Per richtinggevend principe geven we aan wat het principe inhoudt en welke voorstellen er onder vallen.
1. We zijn kritisch op onze rol en taken: heroverwegen ambities/beleid
We kijken kritisch waar de gemeente wel en waar deze geen rol heeft en wat dat betekent voor het bestaansrecht en/ óf de intensiteit van de huidige betrokkenheid. Kritisch op onze taken betekent dat we ons continu afvragen: Doen we de goede dingen en doen we ze goed? Waarom doen we dit en wat willen we ermee bereiken? Op welk niveau wil je als gemeente presteren?
Bij dit principe gaat het er vooral om op een kritische en creatieve manier te kijken naar de taken die we uitvoeren. Te denken valt aan het invoeren van buitenreclame, het verkopen van eigen panden, het aanpassen van de frequentie of het verminderen van de informatie op de wekelijkse gemeentepagina of het laten adopteren van rotondes door bedrijven. De voorstellen zijn realistisch, maar het is niet zeker of de opbrengst 100% realiseerbaar is. Voor dit principe wordt daarom uitgegaan van een verwachte opbrengst van 75%.
2. We voeren geen taken uit waar anderen dat beter kunnen: meer samenwerken/uitbesteden (verbonden partijen)
Gooise Meren kiest er voor niet alles zelf te willen doen, maar samen te werken met andere gemeenten als het met elkaar beter lukt en meerwaarde heeft. Beleid en uitvoering wil Gooise Meren vooral in samenwerking oppakken. Daarnaast is een belangrijke reden dat samenwerking op grotere schaal betere dienstverlening voor inwoners mogelijk maakt.
Binnen dit principe stellen we 2 sporen voor:
Bezuinigen op budget van bestaande verbonden partijen
Begin 2021 hebben de portefeuillehouders Financiën van de regiogemeenten een brief gestuurd aan 4 verbonden partijen, te weten de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, de Regio Gooi en Vechtstreek, het Goois Natuur Reservaat (GNR) en de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV). Een van de wensen van de portefeuillehouders was om vanaf de begroting 2022, na correctie van de lonen, een 3% lagere gemeentelijke bijdrage te realiseren. De Regio Gooi en Vechtstreek heeft maatregelen genomen, waarmee de gemeentelijke bijdrage met € 1,23 miljoen kan worden verlaagd. Dit betekent een verlaging van de bijdrage van Gooise Meren aan de Regio van € 250.000 structureel.
Wij verwachten dat de overige verbonden partijen, die een brief hebben ontvangen van de portefeuillehouders Financiën, ook aan de slag gaan om een 3% lagere gemeentelijke bijdrage te realiseren. Het gaat hierbij om de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, het GNR en de OFGV, waar in 2021 in totaal een bijdrage van ruim € 6 miljoen aan wordt betaald. Een 3% lagere gemeentelijke bijdrage betekent voor Gooise Meren een verlaging met € 180.000. Vanwege de onzekerheid of dit realiseerbaar is, is van een verwachte opbrengst van 50% uitgegaan.
Uitbreiding samenwerking beleid en uitvoering
We onderzoeken welke andere vormen van samenwerking mogelijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan beleidsmatige samenwerking, zoals samenwerking op het gebied van veiligheid, of aan samenwerking op bedrijfsvoering, zoals regionaal inkopen. De opbrengst hiervan is op dit moment nog niet in te schatten.
3. We verhouden ons tot anderen en de wereld om ons heen: benchmark
Wij kijken naar andere gemeenten (in de regio of van dezelfde grootte) om te weten of wij doelmatig opereren en om te weten wat andere gemeenten doen. En op welke onderdelen wij kunnen verbeteren. Op deze vragen kan een benchmark antwoord geven. Zo kiezen wij ervoor om bij het vaststellen van onze tarieven ook te kijken naar omliggende gemeenten of gemeenten van dezelfde grootte.
Als we ons vergelijken met andere gemeenten komt vooral een verschil naar voren ten aanzien van de leges Basisregistratie Personen (BRP) en de Toeristenbelasting. In vergelijking met omliggende gemeenten is sprake van een laag tarief in Gooise Meren. Daarnaast is gekeken naar het OZB tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de OZB tarieven van Gooise Meren in verhouding tot het landelijk gemiddelde en omliggende gemeenten laag zijn. Daarnaast is sprake van een negatief effect van de WOZ-waarde op de uitkering uit het Gemeentefonds. Het rijk kort Gooise Meren met circa € 10,2 miljoen.
Alles afwegende kiest het college er nu niet voor om de OZB te verhogen, aangezien we een aantal andere lasten voor de burger (zoals de afvalstoffenheffing) wel verhogen. We voorzien evenwel dat op de langere termijn een hoger OZB tarief noodzakelijk kan zijn om onze ambities te realiseren.
4. We subsidiëren organisaties die bijdragen aan onze ambities: weloverwogen subsidiebeleid
Subsidies zijn voor de gemeente een belangrijk instrument om de lokale ambities te realiseren samen met maatschappelijke organisaties, inwoners en bedrijven. Dit betekent dat subsidieaanvragen worden beoordeeld op hun bijdrage aan de doelstellingen (de maatschappelijke effecten) die de gemeente wil bereiken. We kijken naar de verhouding tussen de benodigde investering in geld, mensen en/of middelen (input) enerzijds en het maatschappelijk effect dat wordt bereikt anderzijds. De gemeente Gooise Meren verstrekt subsidies op velerlei gebieden.
