Kansrijke Start draagt, met name bij gezinnen in kwetsbare situaties, bij aan een goede start. Juist omdat de ontwikkeling van een kind in de eerste 1000 dagen razendsnel gaat, is het van fundamenteel belang dat deze goed verloopt: er is maar één kans op een goede start. Als de ontwikkeling niet goed gaat, moet een kind de rest van zijn of haar leven knokken om met die achterstand om te gaan. Een kind met een goede start heeft meer kansen op een goede fysieke en psychische gezondheid. En op het ontwikkelen van talenten en zelfontplooiing, deelname aan onderwijs en participatie op de arbeidsmarkt en meedoen in de samenleving. Dit heeft daarmee ook effect op toekomstige generaties.  


Vanuit deze landelijke ketenaanpak voeren wij vier bewezen effectieve en wetenschappelijk onderbouwde interventies uit. Het gaat om Nu Niet Zwanger (NNZ), Stevig Ouderschap en Stevig Ouderschap Prenataal en de Workshop Aanstaande Ouders (WAS). Preventie is vaak moeilijk te kwantificeren, maar voor Kansrijke Start zijn, bijvoorbeeld bij het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), verschillende rekenmodellen ontwikkeld die de kosten en baten inzichtelijk maken. Daaruit weten we dat een goede start voor ieder kind de ultieme vorm van preventie is. Uitvoering van de verschillende interventies van Kansrijke Start (juist ook de bovenwettelijke) heeft een direct verband met het beperken van de instroom in de jeugdzorg. 


De genoemde interventies worden momenteel uitgevoerd op regionale pilotbasis (NNZ) en op basis van een tijdelijke dienstverleningsovereenkomst (SO, SO Prenataal, WAS) die eind 2026 afloopt. De tijdelijke DVO wordt t/m 2026 bekostigd vanuit de GALA middelen (zie programma 1.1 Gezondheid). Deze middelen zijn echter niet toereikend; er is een aanvulling van €20.000 nodig voor 2026. Vervolgens willen we de bekostiging van deze interventies structureel maken, omdat ze van grote invloed zijn op jeugdigen en gezinnen in de meest kwetsbare situaties.