Programma 6 Financieel gezond

Bij de decemberwijziging 2025 is de verwachting dat we het effect van de realisatie van de kapitaallasten in beeld hebben en dan zullen we deze aanpassingen verwerken. 

De meicirculaire volgt de Voorjaarsnota van het kabinet, waarvan de effecten van de Hervormingsagenda Jeugd en de toename van het accres de belangrijkste zijn. De mutaties m.b.t. de Hervormingsagenda Jeugd zijn budgetneutraal verwerkt. Per saldo hebben de aanvullingen een positief effect (zie ook Raadsmededeling 1357787).

Financiële gevolgen in Begroting 2025: € 872.000 voordeel (incidenteel)

In de jaarrekening 2024 zijn de boete en de belastingrente verantwoord, die door de belastingdienst (naar aanleiding van het boekenonderzoek dat heeft plaatsgevonden) aan de gemeente waren opgelegd. Het is gebruikelijk dat de belastingdienst een naheffingsaanslag doet na de definitieve afronding van het boekenonderzoek. De definitieve naheffingsaanslag bedraagt € 260.000. Tevens dient er een niet invorderbare omzetbelasting over 2019 van € 40.000 te worden verwerkt. In totaal een incidenteel nadelig effect van € 300.000.

Financiële gevolgen in Begroting 2025: € 300.000 nadelig (incidenteel)

Voor elk uur dat een inhuurkracht via Flextender werkt, betaalt de organisatie een vast bedrag aan Flextender-fee. Deze fee wordt centraal bekostigd vanuit het deelproject Inkoop. Het huidige begrote bedrag biedt echter structureel onvoldoende dekking om deze fee volledig te financieren.

Financiële gevolgen in Begroting 2025: € 125.000 nadelig (structureel)

Bij het opstellen van de begroting 2025 zijn er teveel kosten van de personeelsbudgetten en ondersteunende afdelingen aan de exploitatie doorberekend. Dit komt o.a. doordat er meer uren aan investeringen/projecten worden toegerekend, terwijl de overige uren naar aanleiding daarvan niet waren verlaagd. Dit wordt nu gecorrigeerd en leidt tot een voordeel van € 544.000 in 2025. Deze omissie is ontstaan door de invoering van het nieuwe financieel systeem.

Financiële gevolgen in Begroting 2025: € 544.000 voordeel (incidenteel)

In 2024 heeft het Rijk maatregelen genomen om de zogeheten no-cure-no-pay-problematiek bij WOZ-bezwaren aan te pakken. Met de invoering van de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ is beoogd de financiële prikkel voor commerciële bezwaarbedrijven te verminderen. Tegelijkertijd wil de wet belanghebbenden bewuster maken van de procedures die namens hen worden gevoerd en van de maatschappelijke kosten die daarmee gepaard gaan.

Een belangrijke wijziging is dat de wettelijke proceskostenvergoeding is verlaagd en niet langer rechtstreeks aan no-cure-no-pay-bureaus mag worden uitbetaald, maar uitsluitend aan de belanghebbende zelf. Per 2025 is deze vergoeding in de bezwaarfase verder verlaagd, conform het Belastingplan 2025.

Hoewel het aantal bezwaar- en beroepschriften is afgenomen ten opzichte van 2024, blijven no-cure-no-pay-bedrijven actief. In het kader van de begrotingsrechtmatigheid worden voor de begroting 2025 de proceskosten geraamd. Dit leidt tot een incidenteel financieel nadeel van € 150.000.

Financiële gevolgen in begroting 2025: € 150.000 nadelig (incidenteel)

In 2025 zijn de opbrengsten uit dwangbevelen hoger uitgevallen dan begroot. Dit heeft geleid tot een positief financieel resultaat van € 80.000.

Financiële gevolgen in begroting 2025: € 80.000 voordeel (incidenteel)

Door bijstelling van de WOZ-waarden naar beneden en de grotere leegstand op niet-woningen vallen de OZB-inkomsten lager uit dan begroot, wat resulteert in een negatief financieel effect van € 77.000. De begroting 2025 wordt hiermee aangepast.

Financiële gevolgen in Begroting 2025: € 77.000 nadelig (incidenteel)