestelde Programmabegroting 2024 is al gewezen op de financiële uitdaging vanaf 2026. Vanaf dat jaar is sprake van een negatief begrotingssaldo van ca.€ 8 à 9 mln. Het college heeft daarbij de keuze gemaakt om, in afwachting van compensatie door het Rijk, het gat in die begroting nog niet te dichten, maar zichtbaar te maken. Uw raad heeft bij de behandeling van de Programmabegroting 2024 ook onderkend dat we voor (financiële) uitdagingen staan. Het college stelt daarom een bijstelling voor van onze uitgaven, inkomsten, doelen of ambities en hierover de dialoog met de raad te voeren. Daarom worden in deze Perspectiefnota 2025 voorstellen gepresenteerd, die leiden tot het verkleinen van het financiële tekort.
In het coalitieakkoord is een financieel gezonde begroting, zowel op de korte als de lange termijn, als een van de uitgangspunten genoemd. Bij het vaststellen van de Programmabegroting 2024 heeft uw raad besloten om het begrotingsadvies van de VNG over te nemen om geen meerjarig sluitende begroting te maken, om zo richting het Rijk duidelijk te maken wat de omvang van het ravijnjaar 2026 is. Daar is nu dus beperkt compensatie voor gekomen, maar nog niet voldoende.
Het tekort wordt niet alleen veroorzaakt door de verlaging van de uitkering uit het Gemeentefonds, maar komt ook voort uit onze eigen ambities. Bij een maximale compensatie van het Rijk, zou nog steeds sprake zijn van een aanzienlijk financieel tekort.
Het college heeft ervoor gekozen om – in afwachting van nadere compensatie van het Rijk (het college gaat uit van een aanvullende structurele bijdrage van € 2 à 3 miljoen)– in de Perspectiefnota 2025 aan te sturen op een zoveel mogelijk sluitende begroting en uw raad in dit kader een voorstel te doen voor diverse lastige keuzes. Indien nu geen keuzes worden gemaakt bestaat het risico dat op termijn veel drastischer maatregelen nodig zijn. De keuzes hebben betrekking op het genereren van méér inkomsten en het verlagen van reguliere taken en ambities.
We presenteren hiermee een meerjarenperspectief dat (nog) niet meerjarig structureel sluitend is.
Tabel 1: Financieel beeld bedragen in € x 1.000 | Struct / inc | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Saldo Perspectiefnota 2025 | I | 126 V | 577 N | 1.124 V | 287 N | |
S | 84 V | 2.617 N | 2.692 N | 2.674 N | ||
Saldo Perspectiefnota 2025 | 210 V | 3.194 N | 1.568 N | 2.961 N | ||
Een onzekere factor blijft de hoogte van de rijksbijdrage en de wijze waarop wij mogelijk nog nader gecompenseerd worden. Mocht dat onvoldoende blijken om zwarte cijfers te schrijven, dan zijn nadere maatregelen nodig. Het college verwacht in het najaar een meerjarig structureel sluitende Programmabegroting 2025 voor te kunnen leggen en zal zo nodig, bij die begroting, alternatieve dekkingsvoorstellen formuleren.
Uw raad heeft aangegeven aan de voorkant betrokken te willen zijn bij de kaderstelling en niet voor voldongen feiten te worden geplaatst. Door nu aan u mee te geven welke keuzes het college voorstelt geeft dat uw raad de mogelijkheid om bij de behandeling daarvan zijn kaderstellende rol te vervullen. Ten behoeve van een zo compleet mogelijk beeld bij uw raad presenteert het college in een bijlage bij het raadsvoorstel ook alle maatregelen waarvoor het college nu (nog) niet heeft gekozen.