Het Beleidskader Financiering Zorg, Welzijn, Kunst, Cultuur en Toerisme stelt de gemeente in staat om hierop te sturen. Het beleidskader sluit aan op het gemeentelijk beleid op diverse terreinen en vormt het kader waarin de gemeente aangeeft voor welke beleidsdoelen subsidie wordt ingezet, welke resultaten de gemeente wil bereiken en welke randvoorwaarden daarbij gelden. Het beleidskader sluit aan op met name de beleidsnota’s Sociaal Domein, het programma Doe-democratie en het Coalitieakkoord ‘Duurzaam, Sociaal, Veilig en Vitaal’.
Naast het beleidskader geldt de door de gemeenteraad vastgestelde Algemene Subsidieverordening
gemeente Gooise Meren 2018, waarin beschreven staat op welke wijze een subsidieaanvraag moet worden ingediend en afgehandeld. In de subsidieverordening staat onder artikel 5.1. het volgende:
‘De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s) voor de beleidsterreinen.’
Tot nu toe is dit artikel niet toegepast. Er geldt geen subsidieplafond en de subsidies worden jaarlijks geïndexeerde en waar nodig verhoogd. Voorgesteld wordt om vanaf het begrotingsjaar 2023 wel een subsidieplafond in te stellen. Dit betekent dat het totaalbedrag aan subsidies van € 7.405.000 voor de komende jaren niet wordt geïndexeerd of verhoogd. Hiermee vragen wij aan de gesubsidieerde instellingen om bij te dragen aan de heroverweging, net zoals we dat vragen aan de verbonden partijen. Jaarlijks wordt gekeken naar de inzet van het totaalbedrag en de verdeling daarvan over de verschillende aanvragers.
Vanwege de onzekerheid of dit realiseerbaar is, is van een verwachte opbrengst van 75% uitgegaan.
5. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten: draagkrachtbeginsel
De gemeente biedt ondersteuning aan inwoners die onvoldoende in staat zijn om te participeren in de samenleving. We hanteren zoveel mogelijk het principe dat iedereen naar zijn vermogen bijdraagt aan de financiering van de collectieve voorzieningen, die door Gooise Meren tot stand worden gebracht. Dit betekent dat een inkomen en vermogen afhankelijke toets kan plaatsvinden.
Op dit moment zijn er geen concrete voorstellen, die leiden tot een mogelijke opbrengst voor dit principe. Het voorstel van de VNG om te onderzoeken of huishoudelijke hulp ook inkomen en vermogen afhankelijk getoetst kan worden, vinden we te prematuur. Het college wil daarmee wachten op landelijk beleid. De komende tijd zal gekeken worden naar mogelijke andere voorstellen ten aanzien van dit principe. De eventuele opbrengst hiervan wordt opgenomen in de Programmabegroting 2022-2025.
6. We streven naar kostendekkendheid van tarieven en diensten
De gemeente streeft - zo veel als mogelijk - naar kostendekkendheid van de taken en diensten die de gemeente verricht. Wij kiezen voor kostendekkende tarieven, waardoor de kosten voor 100% terecht komen bij de kostenveroorzakers en niet bij alle belastingplichtigen. Dit betekent dat bij een stijging van de kosten ook direct het tarief omhoog gaat (en andersom).
Met kostendekkendheid als uitgangspunt is o.a. gekeken naar kostprijs dekkende huur, de tarieven voor begraafrechten en marktgelden, de parkeergelden, de leges WABO en de afvalstoffenheffing.
7. We zijn financieel in evenwicht en maken zorgvuldige keuzes: begrotingsscan
Gooise Meren gaat zorgvuldig en zuinig om met de middelen die ze tot haar beschikking heeft gekregen om taken uit te voeren. Dat doen we onder andere door jaarlijks een begrotingsscan uit te voeren. Doel hiervan is om te onderzoeken of er nog sprake is van ‘lucht’ in de begroting.
Net als in voorgaande jaren is met behulp van jaarrekeningen op taakveldniveau gekeken naar de uitputting van de begrote middelen. Deze doorlichting heeft er toe geleid dat een aantal budgetten, zoals kinderopvang, de post onvoorzien en leefbaarheid niet volledig worden ingezet en verlaagd kunnen worden.
De doorlichting van de budgetten laat ook zien dat er een budgetten zijn voor de raad, die jaarlijks niet (volledig) worden uitgegeven. Voor onderzoek van de rekenkamer wordt ieder jaar voor 2 externe onderzoeken budget begroot, maar in werkelijkheid vindt er 1 onderzoek plaats. Daarnaast blijkt dat het opleidingsbudget van de raad nauwelijks wordt uitgegeven, hooguit in het eerste jaar van de raadsperiode.
8. We verbeteren continu: efficiency
We kijken steeds naar mogelijkheden om onze werkzaamheden zo efficiënt/doelmatig mogelijk te organiseren. Dit kan door processen te moderniseren, maak ook door mensen effectiever en efficiënter in te zetten waardoor er bijvoorbeeld minder ingehuurd hoeft te worden. We hebben een moderne en efficiënte bedrijfsvoering.
Te denken valt aan het uitvoeren van kosteloze huwelijken door eigen ambtenaren in plaats van hiervoor in te huren, efficiënter om te gaan met het representatiebudget van het college en meer in te zetten op Social Return on Investment (SROI) om mensen aan het werk te helpen.
De voorstellen zijn realistisch, maar het is niet zeker of de opbrengst 100% realiseerbaar is. Voor dit principe wordt daarom uitgegaan van een verwachte opbrengst van 75%.